drachtplantenarboretum/Ambrosiushoeve

[Frans vanTongeren]

In HET BRABANTS DAGBLAD van 13-06-'03 stond het volgende (Fr.:ingekorte) bericht:

Vrijdag 13 juni 2003 - Pal naast de Beekse Bergen ligt een drachtplantenarboretum: een terrein met 150 bijenvolken en 500 verschillende bomen en planten die ideaal zijn als voedselbron voor bijen. "Uniek in Nederland." Komend weekeinde houdt het --bij velen onbekende-- arboretum twee open dagen.
"Bijen hebben veel water nodig. Om honing te produceren, maar vooral om te koelen. Er moet daarom altijd water in de buurt zijn", vertelt Bert Opsteeg van de vereniging 'Vrienden van Ambrosiushoeve'. "De vijver noemen we daarom gekscherend 'de bijenkroeg'." "Veel mensen weten niet eens dat we hier zitten", zegt Opsteeg. "En dat terwijl we uniek zijn in Nederland. Het terrein is 4,5 hectare groot, telt zo'n 500 verschillende boom- en plantensoorten en zo'n 150 bijenvolken."
Deze zaterdag en zondag -houden de 'Vrienden' open dag op Drachtplantenarboretum Ambrosiushoeve, pal naast de Beekse Bergen. Op het terrein is een onderzoeksstation gevestigd dat onderzoek doet naar bijen. Drachtplanten zijn bomen, struiken en planten die uitermate geschikt zijn voor bijen en hommels, om er nectar en stuifmeel uit te verzamelen en voedsel en honing te produceren.
Bij het ir.-Mommerspaviljoen, vernoemd naar de oprichter van de bijenonderzoeksplaats, ligt een kunstmatig aangelegd vijvertje. Net als dieren op de Afrikaanse savanne trekken bijen naar waterplassen, om er aan de waterkant de dorst te lessen. Langs de waterkant van het vijvertje is goed te zien hoe de bijen het water opnemen. "Bijen gebruiken veel water. Om de korven en zichzelf te koelen. Door het verdampen raken ze warmte kwijt."
Niet alle 150 bijenvolken van de Ambrosiushoeve zijn momenteel aanwezig. Daarvoor is het terrein simpelweg te klein. Er zou te weinig voedsel voor alle volken zijn. Het buitengebied wordt volgens Opsteeg sowieso steeds minder geschikt voor het houden van bijen. "Vroeger was op het platteland een enorme diversiteit aan planten en bomen. Door de ruilverkaveling is dat grotendeels verloren gegaan. Wilgen, hazelaars en paardenbloemen komen niet zo veel meer voor als vroeger." Tegenwoordig kun je beter in de stad of in het dorp terecht, stelt Opsteeg. "In Tilburg kun je prima bijen houden. Al die lindebomen leveren een hoop voedsel in de vorm van stuifmeel op."
Zaterdag en zondag is de Ambrosiushoeve geopend van 11.00 tot 17.00-uur. Onder leiding van gidsen wordt ieder uur een rondleiding door het arboretum verzorgd. Verschillende deskundigen geven lezingen over het houden van bijen. Bezoekers kunnen van dichtbij zien hoe een bevolkte bijenkorf er van binnen uitziet.