bijensterfte 2002-2003, -1- deelnemers

Onderwerpen als varroa, Amerikaans vuilbroed en secundaire infecties bij bijen.
Romée van der Zee
Berichten: 1218
Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
Contacteer:

bijensterfte 2002-2003, -1- deelnemers

Bericht door Romée van der Zee »

Onderzoek bijensterfte 2002-2003,
resultaten van enquête onder imkers

door:
Piet Jager
Romée van der Zee

In de nazomer van 2002 verschenen berichten over aanzienlijke sterfte van bijenvolken. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. De volledige neergang van het bevruchtingsstation op Schiermonnikoog was het meest aansprekende voorbeeld. Uit de grensstreek kwamen gelijksoortige meldingen.
Om de omvang van het probleem in beeld te brengen hebben wij dit voorjaar in korte tijd een vragenlijst opgesteld, die werd ingesloten in Bijen of kon worden ingevuld op http://www.bijenhouden.nl. Bovendien hebben we enige vragen gesteld om na te gaan of er mogelijk een verband gelegd kon worden met de parasiet varroa-destructor. In dit artikel presenteren wij de resultaten en trekken conclusies.

1. Hoeveel imkers hebben de vragenlijst ingevuld?
In totaal hebben 531 imkers de vragenlijst ingevuld. In het vervolg van dit artikel noemen we deze groep imkers de onderzoeksgroep. In de zomer van 2002 verzorgden zij 6436 bijenvolken met een bezetting van minimaal 6 ramen bijen. Gemiddeld betekent dat 12,1 volken per imker. De aantallen volken per imker lopen uiteen van 1 tot 250. (details)
Van de inzenders heeft 74,8% van de imkers 11 volken of minder.
Als de groep imkers ontdaan wordt van de extremen (5% van de imkers met de meeste en 5 % van de imkers met de minste volken worden dan niet meegerekend), is het gemiddeld aantal volken in de onderzoeksgroep 8,7. Het aantal volken per imker varieert dan tussen de 2 en 37.
Vóór de inwintering was het aantal volken door verenigen en nazomersterfte gedaald tot 5980.

2. Is de groep inzenders een goede weerspiegeling van de Nederlandse imkerij?
Op zichzelf is het aantal imkers voldoende om betrouwbare conclusies te trekken. Probleem is echter dat je het risico loopt dat degenen die de moeite nemen om te reageren in sommige opzichten verschillen van de imkerij als geheel. Om deze reden hebben wij achteraf een aselecte (=willekeurige) steekproef van 67 imkers getrokken uit het lezersbestand van Bijen. Deze groep noemen wij verder de controlegroep. De 67 imkers zijn telefonisch benaderd met enkele korte controle vragen. Op deze manier waren wij in staat een aantal hoofdzaken te vergelijken. Deze controlegroep imkers verzorgde bij de inwintering 370 bijenvolken, gemiddeld 5,52. (tabel 1). In de onderzoeksgroep die de vragenlijsten heeft ingevuld moet, gezien het verschil in gemiddeld aantal volken, rekening worden gehouden met een oververtegenwoordiging van imkers met een groot aantal volken. Andere verschillen komen later aan de orde.

Tabel 1, aantal ingezonden vragenlijsten
[img]../assets/afbeeldingen/onderzoek/sterfte2002-2003_tabel1.gif[/img]
Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast