bestuiving in aardbeienkas: moeizaam voor bijen
Geplaatst: ma 29 sep 2003, 13:15
In De Stentor (Kampen) stond op 26-09 -03 het volgende bericht:
Bestuiving in aardbeienkas
door Gerrit Schinkel
26 SEPTEMBER 2003 - KAMPEN - In de 10.000 m2 grote aardbeienkas van Annet en Richard Kalter vliegen rond de 240.000 bijen rond, afkomstig van de Kamper imkers Dries Vinke en Herman Martens.
Vinke heeft vijf bijenvolken ingebracht en Martens heeft daar nog eens drie volken aan toegevoegd. De taak van de bijen is om het stuifmeel van de ene aardbeienbloem over te brengen naar de stampers van de andere bloem. In hun meer dan zware taak worden de bijen bijgestaan door drie volken hommels, aangekocht door Richard en Annet Kalter bij gespecialiseerde bedrijven. Want zonder bestuiving komen er geen aardbeien.
Het bestuiven is voor de bijen een buitengewoon zware klus en kost aan duizenden het leven. '˜Als in het voorjaar de helft van het bijental nog in leven is mogen we blij zijn'˜, zegt Dries Vinke.
Hij heeft ervaring met het onderbrengen van bijen in een aardbeienkas. In de herfst van 2002, toen Annet en Richard Kalter met hun aardbeienteelt van start gingen, heeft Dries Vinke drie bijenvolken geleverd voor de bestuiving. Alle drie hebben in de kas het leven gelaten. '˜Ik moest helemaal opnieuw weer bijenvolken opkweken,'˜ zegt Vinke.
Met de komst van de aardbeienteelt in de Koekoek is er een nieuw werkterrein voor de imkers ontstaan: betaald bestuiven. Zonder bijen en hommels is er geen lonende aardbeienteelt mogelijk en Annet en Richard Kalter hebben het geluk dat hun bedrijf vlak bij een van de grootste imkerverenigingen van Nederland is gesitueerd, Kampen en Omstreken.
Collega aardbeientelers elders in het land hebben minder geluk en moeten de bijen soms vanuit België laten komen.
Het plaatsen van bijenvolken in aardbeienkassen is dus puur business. De kweker betaalt voor de komst van bijenvolken. Maar bijen, die in de wintermaanden aan het werk moeten, is tegennatuurlijk. Alle imkers van Kampen en Omstreken zijn nu bezig hun bijenvolken '˜winterklaar'˜ te maken en ze voor te bereiden op de rustperiode zoals de natuur die opgelegd heeft. Maar niet de '˜aardbeien-bijen'˜, die moeten nu juist aan het werk. Onder moeilijke omstandigheden, want er is weinig zonneschijn in de komende maanden en wat heel belangrijk is, er zit maar heel weinig nectar in de aardbeienbloesem.
Onder normale omstandigheden moeten de bijen leven van de nectar die de bloemen van de waardplanten leveren en waar ze honing van maken. Maar de dracht van de aardbeienbloesem is zo klein dat ze met suikerwater, verstrekt door de imker, in leven gehouden worden. Onder slechte weersomstandigheden geven de bijen zelfs wel eens de brui aan het zware werk en dan nemen de hommels hun taak gedeeltelijk over. Hommels zijn net even beter tegen de onnatuurlijke levenswijze bestand dan de bijen.
Dit jaar hebben Annet en Richard Kalter voor het eerst hun gehele 10.000 m2 grote bedrijf vol met aardbeienplanten staan. Deze worden in emmers gekweekt op 150 cm boven de grond.
Niet de gehele oppervlakte wordt ineens volgepoot maar de teelt wordt in drie fasen uitgevoerd. Voor elke fase zegt Dries Vinke zijn negen bijenvolken nodig te hebben, in totaal dus 27 bijenvolken. Zeker de helft hiervan gaat verloren en willen de beide imkers Herman en Dries hun bijenbestand op peil houden, moeten ze in het voorjaar nieuwe bijenvolken kweken.
'˜In mei beginnen we met het fokken van meerdere koninginnen waaruit na ongeveer acht weken een nieuw bijenvolk moet groeien. We nemen een aantal larven uit de raten en brengen die in aparte cellen. De collegawerksters onder de bijen zorgen dat de toekomstige koninginnen supervoedsel krijgen om hun zware taak tot een goed einde te brengen. Op deze wijze kunnen we kunstmatig meer volken kweken dan op de natuurlijk wijze het geval zou zijn.'˜
Bestuiving in aardbeienkas
door Gerrit Schinkel
26 SEPTEMBER 2003 - KAMPEN - In de 10.000 m2 grote aardbeienkas van Annet en Richard Kalter vliegen rond de 240.000 bijen rond, afkomstig van de Kamper imkers Dries Vinke en Herman Martens.
Vinke heeft vijf bijenvolken ingebracht en Martens heeft daar nog eens drie volken aan toegevoegd. De taak van de bijen is om het stuifmeel van de ene aardbeienbloem over te brengen naar de stampers van de andere bloem. In hun meer dan zware taak worden de bijen bijgestaan door drie volken hommels, aangekocht door Richard en Annet Kalter bij gespecialiseerde bedrijven. Want zonder bestuiving komen er geen aardbeien.
Het bestuiven is voor de bijen een buitengewoon zware klus en kost aan duizenden het leven. '˜Als in het voorjaar de helft van het bijental nog in leven is mogen we blij zijn'˜, zegt Dries Vinke.
Hij heeft ervaring met het onderbrengen van bijen in een aardbeienkas. In de herfst van 2002, toen Annet en Richard Kalter met hun aardbeienteelt van start gingen, heeft Dries Vinke drie bijenvolken geleverd voor de bestuiving. Alle drie hebben in de kas het leven gelaten. '˜Ik moest helemaal opnieuw weer bijenvolken opkweken,'˜ zegt Vinke.
Met de komst van de aardbeienteelt in de Koekoek is er een nieuw werkterrein voor de imkers ontstaan: betaald bestuiven. Zonder bijen en hommels is er geen lonende aardbeienteelt mogelijk en Annet en Richard Kalter hebben het geluk dat hun bedrijf vlak bij een van de grootste imkerverenigingen van Nederland is gesitueerd, Kampen en Omstreken.
Collega aardbeientelers elders in het land hebben minder geluk en moeten de bijen soms vanuit België laten komen.
Het plaatsen van bijenvolken in aardbeienkassen is dus puur business. De kweker betaalt voor de komst van bijenvolken. Maar bijen, die in de wintermaanden aan het werk moeten, is tegennatuurlijk. Alle imkers van Kampen en Omstreken zijn nu bezig hun bijenvolken '˜winterklaar'˜ te maken en ze voor te bereiden op de rustperiode zoals de natuur die opgelegd heeft. Maar niet de '˜aardbeien-bijen'˜, die moeten nu juist aan het werk. Onder moeilijke omstandigheden, want er is weinig zonneschijn in de komende maanden en wat heel belangrijk is, er zit maar heel weinig nectar in de aardbeienbloesem.
Onder normale omstandigheden moeten de bijen leven van de nectar die de bloemen van de waardplanten leveren en waar ze honing van maken. Maar de dracht van de aardbeienbloesem is zo klein dat ze met suikerwater, verstrekt door de imker, in leven gehouden worden. Onder slechte weersomstandigheden geven de bijen zelfs wel eens de brui aan het zware werk en dan nemen de hommels hun taak gedeeltelijk over. Hommels zijn net even beter tegen de onnatuurlijke levenswijze bestand dan de bijen.
Dit jaar hebben Annet en Richard Kalter voor het eerst hun gehele 10.000 m2 grote bedrijf vol met aardbeienplanten staan. Deze worden in emmers gekweekt op 150 cm boven de grond.
Niet de gehele oppervlakte wordt ineens volgepoot maar de teelt wordt in drie fasen uitgevoerd. Voor elke fase zegt Dries Vinke zijn negen bijenvolken nodig te hebben, in totaal dus 27 bijenvolken. Zeker de helft hiervan gaat verloren en willen de beide imkers Herman en Dries hun bijenbestand op peil houden, moeten ze in het voorjaar nieuwe bijenvolken kweken.
'˜In mei beginnen we met het fokken van meerdere koninginnen waaruit na ongeveer acht weken een nieuw bijenvolk moet groeien. We nemen een aantal larven uit de raten en brengen die in aparte cellen. De collegawerksters onder de bijen zorgen dat de toekomstige koninginnen supervoedsel krijgen om hun zware taak tot een goed einde te brengen. Op deze wijze kunnen we kunstmatig meer volken kweken dan op de natuurlijk wijze het geval zou zijn.'˜