Trompetboom Catalpa B.
Geplaatst: do 23 okt 2003, 16:06
Trompetboom ( Catalpa Bignonioides Walt.)
Nu onze zomers warmer worden, komt voor de grotere tuin de aanplant in beeld van een in alle seizoenen prachtige boom: de Trompetboom meestal Catalpa genoemd. De boom werd ontdekt in Zuid Amerika bij de indianenstam Catawba en ontleent daaraan zijn naam.

Pas laat in het voorjaar ontvouwt de boom zijn opvallende, hartvormige en bijna transparantgroene bladeren. Daarna valt hij bijzonder op door zijn spectaculaire omhoogstaande pluimen. De bloemtuilen bestaan uit vele witte bloemen met binnenin gele en paarse strepen en een lichtoranje vlek op de onderlip.
De bloeitijd van de boom is Juni/Juli; Hij levert rijkelijk Nectar en dieproze stuifmeel.

Kugler rangschikt de Catalpa onder de lipbloemigen en daarvan de ondersoort keelbloemigen. Ook de Balsemien en de Monnikskap horen bij deze groep.
De losse kroondelen van de boven- en benedenlip lopen via een keel uit naar de brede, vaak kromme kroonbuis, waarin een nectarschijf zich bevindt op het bovenstandig vruchtbeginsel; van hieruit strekt de stamper zich langs de bovenlip.
De benedenlip dient als landingsplaats en met haar gehele lijf wurmt het insect zich de kroonbuis in; onder de bovenlip bevinden zich meeldraden en stamper. Als het bestuivend insect voor de eerste keer de kroonbuis betreedt heeft de stamper zich gestrekt langs de nog onrijpe meeldraden; de stempel zwiept naar beneden tegen de rug van de indringer en wordt aldus bestoven. Pas na deze bestuiving verwelkt de stamper en worden de helmknoppen rijp en zetten haar dieporanje Pollen af op de rug van de bestuiver die ermee de stempelrijpe volgende bloem bezoekt. Van zelfbestuiving kan geen sprake zijn.

De vruchten van de Catalpa bestaan uit lange, smalle, neerhangende peulen van wel 20 tot 40 cm. lang. In deze tijd van het jaar zijn ook deze spectaculair en blijven dat tot ver in de winter of voorjaar.
In zijn oorspronkelijke omgeving, de tropische wouden van Z.Amerika komt de plant ook in struikvorm of als liaan voor; in onze omgeving geteeld, zijn deze minder winterhard dan onze trompetboom die onze koude winters goed doorstaat. De boom laat zich telen uit zaad ( de peulen) of ook uit stek of ent.
Hennie oes

Nu onze zomers warmer worden, komt voor de grotere tuin de aanplant in beeld van een in alle seizoenen prachtige boom: de Trompetboom meestal Catalpa genoemd. De boom werd ontdekt in Zuid Amerika bij de indianenstam Catawba en ontleent daaraan zijn naam.

Pas laat in het voorjaar ontvouwt de boom zijn opvallende, hartvormige en bijna transparantgroene bladeren. Daarna valt hij bijzonder op door zijn spectaculaire omhoogstaande pluimen. De bloemtuilen bestaan uit vele witte bloemen met binnenin gele en paarse strepen en een lichtoranje vlek op de onderlip.
De bloeitijd van de boom is Juni/Juli; Hij levert rijkelijk Nectar en dieproze stuifmeel.

Kugler rangschikt de Catalpa onder de lipbloemigen en daarvan de ondersoort keelbloemigen. Ook de Balsemien en de Monnikskap horen bij deze groep.
De losse kroondelen van de boven- en benedenlip lopen via een keel uit naar de brede, vaak kromme kroonbuis, waarin een nectarschijf zich bevindt op het bovenstandig vruchtbeginsel; van hieruit strekt de stamper zich langs de bovenlip.
De benedenlip dient als landingsplaats en met haar gehele lijf wurmt het insect zich de kroonbuis in; onder de bovenlip bevinden zich meeldraden en stamper. Als het bestuivend insect voor de eerste keer de kroonbuis betreedt heeft de stamper zich gestrekt langs de nog onrijpe meeldraden; de stempel zwiept naar beneden tegen de rug van de indringer en wordt aldus bestoven. Pas na deze bestuiving verwelkt de stamper en worden de helmknoppen rijp en zetten haar dieporanje Pollen af op de rug van de bestuiver die ermee de stempelrijpe volgende bloem bezoekt. Van zelfbestuiving kan geen sprake zijn.

De vruchten van de Catalpa bestaan uit lange, smalle, neerhangende peulen van wel 20 tot 40 cm. lang. In deze tijd van het jaar zijn ook deze spectaculair en blijven dat tot ver in de winter of voorjaar.
In zijn oorspronkelijke omgeving, de tropische wouden van Z.Amerika komt de plant ook in struikvorm of als liaan voor; in onze omgeving geteeld, zijn deze minder winterhard dan onze trompetboom die onze koude winters goed doorstaat. De boom laat zich telen uit zaad ( de peulen) of ook uit stek of ent.
Hennie oes
