Veldsalie en bosandoorn
Geplaatst: vr 21 nov 2003, 00:14
Volgens overlevering was veldsalie, met haar prachtige blauwe bloemen, in sommige regio's in de zomer een hoofddracht, met name in het rivierengebied en in Zuid Limburg.
Door de moderne manieren van graslandbeheer is zij later grotendeels verdwenen. Hoewel in de IJsselvallei schijnt zij altijd nog een belangrijke dracht te zijn gebleven.
Door nieuwe manieren van meer natuurlijk graslandbeheer is ze nu weer in opkomst, met name in het rivierengebied.
Vorige zomer zag ik zelfs in Zuid Limburg een aantal nieuwe wegbermen ingezaaid met wilde bloemen waartussen ook de Salvia Pratensis uitbundig bloeide. Goed nieuws!
Werk aan de winkel voor tuinierende imkers.
Een naast familielid en in principe ook een heel goede drachtplant is de bosandoorn: stachys silvestris.
Daar waar bosandoorn voorkomt groeit ze uitbundig. Het is dan ook een '˜algemene' plant. Doordat Nederland 100 jaar gelden echter vrijwel bosloos was, komt ze vrijwel alleen voor op plekken waar afgelopen eeuwen toch minstens wat bos of struikgewas stond, of heel oude hagen.
Op de meeste plaatsen waar de afgelopen 50 jaar bossen of bossages zijn aangeplant komt zij niet voor omdat ze daar al nooit voorkwam bij gebrek aan schaduw en humeuze bosgrond. Bovendien werden de bossen tot 20 jaar geleden overwegend zo beheerd dat er ook geen humus kon ontstaan: blad wegharken, dood hout wegruimen of verbranden. De bossen stonden op zeer onvruchtbare grond en het beleid was erop gericht dat zo te houden. De laatste 20 jaar is dat veranderd en in of langs bossen zij nu veel vruchtbare humeuze plekken ontstaan.
De bijbehorende bosplanten zijn echter nooit geplant of gezaaid met als gevolg dat de ondergroei op veel plaatsen hoofdzakelijk uit brandnetels bestaat.
Nu is bosandoorn 1 van de weinige planten die met haar uitbundige wortelstokken een veldje brandnetels kan overwoekeren. Ze groeit '“zeg maar- op alle plaatsen waar dorre bladeren liggen, maar heeft net als brandnetels een voorkeur voor stikstofrijke plekken.
Bosandoorn is de plant die in 2 of 3 jaar een veldje brandnetels kan overwoekeren, of althans kan terugdringen want brandnetels moeten wel blijven: de rupsen van de mooiste vlinders leven erop.
De groeiwijze van bosandoorn doet wat rommelig aan, hoewel een veldje bosandoorn met de violette bloemen heel mooi kan zijn.
De meeste bijenstands hebben wel bomen of struiken waar bosandoorn heel goed bij zou gedijen.
Dat kan in de zomer een goede drachtaanvulling geven. De bloei is iets vroeger dan die van veldsalie, maar als het weer meezit kan er in september een uitbundige nabloei achteraan komen.
Een hoekje van de tuin met een paar dozijn bloeistengels van bosandoorn levert elke jaar een veelvoud van stekken op via de wortelstokken. En in het seizoen bovendien een heel bijengezoem!
Ik kan mij nu al verheugen op een veld met een paar duizend bloeistengels bosandoorn nabij de bijenstal over 2 of 3 jaar.
Bovendien kan een begroeiing van bosandoorn in een jong (minder dan 50 jaar) geplant bos voorkomen dat duizenden zaailingen van Am. Vogelkers, esdoorn, es of beuk opkomen die een heel dicht bos geven dat geheel naakt is zonder enige ondergroei. Op deze manier kan de ontwikkeling van een gezond en divers bos met 50 tot 120 jaar bekort worden. Zo maakt de bosandoorn de weg vrij voor nog tal van andere leuke bos- en drachtplanten, en wel nu in plaats van over 50 of 100 jaar.
Als elke imker van Nederland op de 10 meest voor de hand liggende plekken een stekje bosandoorn zou planten, wordt de bosandoorn binnen 10 jaar een hoofddracht in de zomerdrachtpauze. Lijkt me leuk!
Wie het niet gelooft kan over drie jaar hier een kijkje komen nemen.
Door de moderne manieren van graslandbeheer is zij later grotendeels verdwenen. Hoewel in de IJsselvallei schijnt zij altijd nog een belangrijke dracht te zijn gebleven.
Door nieuwe manieren van meer natuurlijk graslandbeheer is ze nu weer in opkomst, met name in het rivierengebied.
Vorige zomer zag ik zelfs in Zuid Limburg een aantal nieuwe wegbermen ingezaaid met wilde bloemen waartussen ook de Salvia Pratensis uitbundig bloeide. Goed nieuws!
Werk aan de winkel voor tuinierende imkers.
Een naast familielid en in principe ook een heel goede drachtplant is de bosandoorn: stachys silvestris.
Daar waar bosandoorn voorkomt groeit ze uitbundig. Het is dan ook een '˜algemene' plant. Doordat Nederland 100 jaar gelden echter vrijwel bosloos was, komt ze vrijwel alleen voor op plekken waar afgelopen eeuwen toch minstens wat bos of struikgewas stond, of heel oude hagen.
Op de meeste plaatsen waar de afgelopen 50 jaar bossen of bossages zijn aangeplant komt zij niet voor omdat ze daar al nooit voorkwam bij gebrek aan schaduw en humeuze bosgrond. Bovendien werden de bossen tot 20 jaar geleden overwegend zo beheerd dat er ook geen humus kon ontstaan: blad wegharken, dood hout wegruimen of verbranden. De bossen stonden op zeer onvruchtbare grond en het beleid was erop gericht dat zo te houden. De laatste 20 jaar is dat veranderd en in of langs bossen zij nu veel vruchtbare humeuze plekken ontstaan.
De bijbehorende bosplanten zijn echter nooit geplant of gezaaid met als gevolg dat de ondergroei op veel plaatsen hoofdzakelijk uit brandnetels bestaat.
Nu is bosandoorn 1 van de weinige planten die met haar uitbundige wortelstokken een veldje brandnetels kan overwoekeren. Ze groeit '“zeg maar- op alle plaatsen waar dorre bladeren liggen, maar heeft net als brandnetels een voorkeur voor stikstofrijke plekken.
Bosandoorn is de plant die in 2 of 3 jaar een veldje brandnetels kan overwoekeren, of althans kan terugdringen want brandnetels moeten wel blijven: de rupsen van de mooiste vlinders leven erop.
De groeiwijze van bosandoorn doet wat rommelig aan, hoewel een veldje bosandoorn met de violette bloemen heel mooi kan zijn.
De meeste bijenstands hebben wel bomen of struiken waar bosandoorn heel goed bij zou gedijen.
Dat kan in de zomer een goede drachtaanvulling geven. De bloei is iets vroeger dan die van veldsalie, maar als het weer meezit kan er in september een uitbundige nabloei achteraan komen.
Een hoekje van de tuin met een paar dozijn bloeistengels van bosandoorn levert elke jaar een veelvoud van stekken op via de wortelstokken. En in het seizoen bovendien een heel bijengezoem!
Ik kan mij nu al verheugen op een veld met een paar duizend bloeistengels bosandoorn nabij de bijenstal over 2 of 3 jaar.
Bovendien kan een begroeiing van bosandoorn in een jong (minder dan 50 jaar) geplant bos voorkomen dat duizenden zaailingen van Am. Vogelkers, esdoorn, es of beuk opkomen die een heel dicht bos geven dat geheel naakt is zonder enige ondergroei. Op deze manier kan de ontwikkeling van een gezond en divers bos met 50 tot 120 jaar bekort worden. Zo maakt de bosandoorn de weg vrij voor nog tal van andere leuke bos- en drachtplanten, en wel nu in plaats van over 50 of 100 jaar.
Als elke imker van Nederland op de 10 meest voor de hand liggende plekken een stekje bosandoorn zou planten, wordt de bosandoorn binnen 10 jaar een hoofddracht in de zomerdrachtpauze. Lijkt me leuk!
Wie het niet gelooft kan over drie jaar hier een kijkje komen nemen.