
Op grasgronden openen, rond klokke 9, bij goed weer, een zee van paardebloemen haar gele pracht. De bloemen lokken met kleur en geur van nectar en pollen vele bestuivers naar zich toe. Vooral hommels en bijen vind je erop. Als het weer verslechtert, sluiten de bloemen en lijkt het of ze er nooit hebben gestaan
De bloem hoort tot de composieten (Taraxacum in het Perzisch); op een vlak hoofdje verschijnen honderden lintvormige bloempjes; de buitenste langer, dan de binnenste.
Hoewel de bloem alle organen heeft die een bloem moet hebben, vormt zij haar zaden zonder bestuiving. Alleen uit de eicel wordt een zaadje gevormd, dat naderhand uit de pluisbol loskomt en wegwaait op de wind. De plantjes die daaruit ontstaan zijn derhalve klonen van de oorspronkelijke plant. De klonen van de verschillende planten, die nooit identiek aan elkaar zijn, zijn er de oorzaak van, dat de soort veel ondersoorten kent, die voor een leek niet meer te onderscheiden zijn; zelfs de gewone Flora waagt zich er niet aan ze te benoemen. De meest voorkomende soort is de 'Taraxacum vulgare'