zie http://www.bijenhouden.nl/forum/topic.asp?TOPIC_ID=4906
GBWV,gerard.b.w.vos schreef:
Wie kent de tussenruimte bij natuurbouw, of vaste bouw in een korf.
....
Gezien de weinige reakties is het of een moeilijke, of een onzinnige vraag.
Eerder moeilijke dan onzinnige vraag.
Hierbij een artikeltje uit ons maandbladje van een paar jaar geleden.
Tekst gepikt van franstalige discussielijst over bijen ("abeilles", voor onze Nederlandse confrators : zeg niet "abijles" maar "a-bèj" - GRINN).
B. Leclercq is wereldberoemd in Wallonië.
mvg,
Hugo (1/2 bij)
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Varroabestrijding door verhoging broednesttemperatuur
In het volgende artikel beschrijft Bernard Leclercq een zeer eenvoudige, praktische, goedkope en natuurlijke methode om de varroamijt te bestrijden. Zijn methode is gebaseerd op een verhoging van de temperatuur in het broednest waardoor de varroamijt zich moeilijker zou kunnen voortplanten. De methode is bestemd voor de hobbyimker.
Bernard Lerclercq won een gouden medalille op het Apimondia-congres van Antwerpen in 1997 met zijn cd-rom L'abeille et l'homme.
De optimale broednesttemperatuur voor de voortplanting van de varroamijt ligt tussen 32,5° en 33,4°C. De voortplanting van de mijt daalt boven 36,5°C en stopt zelfs volledig bij 38°C.
De mogelijkheid om de temperatuur van het broednest te beïnvloeden, biedt aan de imker een interessante mogelijkheid om de varroamijt te bestrijden. Ik ben al een paar jaren aan het experimenteren met kleine broedcellen en met het verkleinen van de afstand tussen de ramen tot 8 à 10 mm. Ik wil dat mijn bijen zich beter voelen : daarvoor probeer ik hun natuur zo getrouw mogelijk te volgen. Maar toch wil ik de bijenkasten die ik nu gebruik niet afschrijven.
En of men dit nu graag hoort of niet, het is buiten de giftige chemische bestrijdingsmiddelen, het enige praktische middel om de ontwikkeling van de mijten tegen te houden.
Waar heb ik dit idee vandaan gehaald ?
Ik kweek al sinds 1985 zelf de koninginnen voor mijn eigen bijenstand (niet voor de verkoop). Je kan pas kwaliteit bekomen als je kan kiezen, en om een keuze te kunnen maken moet je over kwantiteit beschikken. Ik heb 20 productiekasten en teel elk jaar tussen de 40 en 60 koninginnen zodat ik een ruime keuzemogelijkheid heb. Ik overwinter 10 tot 15 Miniplus-kastjes (*) op 3 of 4 rompen zodat ik over een ruime reserve aan moeren beschik als er problemen zijn met mijn productiekasten. Omdat ik hobbyimker ben, en ook uit economische overwegingen, zijn de Miniplus-kasten slechts enkele
malen behandeld ( 3 keer op 17 jaar). Ik zag het nut van een behandeling tegen varroa in een Miniplus niet in omdat zo'n volkje vlug is samengesteld in de teeltperiode. Toch werd nauwelijks enig verlies door varroa-aantasting vastgesteld.
Gedurende al die jaren had ik slechts enkele verliezen omdat de wintervoorraad te klein was.
Ik moet bekennen dat ik mij tot voor drie jaar niet al te veel aantrok van de varroabestrijding : mijn productievolken werden slechts om de twee jaar behandeld met de toegelaten producten. In het jaar 2000 zag ik het echter niet meer zitten om producten te gebruiken die zowel voor de bijen als voor de imker schadelijk zijn. In 2000 - beter laat dan nooit - ben ik mij vragen gaan stellen bij deze werkwijze. Waarom verloor ik regelmatig een productievolk en nooit een kolonie op een Miniplus-kastje, terwijl de eerste toch behandeld werden en de tweede niet ? Toen kwam ik tot de conclusie dat het met mijn werkwijze in de Miniplus moest te maken hebben.