Honingbijen op drift
Geplaatst: wo 07 sep 2005, 21:19
Honingbijen op drift.
Zondag 3 juli werd West-Vlaanderen in de nacht geteisterd door onverwacht onweer. De regen bleef vele uren onafgebroken uit de lucht vallen. Na een warme periode lagen de velden er droog en hard bij. Beken en rioleringen konden die plotse hoeveelheid water niet slikken met overal grote overstromingen tot gevolg!
Mijn honingbijen staan in het natuurreservaat De Mandelhoek. Het terrein situeert zich tussen het kanaal Roeselare-Leie en de Oude Mandel en is 7,5 ha groot. Sedert eeuwen was dit gebied een moerassige zone, die regelmatig overstroomt werd door de Mandel. De moerassige zones van het stukje natuur in Ingelmunster en Izegem worden in stand gehouden voor de vele diersoorten, amfibieën en vogelsoorten.
Enerzijds maakt de vervuiling van het Mandelwater overstromingen ongewenst: de talrijke bemesting zou de flora banaliseren en de natuurlijke bewoners verjagen. Nog altijd overstroomt de rivier vele keren, maar om te vermijden dat het water het reservaatje binnen komt werd begin jaren '80 een hoge dijk gelegd. Juist stroomafwaarts hebben twee grote meersen een functie als overstromingsbuffer. Anderzijds is de normale evolutie van het moeras een verlandingsproces. Naast de moerassen en poelen bevat De Mandelhoek ook kleine bosjes, ruigten, droge en natte weiden. Door een aangepast beheer wordt getracht de vroegere soortenrijke flora van deze weiden te doen terugkeren.
Honingbijen komen er zeker aan hun trekken. In het voorjaar is er een explosie van wilgenbloei. Er staan hazelaars, engelwortel, bereklauw, klimop, bramen, meidoorn, valeriaan, kale jonkers, helmkruid, dagkoekoeksbloemen, pinksterbloemen, enz'¦.
De linde pronkt er met enkele mooie bomen, ze is ook te vinden in de nabijgelegen kasteeldreef. In het kasteelpark van Ingelmunster zijn ook bijenvriendelijke bloeiers te vinden, zoals grote kastanjebomen.
Wegens familiale omstandigheden was ik genoodzaakt om de bijenhal van mijn grootouders te verlaten en een nieuwe stek te zoeken. Het natuurgebied De Mandelhoek ken ik al vele jaren en '“ met de kennis van de plaatselijke flora '“ was ik enthousiast om er een bijenstand op te zetten.
Tijdens de winter werd er gelast en geschilderd aan twee bijenstandjes, dan de nodige afspraken met de conservator gemaakt om een goede plek te vinden. Begin 2005 trommelde ik enkele vrienden op om de bijenkolonies definitief te verhuizen.
De uitwintering van de honingbijen was in orde, alle kolonies sleepten felgele stuifmeelklompen de kast binnen. De meimaand was niet zoals verwacht van honingoogst, maar de bijen waren in goeden doen. Het zwermen werd verhinderd met kunstzwermen, voor de eerste keer deed ik mee met de overlarfdagen. Nog een drietal weken te gaan om nog eens te slingeren en het bijenseizoen zat erop. Het waren enkele arbeidsintensieve maanden geweest maar ik was zeer blij met het resultaat!
En dan komt die bewuste zondagnacht! Het was 12 jaar geleden dat de Mandel de beschermende dijk overstroomde. De volgende dag kon ik enkel vaststellen dat de bijenkasten enkele meters op drift waren gegaan, de rompen uiteen. Het water stond nog te hoog om een stand van zaken op te maken.
Na enkele dagen was het waterpeil veilig genoeg gezakt om met broer Wim alle kastrompen en bodems uit het water te halen. Alle bijen zaten verdronken tussen de raten, mooie aaneengesloten broedramen, stuifmeelvoorraden en honinggordels: alles was druipnat en rook naar stinkend water.
De druk van de varroamijt op onze kolonies is jammer genoeg een feit waar ieder van ons mee rekening moet houden. Na het slingeren van de zomerhoning moet er op één of andere manier behandeld worden. Ook ik had er al aan gedacht hoe het dit jaar aan te pakken. In één nacht waren er wel geen mijten meer '¦ maar ook geen bijen!!!
Maar ik ben te graag met honingbijen bezig! Dus die natte rompen werden afgewassen met een zeepsopje, gedroogd en terug met lijnolie geschilderd. De raampjes uitgesneden en proper gemaakt. Volgen
Zondag 3 juli werd West-Vlaanderen in de nacht geteisterd door onverwacht onweer. De regen bleef vele uren onafgebroken uit de lucht vallen. Na een warme periode lagen de velden er droog en hard bij. Beken en rioleringen konden die plotse hoeveelheid water niet slikken met overal grote overstromingen tot gevolg!
Mijn honingbijen staan in het natuurreservaat De Mandelhoek. Het terrein situeert zich tussen het kanaal Roeselare-Leie en de Oude Mandel en is 7,5 ha groot. Sedert eeuwen was dit gebied een moerassige zone, die regelmatig overstroomt werd door de Mandel. De moerassige zones van het stukje natuur in Ingelmunster en Izegem worden in stand gehouden voor de vele diersoorten, amfibieën en vogelsoorten.
Enerzijds maakt de vervuiling van het Mandelwater overstromingen ongewenst: de talrijke bemesting zou de flora banaliseren en de natuurlijke bewoners verjagen. Nog altijd overstroomt de rivier vele keren, maar om te vermijden dat het water het reservaatje binnen komt werd begin jaren '80 een hoge dijk gelegd. Juist stroomafwaarts hebben twee grote meersen een functie als overstromingsbuffer. Anderzijds is de normale evolutie van het moeras een verlandingsproces. Naast de moerassen en poelen bevat De Mandelhoek ook kleine bosjes, ruigten, droge en natte weiden. Door een aangepast beheer wordt getracht de vroegere soortenrijke flora van deze weiden te doen terugkeren.
Honingbijen komen er zeker aan hun trekken. In het voorjaar is er een explosie van wilgenbloei. Er staan hazelaars, engelwortel, bereklauw, klimop, bramen, meidoorn, valeriaan, kale jonkers, helmkruid, dagkoekoeksbloemen, pinksterbloemen, enz'¦.
De linde pronkt er met enkele mooie bomen, ze is ook te vinden in de nabijgelegen kasteeldreef. In het kasteelpark van Ingelmunster zijn ook bijenvriendelijke bloeiers te vinden, zoals grote kastanjebomen.
Wegens familiale omstandigheden was ik genoodzaakt om de bijenhal van mijn grootouders te verlaten en een nieuwe stek te zoeken. Het natuurgebied De Mandelhoek ken ik al vele jaren en '“ met de kennis van de plaatselijke flora '“ was ik enthousiast om er een bijenstand op te zetten.
Tijdens de winter werd er gelast en geschilderd aan twee bijenstandjes, dan de nodige afspraken met de conservator gemaakt om een goede plek te vinden. Begin 2005 trommelde ik enkele vrienden op om de bijenkolonies definitief te verhuizen.
De uitwintering van de honingbijen was in orde, alle kolonies sleepten felgele stuifmeelklompen de kast binnen. De meimaand was niet zoals verwacht van honingoogst, maar de bijen waren in goeden doen. Het zwermen werd verhinderd met kunstzwermen, voor de eerste keer deed ik mee met de overlarfdagen. Nog een drietal weken te gaan om nog eens te slingeren en het bijenseizoen zat erop. Het waren enkele arbeidsintensieve maanden geweest maar ik was zeer blij met het resultaat!
En dan komt die bewuste zondagnacht! Het was 12 jaar geleden dat de Mandel de beschermende dijk overstroomde. De volgende dag kon ik enkel vaststellen dat de bijenkasten enkele meters op drift waren gegaan, de rompen uiteen. Het water stond nog te hoog om een stand van zaken op te maken.
Na enkele dagen was het waterpeil veilig genoeg gezakt om met broer Wim alle kastrompen en bodems uit het water te halen. Alle bijen zaten verdronken tussen de raten, mooie aaneengesloten broedramen, stuifmeelvoorraden en honinggordels: alles was druipnat en rook naar stinkend water.
De druk van de varroamijt op onze kolonies is jammer genoeg een feit waar ieder van ons mee rekening moet houden. Na het slingeren van de zomerhoning moet er op één of andere manier behandeld worden. Ook ik had er al aan gedacht hoe het dit jaar aan te pakken. In één nacht waren er wel geen mijten meer '¦ maar ook geen bijen!!!
Maar ik ben te graag met honingbijen bezig! Dus die natte rompen werden afgewassen met een zeepsopje, gedroogd en terug met lijnolie geschilderd. De raampjes uitgesneden en proper gemaakt. Volgen