Bij mijn tweede bezoek werd mij direct naam en adres verstrekt van de conservator van het bijenteeltmuseum waar ik mijn vragen kon stellen, want in de verenigingsbibliotheek waren wel veel tijdschriften en een aantal oude boeken opgesteld maar er was geen informatie aanwezig over de collectie in Kacina. Robert Å mied bleek de secretaris van de vereniging te zijn en had mijn komst gemeld aan de voorzitter Lud#283;k Sojka die ons graag wilde ontvangen voor een gesprek. Er werd direct een goed glas oude mede ingeschonken. De voorzitter is vorig jaar in Nederland op bezoek geweest in het Bijenhuis in Wageningen, waar hij is ontvangen door Jos Plaizier en Rob Nijman. Verder heeft hij vrienden bij Amsterdam wonen, waar hij regelmatig op bezoek komt, zodat hij meer dan speciale interesse in Nederland heeft. Hij kende onze web-site Bijenhouden.nl en kwam mijn naam tegen nadat ik hem verteld had waarmee ik mij met de bijenteelt in Nederland zoal bezig houdt. Sojka zou graag de wederzijdse tijdschriften willen uitwisselen, zoals dat ook met andere bijenvereniging wordt gedaan. (Dit heb ik op het secretariaat in Wageningen inmiddels met Marga geregeld.) De imkerij in Tsjechie is na het vertrek van de Russen hard achteruit gegaan, namelijk van 80.000 naar 50.000 imkers, nu in aantal 10 keer het aantal imkers in Nederland. Het gemiddelde aantal volken per imker ligt echter nog op ruim 10.

Links voorzitter Ludek Sojka, in het midden secretaris Robert Å mied in het kantoor van de voorzitter. Foto Ilse Kok
Opvallend is dat de imkerij in Tsjechie ook voornamelijk gedragen wordt door hobbyisten, waardoor Sojka speciaal geïnteresseerd is in de aanpak van de Nederland, want ook de Tsjechische regering subsidieert de imkerij niet rechtstreeks. Echter wel door een belastingsmaatregel waardoor de inkomsten van imkers met minder dan 40 kasten onbelast blijven. Het effekt van deze belastingmaatregel resulteerde in een forse toename van het aantal bijenvolken per imker, bij een gelijktijdige daling van het aantal imkers. Dit effekt was echter van korte duur, want sinds 2004 daalt het aantal imkers en bijenvolken weer gestadig. Verder wordt het onderzoek aan bodemmonsters die elk voorjaar door alle imkers gratis aan gecrediteerde instituten in het voorjaar wordt opgezonden, gesubsidieerd. Hieruit wordt de verspreiding van de mate van varroa-besmetting en de besmetting met AVB sporen vastgesteld. De resultaten van dit onderzoek worden in het bijenblad gepubliceerd.
In november wordt in Praag een congres voor imkers georganiseerd waarvoor hij me uitnodigde. Zonder onvoorziene omstandigheden zal ik dit congres gaan bezoeken, wat om de twee jaar in Praag en in Bratislava wordt gehouden. Dit congres is een soort Apimondia bedoeld voor imkers uit midden en oost Europa, met als doel om de bijenhouderij in Tsjechie onder de aandacht te brengen en te bevorderen.
Voor de Tsjechiesche imkers<