Enkele uitspraken van Moritz:
- 1. Apis m. mellifera volken komen in Europa van nature voor. Waarmee bedoeld wordt, dat ze niet door mensen geïmporteerd zijn, zoals bv in Amerika en Azie, maar zich hier in Europa vanuit het Nabije Oosten zelf konden vestigen door de verandering van het klimaat. Ze worden op dit moment in hun bestaan bedreigd en zijn daarom vanuit het perspectief van natuurbehoud beschermwaardig. Verdienen eigenlijk een plaats op de rode lijst. Zo wordt het in de beleids/beheerdiscussies meestal niet gezien, vanwege hun afhankelijkheid en benutting door imkers. Beleidsmakers/beheerders zouden zich van die blinde vlek weg bewust moeten worden.
- 2. De dichtheid van het aantal bijenvolken per oppervlakte-eenheid is in Afrika 2 tot 4 keer zo groot als in Europa. Zelfs in de oases van de Kalahariwoestijn zijn er relatief meer dan in Europa.
- 3. Ook de genetische diversiteit bij volken in Afrika is 2 keer zo groot als in Europa.
- 4. Wilde bijenvolken zijn kleiner dan volken die door imkers gehouden worden voor een optimale honingopbrengst.
- 5. Kleine volken kunnen veel sneller op veranderingen, als ziekte, reageren met natuurlijke selectie.
- 6. Redenen voor de dramatische teruggang van Apis mellifera in Europa zijn o.a. het gebrek aan habitat voor bijen, de intensieve landbouw met de daarmee samenhangende verschraling van de drachtomstandigheden en het houden van grote volken door imkers.
- 7. Een land als Duitsland heeft vele jaren geprobeerd zich om te vormen van Apis m. mellifera tot Apis m. carnica land. Toch is de genetische diversiteit hoger dan in Italie, en nog veel groter dan in Spanje. In Spanje zijn nog veel volken
Romée
ICR, beefriendsprojecten:
http://www.beefriends.org
