Bijenhouden.nl

De Lederboom ( Ptelea trifoliata) uit de Wijnruitfamilie (Rutaceae) behoort tot de categorie fantastische drachtplanten, die nooit echt zijn doorgebroken of tot haar recht kwamen. In het begin vande 18e eeuw werd zij uit Noord-Oost Amerika naar Europa binnengebracht; zij siert sindsdien een aantal parken en tuinen, waar zij goed gedijdt en bezoekers verrukt doet staan door haar heerlijke geur en mooie uiterlijk. In onze imkertuinen kom je haar zelden tegen, volkomen onterecht; in mei/juni produceert zij een zee van trosvormige bloemen die haar geur over de gehele tuin verspreiden en in ruime mate onze bijen lokt; Koster waardeert de drachtwaarde hb[n]5; maar, zoals je op de afbeelding kunt zien, is de pollenwinst even groot. Het is een kleine boom of grote struik van plm.7 meter; een langzame groeier, maar toch op de afbeelding staat eenstruik die ik 3 jaar geleden als jonge loot pootte. Een aanrader!!


hennie oes

dank voor je tip, Hennie. Denk je na 40 jaar de bijenweide wel aardig te kennen, komt er toch nog een nieuw pareltje langs!

Zelf heb ik er 4 kleine van staan, alleen deze zijn beduidend trager gegroeid dan het exemplaar op bovenstaande foto.
Het drachtplanten boek van Hensels zegt het volgende over deze mooie boom:

"Vormt een 2-3 meter hoge boom met een typisch drielobbig blad. Bloeit in juni met geelgroene bloemtrossen die heerlijk geuren en zeer druk door de bijen worden bevlogen. Mag in geen enkele bijentuin ontbreken. Krijgt later gevleugelde vruchtjes. Zeer aan te bevelen in openbaar groen."

Hennie, op je (overigens erg mooie) foto staat dat de boom een pollenwaarde van 5 heeft, volgens imkerpedia is dit echter 0 http://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Drachtplanten
Ook overige websites staat overal als pollenwaarde 0. Weet je zeker dat je dit juist hebt ?

Hallo Ronnie,
De Lederboom komt er in de literatuur bekaaid af. Hensels prijst haar aan in zijn drachtplantengids als "een waardevolle drachtplant, die in geen bijentuin mag ontbreken" (pg 63) maar geeft de nectar/pollenwaarde niet op; andere gidsen vermelden de plant zelfs niet; Koster geeft op dat de plant alleen nectar levert en baseert zich waarschijnlijk op het feit, dat hij nergens een vermelding van pollen vindt; ik neem aan, dat Imkerpedia de vermelding van Koster overneemt.
Ik heb de plant in mijn tuin staan en zie dat bijen wel degelijk pollen verzamelen; vandaar mijn inzet bij het plaatje, waarop een verzamelaarster met pollen in haar korfje te zien is. Ik bevind mij daarmee in gezeldschap van het Lexikalisches Fachbuch van dr.Gisela Droege, Die Honigbiene, pg 230, die bij de Ptelea trifoliata vermeldt: "Gilt als guter Nectar- und pollenspender". Daarop heb ik mijn p = 5 gebaseerd, maar ik kan dat verder niet hard maken.
Meer ervaringen zouden zeer welkom zijn!!

Hier nog wat meer informatie:
http://edepot.wur.nl/142229

Ik zal dit jaar deze boom ook eens uitproberen.

Bij het lezen van de voorgaande berichten kreeg ik ook zin in het aanschaffen van de Lederboom.
Ik mis in de berichten welke eisen hij stelt aan de bodem enz. Ik hoop dat ik die eisen
niet over het hoofd heb gezien, want anders.........
Ik heb gelukkig één van m'n plantenboeken stand by liggen, dus bijdehand vanwege het hot item
'plantenexotenverbod'. Ik geef de Lederboom weinig kans om zich bij mij goed te ontwikkelen volgens
schrijver W.J. Hendriks van de 615 bladzijden dikke 'pil' ONZE LOOFHOUTGEWASSEN uit 1957,
uitgevers H,Veenman en Zonen te Wageningen.
Hendriks zegt : "Ptelea's verlangen het liefst LEEMHOUDENDE ZANDGROND en TAMELIJK VEEL LICHT."
Nou, zo'n plek heb ik niet. Jij óók niet, Jelte ? Niet getreurd ! Hendriks geeft ons meteen hoop
"Op MINDER VRUCHTBARE gronden wil hij ook wel goed groeien. Maar zorg wel voor licht".

Ik ga op zoek naar zaailingen of lage zijtakken, die ik tegen de grond aandruk door er een kluit
grond op te leggen of te verzwaren met stenen o.i.d, Dit heet : afleggers maken.

"Van Ptelea trifoliata bestaan 3 variëteiten; de auréa Behnsch heeft goudgele bladeren.
de variëgata Hort, geel gestreepte en gevlekte. Bij de mollis Torr.et Gray hebben jonge twijgen
en bladeren zachte haren" aldus Hendriks, waardoor ze mollig aanvoelen (zie de naam) aldus Zj

Hendriks zegt : "Ptelea's verlangen het liefst LEEMHOUDENDE ZANDGROND en TAMELIJK VEEL LICHT."
Nou, zo'n plek heb ik niet. Jij óók niet, Jelte?

Dank, je zjef!
Dat heb ik wel! Ik heb een prachtige leemhoudende nogal natte rivier grond (komt door ligging = naast rivier). Nu zijn er wal afgravingen (vermoed ik ) geweest, maar over het algemeen is het nog altijd een erg voedselrijke grond.

Hello,

En toen gaf ik deze boom door aan een drachtbomenplantproject hier in de buurt, die mensen blij en ermee aan de gang, en kwam ik nog een stukje info tegen.

Van nature groeiend op droge rotsachtige hellingen in berggebieden van oostelijk Noord-Amerika en Mexico. De losse kroon is rond en open en de plant is aromatisch in alle delen. De gladde bast is grijsbruin, later iets gegroefd en licht afschilferend. Eenjarige twijgen zijn groen, oude twijgen geelbruin. Het blad is 3-tallig en geurend. De herfstkleur is geel. De onopvallende, kleine bloemen staan in tot 8 cm grote pluimen en geuren vooral sterk in de avonduren. De circa 2 cm grote, platte nootvruchten staan in dichte pluimen en zijn geelgroen. Ze lijken op vruchten van de Iep. 'Ptelea' is oud Grieks voor Iep. De vruchten verdrogen aan de plant en blijven sierlijk tot ver in de winter. Het is een uitstekende drachtplant waar veel bijen en hommels op vliegen. In cultuur weinig voorkomend.

http://www.vdberk.nl/boom/ptelea-trifoliata#

mvg

erik.