Eerste uitkomsten Monitor Uitwintering Bijenvolken 2016

[jjmvaningen]

Vandaag (30 juli 2016) een mail ontvangen van NCB (Romee van der Zee) met voorlopige gegevens:

""""""""""""""""""""""Beste imker,

Hartelijk dank voor uw medewerking aan de Monitor Uitwintering Bijenvolken 2016. De jaarlijkse monitor naar omvang van wintersterfte en mogelijk verklarende factoren wordt sinds 2003 in Nederland uitgevoerd. Vanaf 2007 ook in de meeste Europese landen. Doordat in al die landen dezelfde vragenlijst gebruikt wordt is een goede vergelijking mogelijk.
Wat leverde de Nederlandse analyse van de 2016 data (voorlopig) als uitkomst op:

1. In totaal 1428 imkers, die bijenvolken inwinterden, vulden de vragenlijst goed in. Met goed wordt bedoeld dat het aantal dode volken + het aantal volken met onoplosbare koninginnenproblemen lager of gelijk was aan het aantal ingewinterde volken.

2. Het percentage dode volken na de winter lag op 7,44% (betrouwbaarheidsinterval 6,74-8,21).

3. Het percentage volken met onoplosbare koninginnenproblemen na de winter lag op 3,34% (betrouwbaarheidsinterval 2,95-3,83).

4. Het totaal aantal volken was na de winter afgenomen met 10,78 % (betrouwbaarheidsinterval 9,95-11,71).

5. Zoals in voorgaande jaren was de kans op wintersterfte significant lager als de bestrijding van de varroamijt zowel in zomer als in de winter werd uitgevoerd.

6. De imkers, die aangaven dat hun volken met jonge koninginnen slechter uitwinterden dan die met oude koninginnen, hadden een hogere sterftekans vergeleken met imkers van wie de volken met jonge koninginnen juist beter uitwinterden.

7. Volken van imkers die geen koolzaaddracht konden benutten hadden een lagere sterftekans vergeleken met volken die dat wel konden.

8. Volken met veel aardappelteelt in de nabijheid van de stand ondervonden een hogere kans op wintersterfte vergeleken met volken zonder aardappelteelt in de omgeving.

9. Volken met veel natuurgebied in de nabijheid van de stand ondervonden een hogere kans op wintersterfte vergeleken met volken met weinig natuurgebied in de omgeving.

10. Een van de sterkste factoren was het percentage ingewinterde volken met onoplosbare koninginnenproblemen na de winter. Hoe hoger dit percentage hoe hoger ook het percentage dode volken.

Dit zijn voorlopige uitkomsten, die nog kunnen veranderen. In de eindanalyse worden behalve de antwoorden uit de vragenlijst ook nog andere gegevensbronnen gebruikt. Met name het agrarisch grondgebruik om de bijenstand en het weer. In de eindanalyse wordt ook onderzocht waar de sterfte zich vooral voordoet.
Ik houd u van een en ander op de hoogte.

Met vriendelijke groet
Romée van der Zee

Nederlands Centrum Bijenonderzoek""""""""""""""""""""

[FrancA]

Vandaag (30 juli 2016) een mail ontvangen van NCB (Romee van der Zee) met voorlopige gegevens:

9. Volken met veel natuurgebied in de nabijheid van de stand ondervonden een hogere kans op wintersterfte vergeleken met volken met weinig natuurgebied in de omgeving.

Drachtarme natuurgebieden?
Te veel honing afgenomen / te weinig bijgevoerd?
De bijenkasten te koud en / of te nat gesitueerd?
?
Overigens een mooi overzicht en best lage sterftecijfers

[joselito]

Dit onderzoek stelt niet veel voor ondanks de goede bedoelingen.
Daarvoor zijn de aantallen te klein.
Alleen de wintersterfte is interessant.

[Hans van der Post.]

Dit onderzoek stelt niet veel voor ondanks de goede bedoelingen.
Daarvoor zijn de aantallen te klein.
Alleen de wintersterfte is interessant.

Hoe zag het onderzoek van uitwintering 2016 in België er uit?

[joselito]

Hoe zag het onderzoek van uitwintering 2016 in België er uit?

Nog niets over vernomen. Zelf heb ik ook iets dergelijks ingevuld maar heb de resultaten nog niet gezien.

[joselito]

Ook hier staan er nu cijfers op de website.
http://www.coloss.org/announcements/los ... pendix.pdf