Ter Info:
Honingdauwhoning.
Er is honing en honingdauwhoning. Wat zijn de verschillen?
Het honingbesluit vermeld twee soorten honing, nl florale-honing bereid uit bloemennectar en honing van insecten, ofwel, “afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten”.
Hoofdzakelijk de luis consumeert het sap van bladen voor hun noodzakelijke proteïnen. Het sap bestaat vooral uit water en suiker met slechts een 1 a 2% proteïne. De luis moet dus zeer veel verwerken om voldoende proteïnen binnen te krijgen en wat overblijft wordt dus door de luis uitgescheiden. Juist! Luizenpoep! Eind juni was de onder begroeiing van struiken en begroeiing geheel bedekt met die kleverige substantie. Luizen waren op dat moment echt talrijk in de tuin(en) aanwezig. De uitgescheiden vloeistof verdampt snel en de bijen verzamelen dat in hoofdzaak in de ochtend en de avond. Planten die het produceren zijn vooral bomen, zoals o.a. Linde, Wilg, walnoot en kastanje. De bijen verwerken het dan verder als normale nectar waardoor er een mix ontstaat. Het verkrijgen van deze honing is zeer afhankelijk van klimaat en weersgesteldheid. Wordt er zeer veel verzameld dan mogen we spreken van Honingdauwhoning.
Een honingsoort die in ons gebied zelden voorkomt maar afgelopen jaar op veel plaatsen werd geoogst. De honing is zeer donker van kleur, dikker, en smaakt minder zoet met een kruid-, schors- en aard- achtige nasmaak. Kristallisatie treed ook bijna niet op.
De honing is zeer rijk aan mineralen zoals ijzer, aminozuren en oligo-elementen – dat zijn o.a. magnesium, zink, fosfor, kobalt en zwavel de z.g sporenelementen. Hierdoor heeft deze honing ook een hoog antioxidant gehalte en is daardoor zeer geliefd door sporters en zou een goede werking hebben op het zenuwstelsel en hersenactiviteiten. Het werkt minder snel dan bij een hoger glucosegehalte van florale honing.
Maar hoe weet je nu of je geoogste honing ook echt honingdauwhoning genoemd mag worden? Dat kan je meten en onderzoeken.
pH waarde ligt tussen de 4,5 en 5 en de elektrische geleiding is hoog n.l tussen de 1100 en 1600 µS/cm. Ook de rotatie is een indicatie alsmede pollenoverzicht en peroxide activiteit.
Door het hoge minerale gehalte en reststoffen is het ongeschikt om de bijen hierop te laten overwinteren.
Gaan we de honing van zeer dichtbij bekijken dan zien we onder de microscoop een geheel ander beeld dan bij florale honing. In deze honing komen schimmelsporen voor als ketens. Deze honingdauwgisten veroorzaken geen gisting van de honing maar behoren tot de suikertolerante gisten en lijken op Nosema-sporen. Verder zien we veel calciumoxalaatgruis. Deze bijzonderheden zijn in florale honingen niet of zelden aanwezig en duiden dus op honingdauwhoning.

- honinggisten en oxalaatgruis
- image079.png (253.15 KiB) 9194 keer bekeken
Peroxidegehalte is bovengemiddeld met 25microgram/gram/uur. En na 8 uur loopt dit op tot de gemeten waarde 125. Bij florale honing neemt deze waarde altijd af na een uur.
Rotatie of draaiing van florale honing is linksdraaiend en te meten met een polarimeter of met polarisatiefilters. Honingdauwhoning heeft een positieve of rechtsdraaiende rotatie.
In Duitsland en Frankrijk is deze honing zeer gewild en worden er flinke prijzen voor gevraagd. Zoekend op het WWW zie je ook hier bedragen staan van €10,00 voor een flacon van 450gram. De honing is hier onbekend maar bij het proeven van de consument valt de uiteindelijke keuze toch vaak op honingdauwhoning dan op bloemenhoning. Komt het door het klimaat dat we dat nu konden oogsten? Misschien moeten we weer vele jaren wachten tot we deze BIJzondere honing hier weer van onze bijen kunnen verwachten.
Foto van gisten en tekst; Gerard Vos
(geplaatst in Informatiegids Imkers Ruinen 2015-2016
http://www.ruinerimkers.nl/)
Meting en test zullen dus uitwijzen welke kwaliteit je honing zal hebben
