Pagina 1 van 1

Aan de Bijen. - 1923 - H. van Laar.

Geplaatst: do 10 nov 2005, 15:16
door Hans van der Post.
Bij het bewerken van het jaargang 1923 gelezen:
Hans


Aan de Bijen.

De tak is kaal en dor de wei,
Toch zing ik thans geliefde bij,
Opdat gij straks zult zingen.
Ik weet U dreigt de hongersnood
En zal na korten tijd de dood
Uw woning binnen dringen.

Doch 'k zal, daar ik Uw vriend steeds ben,
Nog trachten, om door inkt en pen
U uit den nood te redden,
En dat ik straks voor dezen zang
Wel spijze naar uw lust ontvang,
Dat durf ik vast wel wedden.

Vertoon' zich op mijn kraag althans
Een zilv'ren bij in reinen glans,
Die men mij ging vereeren,
Dit spoort mij des te meer nog aan,
Om door uw werking ga' te slaan,
Mijn kennis te vermeêren.

Als deze poging mij gelukt,
Dan hoeft gij niet meer zoo bedrukt
In uwe cel te kruipen,
Maar zal de zoete suikerstroop,
Alleen in 't bijenhuis te koop,
U van de vlerkjes druipen.

Doe uwe maag dan flink te goed,
Opdat zoodra een overvloed
Van bloem en bloesems beide
De gaarden en de velden siert,
Gij gonzend door het luchtruim zwiert
Zoo opgeruimd en blijde.

Hebt gij door ijver en geduld
Uw korf met honing dan gevuld,
Als Wijnmaand is genaderd,
Dan zingt gij lieve honingbij
Het meeste en het best voor mij,
Voor 't geen gij hebt vergaderd.


November 1923, Lutten, H. VAN LAAR.