In de jaren 70 werden de bodems van kasten voorzien van een zgn varroa-bodem.
Een gaasbodem aan de onderzijde waardoor de varoa valt met daaronder een lade om ze te kunnen tellen.
Mooi meegenomen, reisraam niet meer nodig. De bodem zorgt met verwijderde lade meteen voor de nodige ventilatie tijdens het reizen.
Toch een paar kanttekeningen bij de gaasbodem :
1. De kastbodem is aan de onderkant kwetsbaar. Gewas kan naar binnen groeien door het gaas, dat dan kapotgetrokken kan worden bij het wegpakken van de kast. Bij het neerzetten van de kast kan het gaas doorgeprikt worden of losscheuren.
Er gaan dagen voorbij dat het niet gebeurd. Maar het kan knap lastig zijn als je je volken van verweg komt halen.
En ...
2. Bijen zijn niet altijd blij met die gaasbodem en kitten hem dicht. Soms tot ver over de helft.
Vals licht, valse trek, tocht. Maakt niet uit, op de ventilatiegrootte kun je niet ongezien rekenen.
Tijdens een discussie over de segeberger kast kwam de Celle-bodem ter sprake.
Buiten het forum om is een enthousiaste email-discussie ontstaan tussen Ivar, Stefaan en ik.
Het voorlopige resultaat daarvan willen we het forum niet onthouden.
Ivar heeft wat foto’s gemaakt voor een kleine impressie.
Het principe is voor elke kast geschikt. Voor de werktekening zie nogmaals :
http://cdl.niedersachsen.de/blob/images ... 71_L20.pdf
Wat direct opvalt aan de Celle-bodem :
1. De verhoogde bodem is aan de onderzijde dicht.
De reden zou zijn, dat varoa-controle niet het hele jaar hoeft te gebeuren.
Hiervoor kan een losse bak of vel papier tijdelijk op de bodem geschoven worden via het luikje aan de achterzijde.
2. De achterzijde kan naar keuze met een gaasraampje, plankje of combinatie(omkeerbaar) afgesloten worden.
De ventilatieeigenschappen kun je dus makkelijk regelen.
Het is tevens een toegangsluikje voor de &'˜varoa-bak’, snelle controle op volksgrootte, voeren etc.
3. De voorzijde kan op dezelfde manier afgesloten worden bij b.v. reizen
4. Het vlieggat-bord is 6 cm naar achteren geplaatst met mogelijkheid
tot snelle aanpassingen aan de omstandigheden, zoals verkleinen, muizengaas etc.
De voor-aanblik van de kast verandert daarbij miniem voor de bijen.
5. Er zijn 2 vlieggaten. Bovenaan in het bord is een spleet gevreest.
Waarschijnlijk voor de eerste fase een volkje in ontwikkeling. De onderste wordt in dat geval voorlopig dichtgehouden.
(Op de floriade stond een grote observatiekast met een dikke buis naar buiten. De inkomende bijen gingen toen duidelijk lopend over de bodem. De uitgaande bijen vlogen bovenlangs. Zo hinderden zij elkaar niet. Misschien heeft 2 vlieggaten ook zo'n functie).
6. De onderruimte kennen we al van de segeberger. Hierin kunnen de bijen naar harterlust uitzakken.
Een houten plaat (bousperre) kan wildbouw aan de onderlatten van de ramen voorkomen. Is niet per se nodig.
De klosjes zorgen, dat deze niet verschuift en dat er een kier open blijft voor de vrije doorgang voor de bijen.
We noemen hem de Echte-Cellebodem. Hij is niet in de handel.
Dat wordt zelf (laten) timmeren dus.
De Cellebodem, die we in de handel gezien hebben, heeft wel de naam, maar niet de eigenschappen !
In Celle is vast en zeker lang en goed nagedacht over deze bodem.
Het zou leuk zijn als medeforumers een aanvulling hebben
op dit ontwerp of onze interpretatie.
met vriendelijke groet
Hans Hoogendoorn.

de echte Celle-bodem. let op, werktekening en fotoos tonen kleine verschillen.