darrenselectie

[maartenkleijne]

Al jaren probeer ik bij elkaar bij elkaar te piekeren hoe natuurlijke selectie bij bijen eigenlijk werkt. Het is ingewikkeld en anders dan bij kanaries of guppies.

Denkt u even met mij mee:
Een moer (F1) heeft genen van een moedermoer (M0 genen) en een vaderdar (P0 genen).
Ze brengt twee soorten darren voort: M0-darren en P0-darren.
Even crossing-over daargelaten, maar dat komt, dacht ik, bij haploide nageslacht niet of nauwelijks voor.

De F1 moer is zelf bevrucht door 20 darren (P1-20) en kan dus maximaal 40 soorten moeren voortbrengen:
-20x M0+PX(1-20)
-20x P0+PX(1-20)
Binnen 1 F1 imme zien we dus de grootste variantie in de F2 moeren, waaruit we de beste kunnen selecteren.

Maar als we kijken naar de bijen als populatie van alle aanwezige immes, hebben de aanwezige darren de meeste variatie in de aanbieding.

Rene heeft mij overtuigd dat darren tot 40KM ver vliegen:
'˜Dit is wetenschappelijk bewezen door darren te merken en deze tot op wel 40 km van de stand terug te vinden in andere volken.'

Dat wil zeggen dat een bronstige moer potentieel bevrucht kan worden door vele duizenden darren, die van heinde en verre aan komen vliegen, waarvan er maar ca. 20 in de prijzen vallen.
Bovendien kan het zo zijn dat een jonge moer van 2006 in 2004 rondvliegt in de vorm van de genen van 2 darren die door tussenkomst van jonge moeren van 2004 en 2005 uiteindelijk met elkaar tot moer in 2006 verenigd worden.
Dat stemt tot nadenken over de selectie eigenschappen die een dar tot bevruchtende dar kunnen promoveren.

Wat ik er van begrepen heb zijn dat vooral drie dingen:
1. De dar moet heel vliegvlug zijn, met een grote actieradius, en grote snelheid, want de te bevruchten moer is ook heel snel.
2. Hij moet uitzonderlijk oriëntatie vermogen hebben, niet alleen de weg weten in het landschap, maar ook de immes kunnen vinden waarbij gaat logeren, en zich kunnen informeren over waar een bronstige moer te verwachten is.
3. Hij moet een grote '˜sociale intelligentie' bezitten om zich elke avond desnoods bij een andere imme welkom te weten en de volgende dag weer goed verzorgd en gesterkt op pad te gaan. Bovendien moet de bronstige moer hem '˜zien zitten', want verondersteld wordt dat moeren een dar die ze niet zien zitten, te snel af zijn.

Toen vorige eeuw de roep om import van allochtone bijen ontstond was de populatie van autochtone darren nogal gedegenereerd:
Eeuwenlang werd door de korfimkerij met name gericht op de heidedracht '“onopzettelijk- geselecteerd op:
-maximale zwermlust
-redelijk grote agressiviteit
-het jaarlijks afzwavelen van de beste volken

Dus toen de eerste allochtone bijen hier kwamen, was de aanwezige inheemse, dominante darrenpopulatie van abominabele kwaliteit.
De toevoeging van een beperkte hoeveelheid allochtone darren maakte in eerste instantie dat het er niet beter op werd, integendeel: toen werd het helemaal een allegaartje, oftewel een soepzootje.
Inmiddels echter zijn alle goede genen die misschien ooit in de inheemse populatie verloren zijn gegaan, wel weer via import van alle mogelijke vreemde rassen teruggekeerd.

Dus nu denk ik dat we een halve eeuw later met z'n allen bezig zijn een stabiele populatie van dominante topdarren te veroorzaken.
Juist de diversiteit van de individuele doelstellingen van de bloedgroepen, qua rassen, onder de imkers draagt bij aan de maximalisatie van de diversiteit en tenslotte aan een stabiele, gevarieerde genenpool van de Nederlandse darren.
Dan krijgt Piet alsnog zijn zin en zijn we inheemse '˜BUCA's' aan het maken, in Frislan ZWABUCA's geheten.

Nou, ik ben er nog niet uit, maar probeer toch iets te begrijpen.

Mijn Italiaanse neef leert me dit:
-een volk dat in april meer dan vijf ramen bezet (hij werkt met broedkamers ongeveer dadant formaat) moet direct gesplitst worden.
-deze volken beginnen al heel vroeg met het aanzetten van darren.
-dat levert broedafleggers op met dochters van de beste moeren bevrucht door de voorjaarspop

[Hans van der Post.]

Maarten en andere lezers lees hoe het zit.

De lezing; darren door Henk Kok is nog na te lezen beter gezegd op te halen
http://www.nordined.nl/ktc.zip denk er wel aan dat het een bestand is van 4,23 MB wat met een "gewone" modem (60kb)enige tijd duurt.

[Els Kleijnendorst]

Maarten,
de imkers in 1929 hadden al een eenvoudige methode bedacht om de moeren van darren te voorzien die door de imker gewenst waren. Aan het eind van het artikel komt het ter sprake, zie http://www.bijen.info/forumzoek/topic.asp?TOPIC_ID=6186