Bevan kast
Zoals toegezegd hieronder een aanvulling op de beschrijving van de Bevan kast zoals die op imkerpedia staat. De Bevan kast is onder meer interessant omdat dit de kast was waar Langstroth mee werkte voordat hij met zijn eigen kast met ramen kwam 1) en hij waarschijnlijk door deze kast is beinvloed. Er zijn twee versies van het boek en de kast van Bevan die belangrijk van elkaar verschillen. Tot voor kort had ik alleen de uitgave uit 1827. De boeken zijn (gratis) via internet te downloaden. De beschrijving op imkerpedia is duidelijk gebaseerd op de 1843 uitgave.
Bevan noemt zelf in de 1827 uitgave van zijn boek zijn kast een Keys kast waaraan hij de volgende aanpassingen heeft gedaan. De zes latten die in de Keys kast los zitten heeft hij vastgezet, hij heeft de vliegopeningen in de afzonderlijke bakken vervangen door een vliegopening in de bodemplaat en heeft een middenplaat toegevoegd die tussen twee afzonderlijke bakken werd geplaatst. Alle drie de aanpassingen zijn gedaan om het gebruik van een ‘divider’ te verbeteren. Een divider, al gebruikt door Keys, bestond uit 2 metalen platen die tussen twee bakken moest worden gedrukt en die het mogelijk maakte om een bak toe te voegen zonder de kast echt te hoeven openen. In deze versie van de middenplaat had die middenplaat in het midden een opening van ongeveer 10 bij 15 cm zonder latten. De raat in deze kast werd in warbouw gebouwd. Bevan gebruikte hier dus geen starterstrips. Dat zou in deze kast ook geen zin hebben hebben gehad. In een kast van ruim 30 cm breed met 6 latten zou, ook al zou je starterstrips gebruiken, toch in warbouw gebouwd worden. Volgens het boek van Bevan werd er door andere imkers al wel geëxperimenteerd met latten met starterstrips. Bevan zag daar toen nog niets in. Hij meende toen dat de bijen de raten toch vast aan de wanden zouden bouwen en dat daarom de raten toch niet uit de kast genomen zouden kunnen worden. Op imkerpedia wordt gesuggereerd dat in deze versie van de Bevan kast de raatafstand gebaseerd is op die zes latten. Dat is dus zeker niet zo. Zoals gezegd in deze versie was er sprake van warbouw.
In de 1843 versie van zijn kast heeft Bevan de volgende aanpassingen tov de versie 1827 gedaan. De kast was wat smaller gewordenen, was nu iets minder dan 30 cm, en voorzien van zeven losse latten die dus veel dichter bij elkaar zaten dan in de oude versie. Verder werden die latten voorzien van starterstrips. Ook de opening in de middenplanken werd nu voorzien van latten die precies boven de latten van de bak eronder moesten uitkomen. De opening zelf in de middenplank kon nu iedere vorm en grootte hebben. In de beschrijving is onduidelijk waar die latten op de middenplank precies zitten. Ik meen dat die in de opening van die middenplank moesten zitten; als die op of onder die middenplank zouden zitten dan zou de kast niet sluiten. Het is in deze versie duidelijk dat de raat niet meer in warbouw is, maar keurig recht aan de latten. M.i. was de functie van de latten op de middenplank om te voorkomen dat de bijen de raat van de latten van de bovenste bak aan de latten van de bak eronder zouden vastmaken. In deze versie is, ondanks de ogenschijnlijk kleine verschillen met de versie 1827, de kast principieel anders dan die versie van 1827. De versie 1827 zou je qua imkermethode nog een Keys kast kunnen noemen, terwijl de versie 1843 de echte Bevan kast is. In beginsel waren in deze versie de raten al min of meer mobiel en kan dit worden gezien als voorloper van de ramen van Langstroth. Ik vermoed dat Bevan tot het inzicht was gekomen dat het probleem van het vastmaken van de raat aan de wanden minder groot was dan hij aanvankelijk dacht. Waarschijnlijk gebeurde dat vastmaken aan de wanden vooral in de bovenste bak. (dat is tenminste mijn ervaring met de warre-kast. In de bovenste 15 tot 20 cm van de bovenste bak wordt de raat aan de wanden vastgemaakt, in de bak(ken) eronder niet of nauwelijks. Er bestaan foto’s van een glazen warre-kast van Marc Gatineau waar dat ook goed op te zien is).
Nog een opmerking over de middenplank. Die moest net als de bodemplank ongeveer 2,5 cm dik zijn. De latten waren ongeveer 1,25 cm dik. Indien deze latten in het midden van (de dikte van) die middenplank werden bevestigd dan onstond er een ruimte tussen de latten van deze middenplank en de latten van de bak eronder van ongeveer de bijenruimte! Jammer dat het boek niet vermeldt hoe die latten bevestigd moesten worden.
1) Gene Kritsky, the quest for the perfect bee-hive, blz 110.
Jos
bevan kast
- Albert Stoter
- Berichten: 1210
- Lid geworden op: ma 21 jun 2004, 16:01
- Locatie: Apeldoorn
- Contacteer:
Re: bevan kast
Bedankt Jos, ik zal deze informatie in Imkerpedia verwerken.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 6 gasten