Overigens maakt mijn cameraatje op dit moment slechte foto's. Ze zijn veel te donker. Ik heb een Panasonic DMC-FX10. Ik heb alle foto's moeten bewerken om ze toonbaar te krijgen en sommige heb ik moeten weggoien omdat ze veel te donker waren. Mocht een goede amateurfotograaf weten wat ik verkeerd doe, dan hoor ik het graag.
Desalniettemin, leun achterover; kijk en lees. Commentaar, suggesties, ideeën en vragen zijn zeer welkom.
Dit zijn ze dan, volledig in bedrijf, mijn drie lattenkasten. Twee winters geleden gebouwd, vorig jaar twee ervan gevuld met knollen van voorzwermen en dit jaar nam ik ook de derde en laatste in gebruik. Mijn ideaal was om te imkeren met rommel en afval. Dat was een waardeloos ideaal. De kasten werken op dit moment prima, maar als ik ooit nog eens nieuwe ga bouwen ter vervanging van deze, dan ga ik beter spul gebruiken. Dat zal vanzelf duidelijk worden.
Deze kasten zijn gemaakt van een oude boekenkast van de Ikea: 'Ivar', je kent hem vast. Inferieur vurenhout dus. Voor de buitenkant gaat dat prima, zoalng je het hout maar goed bewerkt, maar voor de bouwschotten gaat dat niet prima, omdat die kromtrekken. Bovendien werkt dat vuren veel te veel, waardoor het rondom de bouwschotten gaat kieren.
Ik heb de vlieggaten aan de lange zijde gemaakt, omdat ik hoofdvolk en kunstzwerm wil huisvesten in dezelfde drie kasten. Op die manier heb ik geen extra materiaal nodig. Omdat beide volken onder één dak zitten en de kasten voorzien zijn van vlieggaten in het midden, is het eenvoudig mogelijk om de beide volken te verenigen.
De deksels zijn gewoon plat, zoals je gezien hebt. Dat werkt prima. In het deksel zit een flinke plak isolatiemateriaal en rondom de buitenkant heb ik van dat asfasltspul aangebracht met een grote gasbrander. Veel latten zijn verzaagde planken uit de opslag van een handvaardigheidlokaal, vandaar die bonte bende. Voor de latten kun je rustig inferieur spul gebruiken. Dat luistert veel minder nauw. De Praxis verkoopt trouwens latten van 1,8 dik en 3,5 breed, precies wat je nodig hebt.
Het gereedschap. Dat je een beroker nodig hebt, snappen we. Alhoewel, lattenkastgoeroe Philip Chandler (biobees.com) beperkt zich tot de plantenspuit. Schijnt ook goed te werken. Verder gebruik ik altijd een kastbeitel om de latten los te wrikken: ze worden goed vastgekit. Ik heb altijd een ganzenvleugel bij de hand, die volgens mij veel beter werkt dan een vegertje. Dan heb je een of ander gekarteld mes nodig om incidenteel wat raat los te snijden van de wanden. Dat probleem is heel klein. De schuine wanden lijken inderdaad goed te werken. Een korfmes bewijst ook goede diensten, omdat je daarmee lekker diep in de kast kunt komen. Heel soms zit er wel een kantraat vast aan de korte wand. In dat geval is een korfmes ook handig. Soms gebruik ik het korfmes ook nog om wat rommel van de bodem te schrapen of te verwijderen.
Omdat ik van dat inferieure materiaal heb gebruikt en de kast rondom de bouwschotten kiert, zoals ik al zei, is enig lapwerk met schuimrubber onvermijdelijk. Verder trekken die bouwschotten krom, als je ze van vuren maakt. Ik had het kunnen weten. Dus heb ik er maar zo'n latje tegenaan geschroefd om ze recht te houden. Het werkt gelukkig. Het verdient niet de schoonheidsprijs, ik weet het, maar iemand moet het baanbrekende werk verrichten, niet waar?
Voordat ik de raten ga bekijken, schuif ik de latten een stuk uit elkaar. Nu kan ik heel mooi de latten er een voor een uitnemen en inspecteren. Je begrijpt al dat het sluiten van deze kast een geduldig karweitje is, omdat je geen bijen wilt pletten. Om dat bijen pletten te voorkomen, gebruik ik natuurlijk wat rook. Verder jutter ik met de latjes en probeer ik ze vlak langs elkaar omlaag te schuiven, zodat de bijen óf op, óf onder de lat terechtkomen. Het is geduldig werk dus, maar het lukt verder prima.
Als je de ene lat met raat wegschuift van de andere, dan blijken de bijen op de beide raten zich altijd aan elkaar vast te klampen. Ik maak de bijen voorzichtig van elkaar los en ik probeer de raat net ver genoeg weg te hangen, zodat de bijen zich niet opnieuw aan elkaar gaan vastklampen terwijl ik andere raten bekijk. Op die manier kun je de raten er ongehinderd uitnemen. Overigens zijn de bijen in deze kasten opvallend zachtaardig. Ik heb zeer sterk de indruk dat dat aan het ontwerp van de kast ligt. Je schuift de raten in horizontale richting van elkaar weg en vervolgens verliezen de bijen op die raat het contact met de bijen op de raten ernaast; dat zal er zeker iets mee te maken hebben.
Ik vind de raten toch opvallend stevig. De kans dat een raat afbreekt is klein. Als de raat niet al te zwaar is en hij is een keer bebroed geweest, dan kun je hem afslaan alsof het een bespannen raampje is. Het gevaar van breuk is er eigenlijk alleen als de raat vers is en ramvol zit met honing en broed. Dan is het oppassen geblazen.
Afgelopen winter heb ik drie bevruchtingskastjes gemaakt. Ze zijn gemaakt van piepschuim. Ik heb ze met polyurethaanverf ingesmeerd, op advies van een forumdeelnemer. Ik geloof dat het 'willem' was. Als je het piepschuim onbehandeld laat, dan bestaat natuurlijk de kans dat de bijen aan dat piepschuim gaan knagen. Het is niet gebeurd. Op deze manier heb ik twee Buckfast-moeren van Hennie Kroese aan de praat gekregen. Ik heb ze ingevoerd door de raten van de lattenkast een stuk uit elkaar te hangen en de kast ongeveer een half uur lang in die toestand te laten. De bijen lijken dan volkomen weerloos te worden. Dan hang je de raat uit het bevruchtingskastje met de leggende moer erop zo in de lattenkast.
Als de bijen aan weerszijden van het nest veel ruimte krijgen, dan blijven ze maar bouwen. De raten worden dan niet veel langer dan deze, terwijl er naar onderen toe echt ruimte zat is. Het is mij dit seizoen niet gelukt om er honing uit te krijgen, omdat het broed zich over alle raten verdeelde. Vervolgens vraten ze in de beroerde zomer hun hele voorraad op. Afgezien daarvan vond ik dat er niet zo overdreven veel honing in zat. Het zou zomaar kunnen dan zo'n volk veel te veel honing omzet in raat. Maar in principe kunnen in mijn lattenkasten de raten uitgroeien tot formaatje combiraam, wat incidenteel ook wel gebeurt. Volgend seizoen wil ik de bijen dwingen naar onderen te bouwen, door ze niet al te veel ruimte te geven in de breedte. Vervolgens zit ik te vlassen op de toepassing van verticale koninginnenroosters om slingerbare honingraten te krijgen. Dat slingeren wil ik gaan doen met de 'labordoos'. Daarvan heb ik er drie gemaakt. Googel die term even en je weet meer.
Voeren is geen probleem: zet er een voerbak in. Maar varroabestrijden is wel een probleem. Als het volk broedloos is, kun je natuurlijk gewoon benevelen met oxaalzuur. In het geval van oxaalzuur ben ik er ook niet zo bang voor dat je je honing verpest. Bestrijden met mierenzuur of thymovar in juli is lastiger. Ik heb daar wel trucjes voor. Je kunt een plak tymovar met een punaise op de achterwand vastprikken en op een of andere manier de gaasbodem afsluiten. Je zou ook mierenzuur kunnen verdampen met een Nassenheider verdamper die je onderop een lat gemonteerd hebt. Maar in die gevallen ben ik toch bang voor verontreinigingen in de honing. Immers, álle raten zijn in potentie te oogsten honingraten! Daarom beperk ik de bestrijding maar tot twee keer per jaar oxaalzuur: één keer in de late lente en één keer in de winter, als de volken broedloos zijn dus. Dat moet maar goedgaan.
Helemaal niemand heeft mij om al dit gezwam gevraagd. Toch hoop ik dat je het met plezier gelezen hebt. Ach, voor de draad ermee, ik ben gewoon een beetje trots op mijn kasten.
Groet,
Bart