
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren allerlei levensmiddelen slecht te krijgen of onbetaalbaar. Daarom ging men massaal op zoek naar surrogaten. Ik geloof dat er complete kookboeken over geschreven zijn. Trouwens, ook in de crisisjaren werden er in de Europese keukens ook heel wat surrogaten verzonnen volgens mij.
Ik was vandaag op een kerstmarkt in het Gelderse dorpje Baak, op fietsafstand van Zutphen. Het dorp heeft een reusachtige en even prachtige laat-negentiende-eeuwse kerk en daarbinnen werd die markt dus gehouden. Er stond een echtpaar allerlei ingemaakte zaken te verkopen, zowel zoet als zuur: mispeljam, kweeperengelei, kwetsen in rode wijn, heerlijk. Ik raakte aan de praat. Mevrouw zei: jij bent toch die imker? (We hadden een jaar eerder samen op een marktje in Dieren gestaan.) Dan moet je dit eens proeven! Het is peterseliehoning en het schijnt in de oorlog in Engeland bedacht te zijn als surrogaat voor honing. Ik proefde en ik moest het onmiddellijk toegeven; als ze niks gezegd hadden, dan had ik zo geloofd dat het honing was.
Thuis aangekomen onmiddellijk gegoogeld op 'parsley honey'. Ik vond het recept inderdaad. Als ik googel op 'peterseliehoning' vind ik niets. Het nu volgende recept heb ik geknipt en geplakt:
5 oz. parsley (stalks and all)
• pint and a half of water
• 1 lb. sugar
• 1/2 tsp. white vinegar
De recepten die ik vind, lijken sprekend op elkaar. De enige variant die ik vind is citroensap in plaats van azijn. De ervaren kok zal onmiddellijk snappen wat de bedoeling is. Trek een bouillon van de peterselie. Zeef. Voeg suiker toe. Kook in tot juiste smaak en dikte. Voeg zuur toe.
Groet,
Bart