Hommelvolkjes vallen meestal ten prooi aan wasmotten, is mijn ervaring.
Met FrancA geniet ik elke dag van de vlucht van hommels ; momenteel van
'n piepkleine Steenhommelfamilie. Ik kan zelfs in het nestje kijken en ze bezig zien.
Het bolvormig nest van 10 cm in doorsnee van 'n Rosse woelmuis (?), is bloot komen te liggen.
Een of andere muizenjager heeft een gat van 15 cm diep gegraven om er bij te komen.
Hij of zij heeft waarschijnlijk niet verder gegraven, toen bleek dat het nest bevolkt was
met Steenhommels. Er lagen geen resten van hommels of urntjes op het uitgegraven zand.
Ik kan mooi het nestmateriaal zien en de cirkelvormige vliegopening bovenin,
ter grootte van 'n euro ofwel ongeveer de lengte van de koningin, die zich ook zo nu en dan laat zien.
Elke dag bezoek ik niet alleen m'n rij bijenvolken, maar ook het Steenhommelvolkje dat op 25 meter
vóór de kasten in de grond zit. Ik haal de dekplank dan even weg, die boven het nest gelegd is,
maar de toegang tot het nest, die de Wasbeerhond(?) gegraven heeft, vrij laat voor de hommels.
Het vullen van de urntjes met verse nectar is mooi te zien. De urntjes met larven en poppen
zijn niet te zien; ze zijn bedekt met het warmte-isolerende muizenknaagsel van hooi .
Ik zie ook bedrijvigheid van mijten via het ronde vlieggat van het nestje.
Het aantal individuën Bombus lapidarius in de huidige kolonie schat ik op 30.
Per kwartier vliegt er een werkster uit of arriveert er een. Zj.
