aan de rand van de vliegplank hangend bij 'n kast zonder verkleinblok.
De geschatte 150 bijen bewogen verhit de vleugels.
Er tuimelde al gauw een pluk naar beneden, gevolgd door de rest.
Op de grond ging het gekrioel verder.
Me bukkend zag ik wat geels schemeren. 'n Wesp ? Nou en of ! En wat voor één ?
Jawel, 'n Hoornaar. Ik schoof de bijen weg. De Hoornaar bleek dood te zijn.
Slachtoffer van inballing, neem ik aan.
Toen ik aan de voet van de stelling keek en wat blad wegschoof, ontdekte ik nog 3 Hoornaarlijken
precies op dezelfde plek.
Bijen, althans dit volk, staan hun mannetje !
De vliegspleet heb ik subiet verkleind met m'n nieuwe uitvinding om gespuis te weren.
Ik noem het voorlopig 'wildrooster'. Het is een bijenraampje met 3 draden, maar geen raat er in.
Uit de toplat met zaagsnede heb ik de helft verwijderd, zo'n 15 cm lang en 9 mm breed.
Dit raam heb ik horizontaal op de vliegplank tegen de bestaande vliegspleet van 20 mm geplaatst .
Hoe het vast gezet wordt, vertel ik in de rubriek "Materiaal en methode",
dus nu even niet


P.S. De bedrading van het bijenraampje werkt m.i. als een wildrooster. Viervoeters zoals
muizen en spitsmuizen, paarden en ezels, koeien en schapen, enz. hebben een hekel aan
spijlen om er over heen te lopen. Het blijft meestal bij 'n poging.
