Het was 1 meter hoog. De bijen konden er in komen via een opening van 20 cm hoog
over de volle breedte van 1 meter aan de zuidkant, dus de zonnige kant.
Behalve wat plantjes stonden er schalen met Hazelaarkatjes en Aardappeleiwit in.
Op de nok en noordzijde lag een strandmatje dat minder licht doorlaat.
De bijen dicht bij de uitgang vervlogen zich niet. Wel de bijen die verder naar achter foerageerden.
Ze zochten boven in de nok naar 'n uitgang. Na een paar minuten vliegen vielen ze van vermoeidheid
omlaag, om weer snel omhoog te vliegen. Dat herhaalde zich enkele keren.
Van vermoeidheid gingen ze in plaats van vliegen, wat rondlopen. Zo kwamen ze dichter bij
de 'vliegspleet' van 20 cm hoog, en vlogen uit het tunneltje.
Heb je een hogere tunnel of plantenkas, dan moeten er 'vliegplanken' en 'vliegspleten' van enkele cm
hoogte aanwezig zijn in horizontale richting over de volle breedte op verschillende hoogtes.
Dat hoeven geen houten (boeken)planken te zijn,
maar plastic stroken waar ze op vallen en meer belicht worden
en zo naar buiten gedirigeerd worden.
Het vervliegen werd na een poos minder dankzij het "trial- en error" leergedrag bij bestuivers
die een plantentunnel of kas in en uit moeten vliegen. Zj

P.S. Bijen die opgesloten raken in een auto vertonen hetzelfde vermoeidheidsgedrag, dus
"vallen en opstaan".