Het zijn niet alleen de mussen die het te heet aan de voeten wordt op het dak,
maar ook de bijen en varroa's in de - met aluminium of blik bedekte - bijenbak.
De jonge - nog niet vliegvaardige- bijen heb ik bij mezelf en een collega-imker massaal
uit de kast zien rollen om tussen het gras verkoeling te zoeken en op adem te komen.
Dat gebeurde 's morgens rond tien uur toen de zon in het Oosten al vanaf acht uur
hoog aan de hemel stond te blakeren en vrij spel had op de aluminium daken
van kasten die op het Oosten gericht zijn en niet in de schaduw staan.
Toen ik het ontdekte in het veld bij de Boekweit heb ik onmiddellijk de
deksel op een flinke kier gezet en de raatbedekking gedeeltelijk verwijderd.
Zo staan de kasten al een week, want regen is nauwelijks te verwachten;
bovendien kunnen de bijen wel tegen een paar druppels als die in de kast terecht komen.
Van de collega die in Engeland op vakantie is, heb ik een zesraamsvolk dat
overbevolkt is, na telefonisch contact, zo ook lucht gegeven en het dak bedekt
met bebladerd snoeihout en maaisel. Zjef

P.S. Over de herkomst en betekenis van het gezegde valt heel wat te zeggen want
men weet nog niet wat Nicolaas Beets in 1837 , dus op 20 jaar na, 200 jaar geleden,
met zijn mosschen bedoelde op een hete achternamiddag. Van hem stamt het gezegde.
Ik houd het voor mussen op een zandwoestijnhete dak - met van klei gebakken
oud-hollandse molenpannen - waar de smaragdhagedis als oplossing voor heeft,
om over die 70 graden hete ondergrond te lopen- (in geval zij uit Artis ontsnapt),
slechts één voetje tegelijk flitsend snel de grond laat raken.