op de eerste zomerse dag dit jaar, met 25 graden 's middags.
Ik zal niet de enige zijn die nog lang buiten is gebleven om van het avondrood
op de wolken te genieten toen de zon bijna onder was gegaan.
Mijn mijmeren aan de rand van een korenveld werd geen onverdeeld succes. Hoezo ?
n Druk gezoem boven de rogge-aren, waarvan al meeldraden buiten de bloempjes
hingen, was zwermerij. Zo laat op de dag ? Toch geen bromzwerm waarvan
de verkenners tot laat in de avond hebben moeten zoeken voor onderdak ?
Misschien een hongerzwerm die een paar keer verjaagd is en z'n meegenomen
rantsoen honing opgesoupeerd heeft ?
Er werd druk rond mijn bezweet hoofd gevlogen en ook op de handen waarmee
ik kort tevoren de havermoutpap voor de katten, met een paar lepeltjes honing en
wat melk, te haastig geroerd had en de handen niet gedroogd had;
ik wilde namelijk de reeën in het korenveld en de zingende geelgorzen niet missen.
Ik kwam snel tot de conclusie dat de zwerm wel een hongerzwerm was,
maar geen hongerende bijenzwerm en ook geen mierenzwerm .
De zwerm was namelijk bloeddorstig. Binnen de kortste keren werd ik in handen
en gezicht geprikt. Ik stond op het punt om naar huis te vluchten, maar bedacht
'n proefje; ik stak een sigaret op en blies de rook alle kanten op ; ook onder
mijn strooien zomerhoed, die de zwerm voor een korf had kunnen aanzien
als het een bijenzwerm was geweest.
Wonderwel verdreef de tabaksrook het grootste deel van de muggen. Ik kon
nog even tot rust komen.
Het was een steekmuggenzwerm. Muggen gaan op stap met een lege tank.
Vandaar hun hongerig aanvallend gedrag, in tegenstelling met de bijenzwerm.
Die hoeft niet gekalmeerd te worden met rook; die kun je aaien.

