Bijen-Reisverslag.
Op Paas-Zaterdag.
Zonder liesbreuk.
Maar toch niet leuk.
Het werd geen vakantiedag.
Thuis tilde ik de kasten,
vier zware houten lasten,
solo op 'n steenkruiwagen.
dat is om problemen vragen;
de auto intillen; ook gewrichten fors belasten.
Ik had het kunnen weten
en mezelf daarom verweten:
dat de reis te vroeg was geboekt,
notabene op de boer zijn verzoek.
Ik had vooraf niet goed naar de bloei gekeken.
Alleen de hoofdstengels stonden op de top te bloeien,
bloemknoppen van zijstengels moesten nog groeien.
De wind bestuift de droge bloemtrosjes op de toppen;
laat de bijen nog een week thuis de raten vol stoppen.
Bovendien was zaterdag de Siberische Oostenwind aan het loeien.
Mijn bijen kregen bij het loslaten nauwelijks kans om zich te oriënteren.
Toch kwamen ze binnen 10 minuten al met wat pollen 't volk stimuleren.
Helaas stortten zij uitgeput neer buiten de kast,
als vliegtuigen bij storm buiten de landingsbaan.
Door de gevoelsmatig ijskoude wind onderkoeld, konden zij niet vibreren.
Vibreren is: vleugelspiertjes snel samentrekken om warmte op te wekken.
Het wordt nog erger.
Wordt vervolgd. Zj.
De achterlijfjes van de bijen vertoonden verlamming
wat nadelige gevolgen heeft voor de ademhaling
Ik zocht naar een manier van EHBO:
raapte de verkleumde slachtoffers van de kou op,
en schudde er honderden vanuit potjes bij hun eigen koningin.
Ik ben vanaf 8 uur tot ver in de middag met het redden bezig geweest.
Wat óók erg is, dat ik het gewas van opgedroogd insecticide verdacht.
Ik heb de volken nog niet onder het deksel bekeken.
Voorlopig schrijf ik het verschrikkelijk verschijnsel toe aan de combinatie:
1.volken verhuizen
2.naar een nieuwe standplaats verder dan 3 a 4 kilometer
3.bij zeer harde wind uit het Oosten en Noordoosten
4.met temperaturen van 5 a 7 's morgens en 10 a 12 's middags
5. de kasten noodgedwongen op het Oosten gericht plaatsen
6.in de halfschaduw
7. het gewas, in dit geval Koolzaad, dat nog heel open was en de wind er
door heen kon waaien.
Ik had moeten wachten tot de zijstengels voor luwte zorgen.
8. De kasten staan niet gunstig aan de rand van een boerenerf
in een windwal (bestaande uit bomen en struiken),
die een halve meter hoger ligt dan het kale weidse akkerland waar
de wind vrij spel in heeft.