Verwant aan honingbijen zijn talloze insecten. Veel imkers hebben er een speciaal oog voor ontwikkeld. Ook niet verwante insecten hebben vaak hun interesse.
De eerste lijkt op een mannetje Andrena haemorrhoa, maar zekerheid kan ik niet geven. De andere is idd. een bloedbij (Sphecodes sp.). Dit geslacht (20 soorten in Ned.) is zeer moeilijk te determineren. Ik heb er zeer onlangs ook een gefotografeerd. Daar zal ik tzt. een naam bij hebben, want die heb ik gevangen en opgestuurd naar een expert. Het was een dier van 9,3 mm, dus een vrij grote soort. De meest bloedbijen zijn kleiner. Ik zag er 2 stuks van en 1 heb ik dus opgeofferd aan de wetenschap. Voor mij is dit een te moeilijk genus. Ik ben meer een fotograaf met goede wil, dan een bijen-determineerder. Ik ving en fotografeerde nog meer bijen: 6 soorten Nomada's (45 soorten in Ned.) en die zijn ook moeilijk, maar sommige zijn te doen.
Volgens mij is de bloedbij een wespbij: de roodzwarte dubbeltand, Nomada fabriciana? Vooral die gele uiteinden van de antennes zijn een kenmerk van deze soort. Het is de koekoek van de tweekleurige zandbij en de goudpootzandbij. De eerst genoemd bevloog in mijn vorige tuin met name op een kleine, vroeg bloeiende campanula-soort en de laatst genoemde zandbij vind je vaak op fluitenkruid.
Erik Speksnijder schreef: Volgens mij is de bloedbij een wespbij: de roodzwarte dubbeltand, Nomada fabriciana? Vooral die gele uiteinden van de antennes zijn een kenmerk van deze soort. Het is de koekoek van de tweekleurige zandbij en de goudpootzandbij. De eerst genoemd bevloog in mijn vorige tuin met name op een kleine, vroeg bloeiende campanula-soort en de laatst genoemde zandbij vind je vaak op fluitenkruid.
Hmm, die lijkt inderdaad sprekend. Ik heb hem niet gevangen voor determinatie en deel 3 en 4 van de wildbienentabel komen volgend jaar pas uit. Wat mij terugbrengt op mijn eerste vraag. blijkbaar moet je voor determinatie bijtjes doodmaken.
[/quote] blijkbaar moet je voor determinatie bijtjes doodmaken. [/quote]
De verschillende geslachten, kun je redelijk makkelijk in het veld leren kennen en ook een groot aantal soorten kun je in het veld leren herkennen. Helaas en gelukkig (er is op dit vlak nog veel te ontdekken) zijn er echter ook veel soorten die je alleen op naam kunt brengen door echt in de kleinste details te duiken. Hiervoor je moet derhalve deze bijen vaak doden. Dit gebeurd door onderzoekers m.b.v. speciale stikpotten. Voor de determinatie wordt vervolgens vaak een binoculair gebruikt. Uiteraard is het niet aan te raden voor iedereen om dit te gaan doen, maar zowiezo is niet iedereen hiervoor in de wieg gelegd, want dit determineren is zelfs met de juiste boeken soms knap moeilijk. de meeste determinatiewerken staan vol relatieve begrippen als 'korte haren', 'redelijk dicht op elkaar staande punten' e.a. Zonder referentiemateriaal is het voor een beginneling maar moeilijk om hier wijs uit te raken, want wat vinden ze nu 'kort' (het oogt alllemaal kort) en wat is 'dicht op elkaar staand'? Groet,
Een stikpot heb ik veel gebruikt voor zweefvliegjes, die problematiek ken ik enigzins. Een binoc heb ik op de kast staan. Maar eerst zal ik me op de groepen storten. Heb daar ook nog een tabelletje voor.
Op school gebruikten wij voor het determineren van fruitvliegjes ether, na een tijdje kwam een groot gedeelte van de fruitvliegjes weer bij. Na het determineren moesten de vliegjes in een zogenaamd olie-graf gedaan worden, maar aan het einde van de les zat toch het hele lokaal vol met vliegjes. :D
Misschien is het een mogelijkheid om met ether de te onderzoeken insecten tijdelijk buiten westen te brengen?
Ja Erik, idd. een wespbij en geen bloedbij. Ik had die antennepunten over het hoofd gezien. Bloedbijen zijn meestal wat later actief maar ik heb er een week geleden al enkele gezien.