
Imkerslied.
1
Als na lange winterrust
't Bijenvolkje op zijn uitvlucht
Boven 't waschgoed van de huisvrouw
Van zijn welstand kondschap doet;
Als na nog een wijle thuis zijn,
d'Eerste bij een bloem ontwaart,
Waar ze stof en nectar gaart (bis)
Refrein:
Dan zijn we imkers van top tot teen,
Dan klopt ons bijkersharte weer sterk
En is met het volk óók de imker aan 't werk,
Dan zijn we imkers in merg en been.
2
Als we 't eerste moederei
In de cel zien ingeplant,
Als snel 't volk in omvang wast
Tot de wanden van de kast,
Als er zwermen af gaan vliegen,
Wij aan 't separeeren slaan
Of de honingkast in dienst zien gaan (bis)
Refrein als bij 1.
3
Heeft het volk zijn overvloed
Zijn verzorger ingeboet
Hebben imkers naast genoegen
Loon naar werken ook bereikt
Hebben zij voor edelen honing
Op de markt en bij de klanten
Behoorlijk goeden prijs gemaakt (bis)
Refrein als bij 1.
4
Soms 't bijenvolk „het stekelig goed"
Een aanval op den imker doet
Hem zoekt en vindt, waar pijn hem deert
En men den gek nog met hem scheert.
Vaak weinig zon den oogst gering maakt
De suikerzak het volk in stand houdt
En d'imker menig zuchtje slaakt
Refrein bij 4:
Toch blijven we imkers van top tot teen
Toch klopt ons bijkersharte nog sterk
En blijft met het volk wel d'imker aan het werk
Want we zijn imkers van top tot teen.
(G.J. Lankkamp)
1
Als na lange winterrust
't Bijenvolkje op zijn uitvlucht
Boven 't waschgoed van de huisvrouw
Van zijn welstand kondschap doet;
Als na nog een wijle thuis zijn,
d'Eerste bij een bloem ontwaart,
Waar ze stof en nectar gaart (bis)
Refrein:
Dan zijn we imkers van top tot teen,
Dan klopt ons bijkersharte weer sterk
En is met het volk óók de imker aan 't werk,
Dan zijn we imkers in merg en been.
2
Als we 't eerste moederei
In de cel zien ingeplant,
Als snel 't volk in omvang wast
Tot de wanden van de kast,
Als er zwermen af gaan vliegen,
Wij aan 't separeeren slaan
Of de honingkast in dienst zien gaan (bis)
Refrein als bij 1.
3
Heeft het volk zijn overvloed
Zijn verzorger ingeboet
Hebben imkers naast genoegen
Loon naar werken ook bereikt
Hebben zij voor edelen honing
Op de markt en bij de klanten
Behoorlijk goeden prijs gemaakt (bis)
Refrein als bij 1.
4
Soms 't bijenvolk „het stekelig goed"
Een aanval op den imker doet
Hem zoekt en vindt, waar pijn hem deert
En men den gek nog met hem scheert.
Vaak weinig zon den oogst gering maakt
De suikerzak het volk in stand houdt
En d'imker menig zuchtje slaakt
Refrein bij 4:
Toch blijven we imkers van top tot teen
Toch klopt ons bijkersharte nog sterk
En blijft met het volk wel d'imker aan het werk
Want we zijn imkers van top tot teen.
(G.J. Lankkamp)