minder populaire drachtplanten
Moderator: maartenkleijne
-
- Berichten: 1218
- Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
De oude Schotman geeft op pag. 318 (Handboek der moderne Bijenteelt) Balsamina femina als stuifmeelbron op. De kleur van het stuifmeel kan hij echter niet beschrijven.
Eva Crane geeft op pag. 57 (Honey)voor de grote Balsemien (Impatiens glandulifera) onder verwijzing naar Royle op, dat de honing licht van kleur is, zoet en zonder opvallende smaak.
In mijn tuin vlogen de bijen er goed op. Je ziet ze bestempeld met wit stuifmeel de kast weer invliegen.
Romée
Eva Crane geeft op pag. 57 (Honey)voor de grote Balsemien (Impatiens glandulifera) onder verwijzing naar Royle op, dat de honing licht van kleur is, zoet en zonder opvallende smaak.
In mijn tuin vlogen de bijen er goed op. Je ziet ze bestempeld met wit stuifmeel de kast weer invliegen.
Romée
-
- Berichten: 58
- Lid geworden op: za 08 dec 2001, 15:05
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
Hallo Romee en de anderen,
Weer twee boeken en een waarneming die aangeven dat er voor honingbijen wat te halen valt. Het is altijd weer leuk te horen wat anderen ontdekken.Toevallig heb ik het boek van Crane ooit geleend maar heb het niet meer in bezit. Zou je misschien kunnen kijken of hier iets in te vinden is over evt. extraflorale nectarien van de Reuzenbalsemien? Zie vraag 2 boven in rood getypt. Het is leuk om een compleet beeld van de plant te krijgen. Wie helpt er mee de rode vragen te beantwoorden of weet dingen over de plant die hier nog niet eerder beschreven zijn zoals toepassingen in geneeskunst, doedingen enz.?
groetjes Marion.
Weer twee boeken en een waarneming die aangeven dat er voor honingbijen wat te halen valt. Het is altijd weer leuk te horen wat anderen ontdekken.Toevallig heb ik het boek van Crane ooit geleend maar heb het niet meer in bezit. Zou je misschien kunnen kijken of hier iets in te vinden is over evt. extraflorale nectarien van de Reuzenbalsemien? Zie vraag 2 boven in rood getypt. Het is leuk om een compleet beeld van de plant te krijgen. Wie helpt er mee de rode vragen te beantwoorden of weet dingen over de plant die hier nog niet eerder beschreven zijn zoals toepassingen in geneeskunst, doedingen enz.?
groetjes Marion.
- Oude Essink
- Erelid
- Berichten: 3562
- Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
Hallo Marion,
Nog maar weer eens de Reuzenbalsemien en iets over de balsemien en de vlinder.
Ik probeer eerst een tekeningetje van de bloem van de Reuzenbalsemien op te nemen uit Kugler:

leuk te vergelijken met de bloemafbeelding die je opnam (met hommel!)
b. stelt de vijf korte meeldraden voor, gerangschikt als een korfje rond de stamper (zwarte streep vlak onder de bovenste meeldraad).
a. dwarsdoorsnede van de bloem; b. zit vlak achter het bovenlipje, boven in de buis. De bloem-vorm is een leeuwebekachtige. Het grote kelkblad vormt een trechter, eindigend in de omgekrulde versmalling: het spoor.; daar bevindt zich nectarklier en de nectar zelf. Het grote onderste kelkblad dient als landingsplaats; het heeft evenals de twee zijblaadjes rode vlekjes: het nectarspoor dat de weg naar binnen wijst. Om bij de nectar te komen moet het insect geheel de bloem in en schuift daarbij langs het meeldraadkorfje; de pollen zijn rijp, de stempel niet (proterandrie).
Alleen een groot insect lukt het de diepe buis in te komen en met haar lange tong het spoor te bereiken. Hoe het verder gaat, Marion, heb je al beschreven; bij het verlaten van de bloem neemt de hommel de pollen mee op zijn rug; de meeldraden wijken uit en geven plaats aan de stempel die op dat moment rijp wordt en, bij een volgend bezoek van een hommel, de pollen op neemt.
De reuzenbalsemien is in de 19e eeuw ingevoerd uit de Himalaya.
Andere balsemiensoorten hebben weer andere kroonvormen; de Impatiens
diveri heeft een meer schijfvormige voorkelk, waar de geslachtsorganen gemakkelijk door ook kleinere insecten worden bereikt (pollen verzamelaars!) de smalle lange kroonbuis van deze bloem kan alleen door een vlinder worden
bereikt.
Als je bijen met nectar uit de balsemien ziet komen, moet je wel kijken over welke Balsemien het gaat; De bloemen van de verschillende soorten wijken onderling enorm in grootte af; wellicht zal, wat een bij bij de reuzebalsemien
niet lukt, wel bij een andere soort lukken.
hennie oes

Edited by - Oude Essink on 11/02/2002 15:14:18
Nog maar weer eens de Reuzenbalsemien en iets over de balsemien en de vlinder.
Ik probeer eerst een tekeningetje van de bloem van de Reuzenbalsemien op te nemen uit Kugler:

leuk te vergelijken met de bloemafbeelding die je opnam (met hommel!)
b. stelt de vijf korte meeldraden voor, gerangschikt als een korfje rond de stamper (zwarte streep vlak onder de bovenste meeldraad).
a. dwarsdoorsnede van de bloem; b. zit vlak achter het bovenlipje, boven in de buis. De bloem-vorm is een leeuwebekachtige. Het grote kelkblad vormt een trechter, eindigend in de omgekrulde versmalling: het spoor.; daar bevindt zich nectarklier en de nectar zelf. Het grote onderste kelkblad dient als landingsplaats; het heeft evenals de twee zijblaadjes rode vlekjes: het nectarspoor dat de weg naar binnen wijst. Om bij de nectar te komen moet het insect geheel de bloem in en schuift daarbij langs het meeldraadkorfje; de pollen zijn rijp, de stempel niet (proterandrie).
Alleen een groot insect lukt het de diepe buis in te komen en met haar lange tong het spoor te bereiken. Hoe het verder gaat, Marion, heb je al beschreven; bij het verlaten van de bloem neemt de hommel de pollen mee op zijn rug; de meeldraden wijken uit en geven plaats aan de stempel die op dat moment rijp wordt en, bij een volgend bezoek van een hommel, de pollen op neemt.
De reuzenbalsemien is in de 19e eeuw ingevoerd uit de Himalaya.
Andere balsemiensoorten hebben weer andere kroonvormen; de Impatiens
diveri heeft een meer schijfvormige voorkelk, waar de geslachtsorganen gemakkelijk door ook kleinere insecten worden bereikt (pollen verzamelaars!) de smalle lange kroonbuis van deze bloem kan alleen door een vlinder worden
bereikt.
Als je bijen met nectar uit de balsemien ziet komen, moet je wel kijken over welke Balsemien het gaat; De bloemen van de verschillende soorten wijken onderling enorm in grootte af; wellicht zal, wat een bij bij de reuzebalsemien
niet lukt, wel bij een andere soort lukken.
hennie oes

Edited by - Oude Essink on 11/02/2002 15:14:18
-
- Berichten: 58
- Lid geworden op: za 08 dec 2001, 15:05
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
Hallo Hennie,
Het groot springzaad (Impatiens noli '“tangere) of niet aan de raken ongeduld kun je tegenkomen in onze bossen. Haar vele gele bloemen hebben lange sporen en worden vooral door hommels bezocht.
Het klein springzaad (Impatiens parviflora) kun je ook in onze bossen verwachten. De plant is in alle opzichten wat kleiner dan het groot springzaad. De bloei is minder en de eveneens gele bloemen zijn kleiner en hebben kortere sporen. Zweefvliegen zijn vaak geziene bezoekers
Misschien dat je weer een leuk plaatje over een van deze planten kunt invoegen. Groetjes Marion
Ik probeer eerst een tekeningetje van de bloem van de Reuzenbalsemien op te nemen uit Kugler
De plant waar jij het over hebt is een geheel andere soort uit hetzelfde geslacht nl het groot springzaad Impatiens noli-tangere die inderdaad veel door hommels wordt bezocht maar deze map ging tot nu toe steeds over de reuzenbalsemien. Maar Hennie een zijsprongetje naar de neefjes en nichtjes brengt me op een nieuw idee. (ofschoon ik hier nauwelijks drachtmogelijkheden voor onze honingbijen verwacht)Als je bijen met nectar uit de balsemien ziet komen, moet je wel kijken over welke Balsemien het gaat
DE NEEFJES EN NICHTJES VAN DE REUZENBALSEMIEN
Het groot springzaad (Impatiens noli '“tangere) of niet aan de raken ongeduld kun je tegenkomen in onze bossen. Haar vele gele bloemen hebben lange sporen en worden vooral door hommels bezocht.
Het klein springzaad (Impatiens parviflora) kun je ook in onze bossen verwachten. De plant is in alle opzichten wat kleiner dan het groot springzaad. De bloei is minder en de eveneens gele bloemen zijn kleiner en hebben kortere sporen. Zweefvliegen zijn vaak geziene bezoekers
Misschien dat je weer een leuk plaatje over een van deze planten kunt invoegen. Groetjes Marion
-
- Berichten: 976
- Lid geworden op: zo 07 jan 2001, 00:00
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
Van volken in de Biesbos geplaatst wint een imker uit Dordrecht al een aantal jaren zuivere balsemienhoning, het aantal pollen van deze plant in de honing is zeker 95% en dan mag er toch van '˜zuiver' gesproken worden.
Ook in honing die ikzelf deze nazomer gewonnen heb, kwam veel stuifmeel van het klein springzaad (B.parviflora, een balsemien soort) voor.
Van welke balsemiensoort de honing uit de Biesbos is gewonnen weet ik niet, Sonja Rensink en ik hebben op de Regionale Honingkeuring Zuid Holland de controlepreparaten er niet bijgepakt. De korrels van beide soorten zijn identiek, alleen de maat verschilt. De honing was inderdaad waterig dun en bijna kleurloos, en de smaak was weliswaar niet uitgespoken maar niet onaangenaam (en alleen maar zoet, zoals Eve Crane stelt, maar smaken verschillen).
Volgens mij is het inderdaad een vereiste dat de planten in een zeer vochtige omgeving staan om te honingen, beide plekken '“ de Biesbos en een eendenkooi '“ hebben aan water geen gebrek.
Els Kleijnendorst
Ook in honing die ikzelf deze nazomer gewonnen heb, kwam veel stuifmeel van het klein springzaad (B.parviflora, een balsemien soort) voor.
Van welke balsemiensoort de honing uit de Biesbos is gewonnen weet ik niet, Sonja Rensink en ik hebben op de Regionale Honingkeuring Zuid Holland de controlepreparaten er niet bijgepakt. De korrels van beide soorten zijn identiek, alleen de maat verschilt. De honing was inderdaad waterig dun en bijna kleurloos, en de smaak was weliswaar niet uitgespoken maar niet onaangenaam (en alleen maar zoet, zoals Eve Crane stelt, maar smaken verschillen).
Volgens mij is het inderdaad een vereiste dat de planten in een zeer vochtige omgeving staan om te honingen, beide plekken '“ de Biesbos en een eendenkooi '“ hebben aan water geen gebrek.
Els Kleijnendorst
-
- Berichten: 58
- Lid geworden op: za 08 dec 2001, 15:05
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
Hallo Els,
Lekker een verhaal uit de praktijk. Ik merk dat jij deskundig bent op honinggebied en vind het een verrijking om te horen dat er in Nederland balsemienhoning wordt gewonnen. Helaas is het moeilijk voor jou te achterhalen om welke soort het hier gaat. In Duitsland (Rheinvorland) wordt in ieder geval al jaren honing gewonnen van Reuzenbalsemienen. Je praat dan over massavegetatie van de Impatiens glandulifera waar andere balsemiensoorten uitgesloten zijn. Ik heb gelezen dat de opbrengst daar gemiddeld 20 kg per volk bedroeg.
Het voorkomen van veel stuifmeel kan dus een aanwijzing zijn dat behalve zweefvliegen ook honingbijen zich aan de nectar en/of stuifmeel van klein springzaad wagen. Marion
Lekker een verhaal uit de praktijk. Ik merk dat jij deskundig bent op honinggebied en vind het een verrijking om te horen dat er in Nederland balsemienhoning wordt gewonnen. Helaas is het moeilijk voor jou te achterhalen om welke soort het hier gaat. In Duitsland (Rheinvorland) wordt in ieder geval al jaren honing gewonnen van Reuzenbalsemienen. Je praat dan over massavegetatie van de Impatiens glandulifera waar andere balsemiensoorten uitgesloten zijn. Ik heb gelezen dat de opbrengst daar gemiddeld 20 kg per volk bedroeg.
Ook in honing die ik zelf deze nazomer gewonnen heb, kwam veel stuifmeel van het klein springzaad (B.parviflora, een balsemien soort) voor.
Het voorkomen van veel stuifmeel kan dus een aanwijzing zijn dat behalve zweefvliegen ook honingbijen zich aan de nectar en/of stuifmeel van klein springzaad wagen. Marion
-
- Berichten: 1218
- Lid geworden op: di 14 nov 2000, 00:00
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
In Nature heeft een artikel gestaan over de Impatiens glandulifera. Vol 411, 7. Juni 2001, p. 653
Het nectaraanbod is heel groot, 0,5 miligram nektar per uur. De onderzoekers Lars Chittka en Steffen Schürkens van het Biozentrum der Universität Würzburg, beschrijven hoe de Reuzebalsemien de inheemse concurrentie uitschakelt. Op dit standpunt is later veel kritiek gekomen. Dit standpunt leidde enkele jaren geleden leidde tot een sterke discussie tussen florapuristen en diegenen, die exoten die zich kunnen handhaven niet als een bedreiging zien. In de NRC heb ik Maarten Kleijne en Kees Piel hier nog wel eens over met elkaar in de clinch gezien.
Door het overmatig nectar aanbod zou de balsemien bestuivers als bijen en hommels weghouden van de oorspronkelijke vegetatie, waardoor deze sterk afneemt. Inmiddels is in Tsjechie 50% van de rivieroevers met een monocultuur van balsemien begroeid.
Aardig standpunt als je het plaatst naast het verwijt aan imkers dat zij door een overmatig bijenaanbod de overige insecten teveel concurrentie aandoen. Je vraagt je dan af, zijn er nu te veel of te weinig bestuivers. Of trekt die balsemien in de moerasvegetatie insecten aan, die niet vervangen kunnen worden door andere insecten. Maar dan zouden die toch in aantal toenemen. Vragen, maar ik heb het artikel niet meer.
Romée
zie verder bv
Schürkens, S. & Chittka, L. (1999) Competition for pollination between the invasive plant Impatiens glandulifera and the native Stachys palustris? Apidology, 30: 417-418
Schürkens, S. & Chittka, L. (1999) Competition for pollination between the invasive plant Impatiens glandulifera and the native Stachys palustris? Zoology, 102: 86.
Het nectaraanbod is heel groot, 0,5 miligram nektar per uur. De onderzoekers Lars Chittka en Steffen Schürkens van het Biozentrum der Universität Würzburg, beschrijven hoe de Reuzebalsemien de inheemse concurrentie uitschakelt. Op dit standpunt is later veel kritiek gekomen. Dit standpunt leidde enkele jaren geleden leidde tot een sterke discussie tussen florapuristen en diegenen, die exoten die zich kunnen handhaven niet als een bedreiging zien. In de NRC heb ik Maarten Kleijne en Kees Piel hier nog wel eens over met elkaar in de clinch gezien.
Door het overmatig nectar aanbod zou de balsemien bestuivers als bijen en hommels weghouden van de oorspronkelijke vegetatie, waardoor deze sterk afneemt. Inmiddels is in Tsjechie 50% van de rivieroevers met een monocultuur van balsemien begroeid.
Aardig standpunt als je het plaatst naast het verwijt aan imkers dat zij door een overmatig bijenaanbod de overige insecten teveel concurrentie aandoen. Je vraagt je dan af, zijn er nu te veel of te weinig bestuivers. Of trekt die balsemien in de moerasvegetatie insecten aan, die niet vervangen kunnen worden door andere insecten. Maar dan zouden die toch in aantal toenemen. Vragen, maar ik heb het artikel niet meer.
Romée
zie verder bv
Schürkens, S. & Chittka, L. (1999) Competition for pollination between the invasive plant Impatiens glandulifera and the native Stachys palustris? Apidology, 30: 417-418
Schürkens, S. & Chittka, L. (1999) Competition for pollination between the invasive plant Impatiens glandulifera and the native Stachys palustris? Zoology, 102: 86.
-
- Berichten: 58
- Lid geworden op: za 08 dec 2001, 15:05
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
Hallo Romee,
Deze informatie is voor mij nieuw maar zeker niet onbelangrijk. Tegenwoordig zijn er mensen die fel gekeerd zijn tegen floravervalsing terwijl anderen het tot een bepaalde hoogte toelaatbaar vinden. Zo ook denken sommigen dat honingbijen en hommels de in het wild voorkomende bijen bij het zoeken naar voedsel kunnen verdringen. Soms worden buitenlandse onderzoeken aangewend ter argumentatie maar deze zijn niet relevant voor de drachtomstandigheden van de onze. Zolang nog niet alles duidelijk is lijkt het me voor mijn gevoel het beste zoals ik in mijn eerste bericht bovenaan schreef om de aanplant van de reuzenbalsemien, anders dan in Duitsland, te beperken tot de besloten grotere tuinen en zeker alle voorzichtigheid in acht te nemen in en nabij van natuurgebieden.
Maar dit neemt niet weg dat anderen argumenten voor en tegen hierover naast elkaar kunnen zetten met de Reusenbalsemien als lijdend voorwerp.
Marion
Deze informatie is voor mij nieuw maar zeker niet onbelangrijk. Tegenwoordig zijn er mensen die fel gekeerd zijn tegen floravervalsing terwijl anderen het tot een bepaalde hoogte toelaatbaar vinden. Zo ook denken sommigen dat honingbijen en hommels de in het wild voorkomende bijen bij het zoeken naar voedsel kunnen verdringen. Soms worden buitenlandse onderzoeken aangewend ter argumentatie maar deze zijn niet relevant voor de drachtomstandigheden van de onze. Zolang nog niet alles duidelijk is lijkt het me voor mijn gevoel het beste zoals ik in mijn eerste bericht bovenaan schreef om de aanplant van de reuzenbalsemien, anders dan in Duitsland, te beperken tot de besloten grotere tuinen en zeker alle voorzichtigheid in acht te nemen in en nabij van natuurgebieden.
Maar dit neemt niet weg dat anderen argumenten voor en tegen hierover naast elkaar kunnen zetten met de Reusenbalsemien als lijdend voorwerp.
Marion
- Erik Speksnijder
- Berichten: 430
- Lid geworden op: wo 14 feb 2001, 00:00
- Imker sinds: 1994
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
In de Atrium Kruidenencyclopedie Staat onder "Impatiens" het volgende:
Springzaad werd lang gebruikt door Noord-Amerikaanse indianen om pijn en irritatie van uitslag en eczeem te verlichten.
Genoemd worden de Impatiens pallida (bleek springzaad) en de Impatiens capensis, beide uit Noord-Amerika. Het sap van de eerstgenoemde heeft een urine-afdrijvende, laxerende en braakwekkende werking, indien ingenomen. Uitwendig is het te gebruiken voor uitslag, likdoorns, wratten, ringworm en aambeien (zalf).
Verder wordt er in de Heukels Flora nog een "neef/nicht" van de overige "Impatiens" genoemd, namelijk het Oranje springzaad (Impatiens capensis). Dit is een exoot uit Noord-Amerika afkomstig.
Erik
Springzaad werd lang gebruikt door Noord-Amerikaanse indianen om pijn en irritatie van uitslag en eczeem te verlichten.
Genoemd worden de Impatiens pallida (bleek springzaad) en de Impatiens capensis, beide uit Noord-Amerika. Het sap van de eerstgenoemde heeft een urine-afdrijvende, laxerende en braakwekkende werking, indien ingenomen. Uitwendig is het te gebruiken voor uitslag, likdoorns, wratten, ringworm en aambeien (zalf).
Verder wordt er in de Heukels Flora nog een "neef/nicht" van de overige "Impatiens" genoemd, namelijk het Oranje springzaad (Impatiens capensis). Dit is een exoot uit Noord-Amerika afkomstig.
Erik
-
- Berichten: 58
- Lid geworden op: za 08 dec 2001, 15:05
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: minder populaire drachtplanten
Leuke aanvulling op vraag 4 Erik. Ik ga eens proberen wat meer over genoemde planten te weet te komen in relatie tot bijen.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten