De zandbijenfamilie vormt in Nederland de grootste subfamilie van de bijen. In de Benelux komen er tussen de 70-80 soorten voor; in Nederland 72.
De bijen maken, zoals hun naam al enigszins zegt, hun nest onder de grond ("in het zand"). In het Engels worden ze toepasselijk "mining bee" (bij, die mijnbouw pleegt) genoemd.
Zandbijen(vrouwtjes) zijn "pootverzamelaars en hebben hiervoor speciale haartjes aan de achterpoten, in de vorm van een soort kwastje: het haarflosje (flocculus).
Verder hebben ze kortbehaarde ooggroeven tussen de facetogen, 3 submarginale (cellen op de vleugel, onder de bovenste "marginale" cel) cellen, waarvan de 2e kleiner is dan de 3e en een licht gebogen basale ader (links van 1e submarginale cel).
Andre fulva (armata) - Vosje

Het vosje is één van de opvallendste zandbijen, ongeveer 12 mm. groot. De kleur van de rug is met recht vosrood te noemen en hij/zij is derhalve makkelijk te herkennen. Het vosje vliegt al in maart tot juni.
Het is een algemeen bijtje, die volgens de boekjes een voorkeur heeft voor Ribes-soorten (aalbes, kruisbes) en o.a. appelbloesem. Zelf zie ik deze soort (in het voorjaar) het meest op sleedoornbloesem en katjes van de boswilg.
Andrena haemorrhoa - Roodgatje

Het roodgatje is een bijtje met een roodbruin behaard borstdeel, een zwart achterlijf, met hierop aan het uiteinde (bij een vrouwtje) nog een dotje roodbruine haartjes. Het roodgatje is ongeveer 9-10 mm. groot.
Het roodgatje is er ieder jaar vroeg bij en wordt door de Engelsen derhalve ook wel de "vroege zandbij" genoemd. Al vanaf begin maart tot in juni is het roodgatje aan te treffen.
Het is één van de meest algemene zandbijensoorten, die zich zelfs tot in de steden laat zien. In het voorjaar zie ik hem vooral op wilgenkatjes en dit jaar was vooral de door mij nieuw aangeplante Salix purpureum erg populair (zie foto).
Erik
Bijgewerkt door - erik speksnijder op 04/06/2002 20:07:09