
Tja, dat beest zat gewoon uit te rusten en hartgespan heeft een heel dikke stengel die bijna niet in de wind mee wiegt.
Gisteren was het ideaal weer om een aantal zaken te combineren, t.w. het leren beheersen van de insectenfotografie, eens in het rond te kijken naar planten die geschikt zijn om in de vrije natuur uit en/of terug te zetten zonder dat van floravervalsing sprake is (zie rubriek Dracht, zomerdracht), en de door mij aangetroffen nosema bij de bijen in het bevruchtingskastje (Vraagbaak, afwijkend gedrag van de bijen) zat en zit mij nog steeds helemaal niet lekker. Er moest toch stuifmeel in overvloed zijn.
Gisteren dus aan de fotografie. Dat viel tegen, oh, bijen en bloeiende planten genoeg, ook de 2 bijeen. Maar om ze goed in beeld te krijgen is iets geheel anders. Of de bijen vlogen net uit het beeld tijdens het afknippen, of staken hun koppen weg in de bloem, of wapperden met hun vleugels zodat het beeld op die plaats bewogen was of renden over de bloem naar de achterzijde (zijn die beesten soms cameraschuw?). En als het de bijen niet waren, dan bewogen de bloemen wel door de wind. Of de achtergrond gaf geen mooi perspectief met het thema. Of de zon scheen op het schermpje waardoor ik het niet goed zag. Kortom, het is aanzienlijk moeilijker dan ik aanvankelijk dacht. Voelde mij net een Amerikaan tijdens zijn Europesche vakantie; knip, knip, knip en dan naar huis om de foto's te bekijken, daarna weer op pad met een lege disk.
Hennie, heb gisteren grote bewondering voor jouw fototechniek gekregen. Bijv. bij de wilgenroosjes vlogen de bijen bij mij zo snel van bloem tot bloem, dat ze alweer weg waren als het toestel ingesteld was. Nogmaals, mijn complimenten! Door het zelf te proberen ondervind je juist hoe moeilijk het is.
Zou je op het forum niet eens willen uitleggen hoe jij die fantastische foto's schiet?
Gelijktijdig bekeken welke '˜wilde' planten er in mijn achtertuin en dicht bij de bijenstand in Rijswijk bloeiden en welke voor uitzaaien of terugzetten in de natuur in aanmerking komen. Dat waren er nogal wat en ze werden allemaal ook zeer druk bevlogen.

De kleine berenklauw (de inheemse, niet die hoge Persische), koninginnekruid, harig wilgenroosje, guldenroede, watermunt, pepermunt, kattenstaart, vuilboom, heggerank, clematis, toorts, jacobskruiskruid, kleine kaardedistel, teunisbloem en zeepkruid. Dan zijn er nog een paar die er weliswaar niet van nature thuishoren, maar die gezaaid op een braak stukje grond tijdelijk (vaak een paar jaar of jaren door het uitzaaien) voor een heel leuk extra stuifmeelaanbod kunnen zorgen, tw. goudsbloem, O.I. kers, scabiosa, phacelia en marjolein.
En dat allemaal staat op minder dan 100 meter van mijn volken te bloeien (+ alle gecultiveerde tuinplanten), soms zelfs in zeer grote hoeveelheden. Onbegrijpelijk dat ondanks dit rijke aanbod nog nosema voorkomt bij m'n bijen.
Tot slot zag ik op een Rudbeckia bloem in mijn achtertuin een allerliefst uiltje (of is het een vlindertje). Over schutkleuren gesproken . .
