Hij deelde mij mee dat dit er was en stuurde het mij toe.
In mijn bijdrage op de koninginneteeltdag heb ik een paar onderdelen uit dit artikel nader toegelicht.
Ik heb het artikel vertaald en ter beschikking gesteld van de koninginneteelt commissie. Het artikel zou men plaatsen op het forum. Dit duurde H.vd P te lang en hij vroeg mij het zelf te plaatsen.
Bijlage van "Garten und Kleintierzucht"
Lesbrief voor imkers.
[center]Grondbeginselen der bijenteelt. [/b]
[/center]Darrenteelt voor de kunstmatige inseminatie van bijenkoniginnen.
Het steeds groeiende aantal jaarlijks uitgevoerde kunstmatige inseminaties van koninginnen betekent, dat het insemineren zijn vaste plaats in de teeltpraktijk heeft. De KI werd een begrip in de moderne teelt.
In de DDR is de KI-techniek sinds 1983 uitgegroeid tot internationaal niveau. Door Adolf Winkler werd een compleet apparatensysteem gemaakt. Het bestaat uit en KI-apparaat, gas, spuiten met verwisselbare kapillairen en doseerinrichtingen, containers voor sperma opslag en '“transport. Een goed functionerende techniek is een voorwaarde voor geslaagde inseminatie, waarbij de koningin zoveel mogelijk wordt ontzien.
Als de inseminator zijn handwerk feilloos beheerst, kunnen KI-koninginnen met natuurlijk gepaarde vergeleken worden.
De kwaliteit van de darren is beslissend.
Naast de techniek en de kunde van de inseminator zijn de teelt en het houden van koninginnen en darren van doorslag gevende betekenis. Gebrek op enig moment gedurende teelt en vervolgens tijdens het aanhouden, kunnen later oorzaak zijn van verlies.
Terwijl de telers de koninginneteelt beheersen en langjarige ervaring hebben, werd aan de darrenteelt niet zo'n betekenis toegemeten.
Bij de KI komt het er echter op aan dat op het vastgestelde moment van inseminatie, darren van de gewenste afstamming in geslachtsrijpe leeftijd, bij volle vitaliteit, ter beschikking zijn. Dat is geen simpele opgave. Het KI resultaat hangt echter grotendeels af van het voorhanden hebben van geschikte darren.
Volgens Weiss bestaat er een groot verschil tussen de hoeveelheid darrenbroed dat in het volk aangezet wordt en het aantal uitgelopen darren die later geslachtsrijp worden.De natuurlijke hoeveelheid darrenbroed per volk bedraagt ongeveer 14% van de totale hoeveelheid broed. Dat is in doorsnee bij 10 broedramen, 1,5 darrenraat of te wel 5000 darrenlarven.
Na het uitlopen zijn dan slechts 900-2000 darren voorhanden. Hoe komt dit?
Darrenteelt is zwaar werk(voor het volk)
Voor het bijenvolk is het opkweken van darren zeer arbeidsintensief en krachten verslindend. Darrenlarven zijn kort voor het verzegelen twee keer zo zwaar als werkster larven. Ze hebben veel voer nodig. Eén dags darrenlarven krijgen per dag 776, zes dagen oude 1507 bezoeken van voedster bijen. Ze worden vijf tot veertien maal per uur gevoerd. Een werksterlarf wordt daar tegenover op de eerste dag elke vijf uur, vanaf dag vier twee keer per uur gevoerd. In totaal krijgt de werksterlarf tot het verzegelen van de cel 2069 bezoeken voedingen van de voedster bijen.
Terwijl de werkbijen zich direct na het uitlopen zelf voeden, worden de darren door de werksters gevoerd, met een mengsel van stuifmeel, honing en voedersap, het geen ook aan oudere werksterlarven gevoerd wordt. Pas uitgelopen darren worden 25 keer per uur, 2 dagen oude 16 keer per uur gevoerd. De eiwitrijke voeding heeft een versterkende en levensverlengende werking en bovendien nog een aanmerkelijke invloed op de geslachtsrijpheid van de darren. Pas na de eerste levens week nemen de darren koolhydraat rijk voer, b.v. honing, zelf op, maar prober