In de nazomer van 2003 begon mijn oude Carnica F-1 moer aan een stille moerwisseling. Na 3x een jonge moer van de raat '˜geplukt' te hebben, heb ik haar maar in een Apidea kastje weggezet en in de grote kast redcellen laten aanzetten omdat haar nateelt zeer zachtaardig is en zij de winter toch niet meer zou overleven. De jonge moeren heb ik laten bevruchten vanuit de Apidea-kastjes en daarna in oude moersvolken ingevoerd.
Eentje (jonge moer) bleef echter over en toen het november werd, heb ik maar besloten om haar te overwinteren en nog gauw wat extra voer te geven. De hele winter door zo'n beetje verdunde honing (ca 4 potjes van 450 gram) in kleine vogelfonteintjes toegediend. Het voorjaar was echter lang koud en gaf weinig vlieguren. Maart en begin april werd kritiek voor wat het voer betreft, maar ze heeft het grandioos gehaald.

De zelfgemaakte Apidea's zijn 16 cm hoog, 16 cm breed en 33 cm lang.
De 3 raampjes ( 10 x 15 cm) hebben een gezamenlijke raatoppervlak van 900 cm2
Ter vergelijking : een normale honingkamerraam heeft een raatoppervlak van 816 cm2
Dus een piepklein volkje en toch goed door de winter gekomen (met kunst en vliegwerk!).

Op 13 april heb ik haar onderste boven op een zesramer ( 2 uitgebouwde ramen, twee ramen voer en twee sluitramen) gezet.
De zesramer is een dubbelwandige Simplex-kastje (lekker warm) en staat nu op dezelfde plaats als dat witte Apidea-kastje (op een afgezaagde boomstam).

Ze vliegt er nu al 17 dagen lustig op los en ik wil haar laten uitgroeien tot een volwaardig volk.
Nog 14 dagen wachten en dan gaat de Apidea er af!
Ondanks dit succes zou ik het echter niemand aanbevelen om het ook eens te proberen.
!Piet