Tussentijdsche berichten van J.P.

[Jelte Pieter Dijkstra]

Het gaat uitstekend met mij, alleen is mijn stopwoordje niet meer het no (spreek je uit in het Fries als nó; de no van duo penotti, twee kleuren in een potti) maar druk druk. En zo hoort een student ook met zijn studie om te gaan. (Ja daar in dat klooster weten ze van aanpakken[;)]) Ik houd nauwelijks tijd over voor mijn eigen bijen. Ze gedijen super bij mijn afwezig. Ik kan me zo langzamerhand bijna een BD-imker noemen.

Tussentijds is er er veel gebeurd op bijengebied. Ik zou er zo 500 berichten over kunnen schrijven op dit forum. Dat ga ik natuurlijk niet doen, maar toch wil ik u nu in ieder geval en misschien later nog wel een op paar leuke artikelen wijzen.

Namelijk dit (het is denk ik goed om deze informatie hier op dit forum te verzamelen:
http://www.waldnet.nl/nieuws.php?id=7143

en kijk ook eens op deze website:
http://www.karelsbijensteek.info/bijensteek.htm

Tot ziens maar weer.
j.p.

P.S. Meneer Koopmans die ken ik goed. Hij is een schiercarnicaliefhebber.

[Jelte Pieter Dijkstra]

Vandaag kocht ik in het benzinepompstation Total '”scheef tegenover de Hortus Botanicus te Haren'” startkabels. Het laatste paar notabene. Het geluk op mijn hand. De accu van mijn witte Ford Fiësta lag op apegapen en vertikte het om de motor te starten. (Eveneens als gisteren tijdens het veldwerk midden in de boes boes nabij Slochteren.)

Met verbazing staarde ik naar de rode plastic kist voor de toonbank, terwijl ik de startkabels afrekende: een ongeordende box honingpotten. Ongeordend in type tweede hands pot, type deksel, type etiket, type kleur honing. Sterker nog; op de meeste potten zat niet eens een etiket! Ik las het karton bovenop de potten: honing uit de omgeving van Haren. Daaronder de prijs (die ik vergeten ben).

Ik pakte een pot en drukte deze de tankdepothouder onder zijn neus. Ik vroeg: van een imker hier uit de buurt?

Ja van meneer V. hier verderop.

Ik zette gauw de pot terug in het kistschap. Ik merkte nog stiekem de lijmresten op op de kreukelige opgeplakte etiketen.

Woest maakt mij zo iets. Een amateur die meneer V.. Ikzelf (en andere imkers met mij) slof me uit de sloffen om mijn imkershoning goed voor de dag te brengen. Via de juiste voorschriften.
Ik vind dat dergelijke verkooppraktijken ontoelaatbaar zijn en mijn devies luidt: aan de kaak stellen. Onverkoopware imkerswaar!

Sorry meneer V.

j.p.

[Jelte Pieter Dijkstra]

Ik bezit een klein legertje van mensen die op de uitkijk staan naar bijenboeken. Ik ben verzot op de vaak antiquariatische (bijen)boeken. Elk jaar breidt de rij bijenboeken zich met zo'n 20 a 25 cm uit. Natuurlijk gaat dat uitbredingsproces in toekomstige jaren minder snel; uitgeverijen geven bijna geen nieuwe Nederlandse bijenboeken meer uit en de oude vinden gretig aftrek onder de imkers. Zo nu en dan heb ik geluk. Afgelopen week heb ik van mijn ouders een boekje gekregen: Bijenhouden met succes van H.J. van Gool. Met een zegel van Van Dam uit Jubbega op het achterkaft. Een uitermate goed boek die ik betitel als een van de beste zo niet het beste Nederlandstalig bijenboek.

Ik wil u op twee paar dingen wijzen, die mij bij het koppensnellen opvielen:

Van Gool behandelt in 1977 (zesde druk) al kunststofkasten. Hij heeft het daar over kasten van hard plastic en zacht plastic (blz. 342). Opmerkelijk dat in die tijd Van Gool al een (moderne) richting gaf aan imkerend Nederland. Opmerkelijk dat de kunststof kast zo slecht in zwang raakt(e).

Wat ik wel zou willen weten is iets van de Apitherm 1-kast van blz 344. Is die vergelijkbaar met de huidige Segeberger qua hardheid van het materiaal? En hebben Nederlandse imkers deze kast ooit gebruikt?

Het tweede waar ik u op wil wijzen:
Een trend van de laatste vijf jaar is het steeds later invoeren. Zelfs vele forumers hebben een late invoering gepromoot. Zelf was ik er ook voorstander van, maar kom ervan terug:
Laat invoeren heeft wat mij betreft toch een nadelige uitwerking op een bijenvolk. Mijn mening is dat we bijen die het '˜winteruiterlijk' hebben (deze zijn kleiner van bouw, vaak ook anders van kleur; ik heb wel eens eerder over dit typisch andere uiterlijk geschreven ) niet moeten lastig vallen met eindeloos laat inwinteren. De grotere 'latezomerbijen' moeten de klus van het inwinteren klaren en dus moet de imker de invoerklus vóór 15 september beëindigen.
Van Gool is het eens met deze bewering. Hij beweert zelfs op blz. 281 dat te laat invoeren voor grote sterfte zorgt en bovendien zullen deze bijenvolken in het volgende seizoen nooit geen hoogvliegers zijn. Van Gool adviseert tevens om superol oftwel Chinosol door het wintervoer te doen. Chinosol voorkomt gisting. (Wie heeft dat wel eens gebruikt?)
Van Gool stelt impliciet op blz. 174 dat roer wordt veroorzaakt door een te late inwintering. Het gevolg van de te late inwintering is dat de bijen de winter ingaan met een grote portie onverzegeld voer. Onverzegeld voer gaat gisten en het gebruik van gegist voer veroorzaakt praktisch altijd roer. Einde citaat Van Gool.

Versterken de gevolgen van laat inwinteren niet de al aanwezige aanzienlijke sterfte onder de bijen (veroorzaakt door het nieuwe varroavirus), zodat de voorjaarssterfte massale trekken aanneemt?

Ik heb bij volken dit voorjaar last gehad van flinke roer. Ramen zwart van diarre. Ook ik was laat met invoeren bij deze volken. Ik maakte de fout om tevens nog eens extra (onverzegelde) stuifmeelramen op deze volken te zetten, zonder goed te kijken of die volken deze ramen wel konden bezetten.


Inmiddels ben ik begonnen met inwinteren. Hopelijk ben ik 15 september klaar.

j.p.

[jellehulzinga]

Ik bezit een klein legertje van mensen die op de uitkijk staan naar bijenboeken. Ik ben verzot op de vaak antiquariatische (bijen)boeken. Elk jaar breidt de rij bijenboeken zich met zo'n 20 a 25 cm uit.

Goeie morgen Jelte,
Op mijn homepage (http://www.bijengif.info)heb ik bij "berichten" een brief van Anneke staan met het adres van 2 antiquariaatwinkels in Arnhem en Nijmegen. Veel oude bijenboeken schijnen ze daar te hebben.
V.w.b. van Gool: Met dat boek in de hand ben ik rond 1985 met de cursus voor beginners begonnen. Dat was toen algemeen in zwang en vooral omdat het simpel imkeren betreft, nog steeds mijn lijfboek.
Theoretisch niet te diepgaand (dus niet te verwarrend) en een glashelder praktijkgedeelte per tijdstip, waarop er iets met de bijen moet worden gedaan.
Zo imker ik nog steeds. Met veel plezier. Zonder problemen.
Kan daarom het boek van harte aanbevelen. Een aanrader voor vooral beginners.
(En als er eens iets "afwijkends" gedaan moet worden, hebben we toch ons alvolprezen forum. Toch?)
Jelle

[Frans vanTongeren]

Gevolgen berusten niet altijd ..op een oorzaak !
Het niet-verzegel-mankement kan aan de plaatselijke omstandigheden liggen.
-
Romee (waar blijft ze toch) schreef over moeizaam verzegelen het volgende stukje:

Berichten - 06/06/2001 : 11:30:56
Romée van der Zee
Deelnemer # 2
verstuurd 06-06-2001 14:26
----------------------------------------------------------------------
De ongunstige verhouding tussen volksgrootte en de hoeveelheid ramen (te groot).
Bijen willen de binnengebrachte nectar over een zo groot mogelijk celoppervlak verspreiden, om het verdampen van vocht te optimaliseren. Een te laag aanbod aan ramen leidt bij grote dracht tot een vertraging in de verwerking, en niet zelden tot voortijdige verzegeling van de honing. Het gevolg is gisting op een later moment.
Te groot zal het aanbod aan ramen echter niet gauw zijn, al kan het wel bijdragen aan een ongunstige luchtvochtigheid in de kast. Samen met de temperatuur is juist die luchtvochtigheid van grote invloed op de snelheid waarmee de nectar tot honing wordt omgezet. Daarbij komt nog dat de verhouding suiker t.o.v. watergehalte per honingsoort verschillend is. Dat heeft uiteraard ook enige invloed op de verwerking.
De voorjaarsdracht is in een betrekkelijk korte periode van mooi weer binnengebracht. Daarna werd het relatief koud, regenachtig weer.
Het lijkt me tegen deze achtergrond dat Jelte niet de enige imker (in het Noorden) zal zijn met volken die nog niet klaar zijn met verzegelen. Ik zou nog even gewacht hebben met slingeren. Ook al was de buurman me voor. In het land der blinden is eenoog honing.
Wie een betere verklaring heeft moet het maar zeggen.
Romée

-
Maarten Kleijne schreef ook een stukje:
Berichten - 15/08/2002 : 16:04:40

Voorop zij gesteld dat mijn bijen in een gebied staan, waar tot diep in oktober altijd nog wel wat dracht is waarop druk gevlogen wordt.
Altijd al had ik de gewoonte vrij laat in te winteren (tweede helft van september) met een 3 op 2 oplossing, zoveel mogelijk ineens, in elk geval binnen een week. Meer uit luiigheid en met een gevoel 'eigenlijk doe ik het niet goed'.
In 1998 liep het fout. Door een combinatie van een buitenlandse reis en een verhuiizng in de eerste week van oktober , kwam het pas van inwinteren in de tweede week van oktober. Bovendien was het toen wekenlang slecht weer en kwam er geen bij meer buiten. Toen dacht ik: 'nu is het echt wel fout, dat wordt nieuwe volken kopen'. Tot mijn vreugde kwamen ze prima uit de winter alsof ik nooit iets fout had gedaan.
Sindsdien geloof ik niet meer dat ik zo fout bezig was. Ik winter ze laat in uit drie overwegingen:
-laat ze maar zo lang mogelijk zelf lekker bezig blijven en stuifmeel halen. Ik geloof niet in zoveel mogelijk winterbijen, maar in een gezonde imme die in het voorjaaar gaat halen voor het nieuwe broed en niet om elkaar in leven te houden.
-in de nazomerperiode met een klein broednest zijn ze ook niet gastvrij voor de varroa
-in verband met de klimaat verandering denk ik dat je bij alle inwinterdata uit de boekjes 3 weken op kunt tellen.
Een bijkomend voordeel van snel inwinteren is dat de bijen zelf de dosering aangeven. Ik geef alle volken 15 liter maar een deel houdt er op een gegeven moment mee op het verder op te nemen. Ik geef die half lege voerbakken dan extra aan de volken die nog graag wat meer blieven.

[Jelte Pieter Dijkstra]

Fr.

Geheugenvol opgesnord.

(((((((

Het niet-verzegel-mankement kan aan de plaatselijke omstandigheden liggen.

Naar ik meen speelde mijn problemen hun destijds af in het voorjaar: het nectaraanbod krimpt, maar het weer is nog redelijk en de bijen verzegelen niet. Ze hebben (net) te weinig honing om de raat voldoende te kunnen verzegelen.
Echter bij het invoeren ligt het anders. IN PRINCIPE is het aanbod van nectar voldoende(suikeroplossing), ECHTER het tijdstip van het jaar, daarmee samenhangende de temperatuur, de luchtvochtigheid de vrouwen(power), die nectar moeten vervoeren sjort het aan.

En .......natuurlijk is er die ene uitzondering op de regel.

[willem]

Wat ik wel zou willen weten is iets van de Apitherm 1-kast van blz 344. Is die vergelijkbaar met de huidige Segeberger qua hardheid van het materiaal? En hebben Nederlandse imkers deze kast ooit gebruikt?

JP
De apitherm-I kasten zijn gemaakt van polyurethaan-schuim en zijn gemaakt voor het gebruik van 10 Zanderramen(koud)of 12 ramen duits-normaal(warm), de apitherm-II voor 8ramen Langstroth. Beide typen zijn voorzien van allerlij toeters en bellen. Afwijkende maten, dus dat gebruiken we niet [xx(]. Verder zal de prijs wel hebben meegespeeld, stervens duur zelfs IK, verzamelaar van kunststofkasten, heb er vanaf gezien.
Willem

x

[Jelte Pieter Dijkstra]

1. Naar de iemker.

Ga je mee Koos? vroeg oom Albert.
Natuurlijk ging hij mee. Voor '˜n fietstochtje op'n mooie avond was Koos wel te vinden.
Is't ver? vroeg koos.
Zo'n drie kwartier fietsen! '˜t Viel koos niet mee! Voor zijn part mocht het drie uur fietsen zijn. Hoe verder hoe liever.
Het begin van de reis was het moeilijkst'¦'¦'¦'¦.

Dit is het begin van het eerste hoofdstukje uit het boekje KOOS DE IEMKER. Een antiquaritisch kinderbijenboekje van een hele aardige kwaliteit (ja een van mijn speurders heeft het opgesnord).
Opmerkelijk dat destijds al een bijenboekje voor kinderen uitgegeven werd. Het is uitgekomen in een serie waar meer (boerderij)dieren behandelt werden. Het is een vervolg op '˜Van kippen en hermelijnen.'

Mijn boekje heeft een donkerroze voorkant waarop een grote korf met bijen staat afgebeeld. De schrijver is D. Tipstra en het is uitgegeven bij Jacob Dijkstra Groningen. Het boekje bevat leuke tekeningen van Sjoerd Kuperus. Wat ik dus niet weet, is de ouderdom. Ik schat uit de dertiger jaren.
Wie weet wanneer dit boekje is uitgekomen?????????? En was de uitgave een progandastunt (van een imkervereniging )om kinderen bij het imkeren te betrekken? Overigens staat er geen vereniging in vermeld.


Een opmerkelijk iets is de titel. Geen imker, maar iemker. Zelf voel ik mij daar heerlijk bij, omdat deze uitspraak het dichts de Fryske uitspraak benaderd. Overigens zegt Kramers woordenboek dat iemker synoniem is met imker.

[Piet Jager]

Dag Jelte,

Zelf heb ik het eerder (vroeger?) in het begin van de zestiger jaren wel gebruikt op school. Het was gewoon een leesserie voor het Lager(basis-)onderwijs, net als vele andere series uit die tijd. Leeftijdscategorie ca 10 jaar / klas 4 (Groep 6). Jakob Dijkstra was bekend door z'n vele schooluitgaven. 'k Heb nog wel een exemplaar op de zolder liggen. Gered uit de container, die bij een scholenfusie volgestouwd werd met oude lesboeken. Aardig boekje, maar eigenlijk sprak het de kinderen van die tijd al niet meer zo aan!

!Piet

[Jelte Pieter Dijkstra]

Bedankt Piet,

Zo zie je maar weer. Die oudgedienden met hun vergaarde kennis....

Maar ja, wanneer is het uitgebracht, moeilijk te achterhalen.

j.p