Tros komt los van het voer en verhongerd

[Tieme]

Heren,

Als ik jullie zo hoor maak ik me bijna zorgen over de inhoud van mijn kasten. Vorig jaar en het jaar daarvoor had ik geen sterfte.
Ik heb de volken op tijd behandeld met thymol, maar ik was over de inwintering na de heide niet zo heel tevreden.

Toch ga ik de kasten niet openen. Ik kijk wel door de plexiglas dekplank. Als ik de tros niet zie zitten ben ik al iets geruster (ze zitten dan laag in de kast). Als er dan ook nog mooi wasmul op de bodemschuif ligt ben ik al weer iets geruster. Dan kan ik nog een tik tegen de kast geven en horen of er geruist wordt.

En de rest blijkt wel als het weer een warm wordt.

Tieme

[Piet Jager]

Hans schreef: "Ja dus; ouderdom virus! helaas"

Uit honingbijen werden tot op heden 17 verschillende virussen geisoleerd en beschreven, maar deze ken ik nog niet!

Of het moet al zijn, dat je daarmee het 'virus' van 'al onze chemische bestrijdingsmiddelen en bestrijdingsmethoden' bedoelt, welke een versneld verouderingsproces kunnen inzetten door een verminderde weerstand.

Wat is de wetenschappelijke naam van dat virus?

!Piet (... van kritisch bijenbeheer [;)])

[Tieme]

Of zou het het doodga-virus zijn?

Nee, flauw.

Maar, waarom zou een ziekte koud een maand na het laatste mooie weer al zijn tol gaan eisen? Is het niet wat vroeg voor abnormale sterfte? Heeft het niet te maken met teveel interventies te laat in het jaar in de volken?

Tieme

[Hans van der Post.]

Piet kijk eerst eens kritisch in het achief wat indertijd Gerard Boswinkel een uittreksel van een lezing bij de kon.teeltdag ik dacht van 2003 over virussen werd vertelt.
Hans

[Piet Jager]

Onderstaand een gedeelte van dat verslag van Gerard Boswinkel n.a.v. een voordracht van Hayo Velthuis, gehouden op de koninginnenteeltdag te Utrecht op 31 jauari 2004.

Ad3. Waaraan sterven onze volken

"In de winter van 20002 op 2003, zijn in Nederland (en de rest van West-Europa) veel volken dood gegaan. In veel gevallen is dit geweten aan de varroamijten. Echter uit onderzoek is gebleken dat er geen direct verband bestaat tussen het aantal mijten in een volk en de dood van een volk. In acht dode volken werden per volk tussen de 2600 en 25000 mijten aangetroffen. In zeven andere volken die nog in leven waren, bevonden zich tussen de 27 en 26000 mijten.

Een veel waarschijnlijker oorzaak waardoor de volken dood gaan, is het feit dat varroamijten virussen kunnen overbrengen. In de jaren '70 (dus voor de komst van de varroa in West-Europa) heeft mevrouw Ball uit Engeland onderzoek gedaan naar virusziekten bij honingbijen. Door haar onderzoek zijn er nu 14 verschillende virusziekten bij bijen bekend. Twee virussen zijn op dit moment extra van belang. Het gaat hierbij om het verkreukelde vleugeltjes virus (DWV) en het acute verlammingsvirus (APV).

Het verkreukelde vleugeltjes virus (DWV)
Dit virus is door mevrouw Ball vaak in onderzochte volken aangetroffen, ook al voor de komst van de varroa. Echter het voorkomen van dit virus heeft toen nooit de dood van een volk tot gevolg gehad. Dit komt doordat vroeger het virus werd overgedragen via het voedsel dat de bijenlarve kreeg. De darmwand van de larve/pop voorkwam dat het virus in het bloed van de bij kon komen. Momenteel is de situatie zo dat de varroa (die het virus bij zich draagt) het virus direct in het bloed van de pop brengt. Dit heeft tot gevolg dat 20% van de geinfecteerde poppen direct dood gaan en de overgebleven 80%, bijen oplevert met een verkorte levensduur (ongeveer een halvering). Vervolgens is het zo dat de nakomelingen van de mijten uit een met DWV-virus besmette broedcel, het DWV-virus zelf ook kunnen overbrengen. In het bijenvolk vindt dus een geleidelijke toename plaats van broed dat is besmet met het DWV-virus. De sterfte van volken als gevolg van het DWV-virus vindt dan ook meestal plaats aan het einde van de winter (eind februari '“ begin maart)

Het acute verlammingsvirus (APV)
Door mevrouw Ball is dit virus in de jaren '70, slechts twee maal gevonden. Haar onderzoek wees ook uit dat een larve pas ziek wordt, wanneer er 100 miljard virussen in de larve aanwezig zijn. Echter doordat de varroa het virus in het bloed van de pop brengt is het virus nu wel schadelijk voor het bijenvolk. De ziekte is te herkennen aan de z.g. krabbelaars voor de kast. Dit zijn de die besmet zijn door het acute verlammingsvirus en daardoor niet meer kunnen vliegen. Het blijkt ook dat 100% van de poppen die zijn geïnfecteerd door het virus sterft. Omdat uit het onderzoek van mevr. Ball duidelijk is geworden, dat bijen pas ziek worden wanneer er 100 miljard virussen aanwezig zijn, moeten er in het bijenvolk veel APV-besmette mijten aanwezig zijn. Deze grote hoeveelheden mijten vinden we vaak aan het einde van het seizoen (juli, augustus) De sterfte van volken door het APV-virus vindt dan ook snel plaats ergens in september of aan het begin van de winter"

!Piet ( .. van kritisch bijenbeheer [;)])

[Hans van der Post.]

Verder plaats ik stukjes tekst uit een recente mail conversatie tussen mij en 000
Dit heb ik aan 000 gevraagd of dit plaatst mag worden.[:)]
Hans

Hans ik ben het met je eens. Ik spreek xxx niet zaterdag, dat was een week eerder bij yy
Wat zz betreft, hij heeft waarschijnlijk gelijk met een groot aantal virussen. Het onderzoek waar ik naar refereer heeft ook meerdere virussen gevonden.
Ik noem een paar afkortingen:KBV, FV, BVY, BQCV, APV.
Het frappante is, dat daar waar verdwijning werd geconstateerd, in 100% van de gevallen de combinatie Nosema BQCV werd gevonden.
In Engeland heeft men 25 jaar geleden reeds vastgesteld dat een combinatie van Nosema en BQCV de levensverwachting van bijen aanmerkelijk verkort.

In ADIZ van september staat een onderzoek van het instituut in Kirchhain m.b.t bijensterfte.
Het vermoeden bestaat, dat een combinatie van nosema en virussen de mogelijke oorzaak is.
Het BQCV (Black Queen Cel Virus) is bijzonder verdacht.
Ook denkt men dat virussen die vroeger regionaal actief waren, door de varroa wereld wijd verspreid zijn. Men waarschuwt alert te zijn, omdat de nosema besmetting niet het normale beeld hoeft te hebben (vuile plekken op vliegplank en raten) om in combinatie met virussen schadelijk te zijn

[Piet Jager]

Ja, sommige virussen worden inderdaad geassocieerd met Nosema.
Het virus van de zwarte koninginnencellen (Black Queen Cell Virus / BQCV, het bijenvirus Y (BVY) en het draadvormig virus (Filamentous-virus, FV) vormen op zich in feite geen probleem. Slechts wanneer ze samen met Nosema voorkomen kunnen ze mede verantwoordelijk gesteld worden voor 'acute' Nosema ziekte.

!Piet (... van kritisch bijenbeheer)

[Tieme]

Komt vervolgens de vraag;

Wat kun je er aan doen?

Tieme

[Piet Jager]

Eerst d.m.v. microscopisch (450 x) onderzoek de graad van een eventuele Nosema-besmetting vaststellen!

!Piet (... van kritisch bijenbeheer)

[Tieme]

Ik heb wel met Thomas te doen.
Wat ga je nu doen?
Alles wat nog leeft samenrapen en volgend jaar proberen het weer op te bouwen?

Tieme