Eenzelfde sterftebeeld en conclusie !?

[Piet Jager]

Hans,

Dr. Reinholt Siede van het Bijeninstituut Kirchain aan het woord (2003):

"Gesocialiseerde en onafhankelijke virussen
Virussen van de bijen treden hoofdzakelijk in samenhang met andere ziektenverwekkers op. We spreken van gesocialiseerde en niet-gesocialiseerde virussen. Met Nosema Apis kunnen het zwarte koninginnencel-virus (BQCV), het Kashmir-bijenvirus (KBV), het Filamentose-virus (FV) en het Y-virus (BVY) geassocieerd zijn.
Het BQCV alleen kan geen krabbelaars-symptomen veroorzaken.

KBV is mogelijkerwijs voor de middel Europese bijen een nieuwe veroorzaker, die bij gelijktijdig optreden met nosema, de schade versterken kan. In deze samenhang komt de vraag, of de virusbelasting vanwege de wereldwijde verspreiding van de varroamijt in zijn totaliteit toegenomen is en enige virussen wereldwijd voorkomen, wiens verspreiding vroeger regionaal begrensd was. Je zou kunnen veronderstellen, dat tegen deze achtergrond Nosema-schade tegenwoordig bedreigender is dan vroeger. Opvallend is de sterke nosema aantasting van de meeste onderzochte monsters.

Alle imkermaatregelen die tot een inperking van Nosema bijdragen, remmen gelijktijdig het BQCV, het FV, het KBV en het BVY.

Wijzen van overdracht
Virussen, niet in staat zichzelf te verplaatsen, worden verbreid. Overdracht binnen het volk is theoretisch mogelijk door het voedersap, de raten, het voedsel, kontact van bij tot bij en infecties door mijten, verder oraal contact met faeces en ei-transport. De laatst genoemde wegen geven verbreiding door het afzetten van virusbesmette uitwerpselen in het volk en opname van de uitwerpselen door de poetsbijen, als ook door overdracht van de ene generatie op de volgende door het eieren leggen van de koningin.

Experimenteel werd de overdracht van SBV (zakbroedvirus) nagetrokken van generatie op generatie met het voedersap van voedsterbijen, de orale faeces overdracht in het geval van KBV, de contact-infecties bij CPV en de infectie-afhankelijke overdracht (V.destructor en DWV,APV,KBV).

Een uitbreiding van volk naar volk kan door roverij, zwermen, door sperma, het paringsgebeuren, vliegen op gemeenschappelijk drachtbronnen, infectieveroorzakers, andere gastheren en bovenal door de imker zelf plaatsvinden.

Bijenverplaatsingen worden gewoonlijk als risico-momenten beschouwd. Lokaalvreemde virussen of virusstammen zullen daardoor versleept worden.

We moeten echter in aanmerking nemen, dat vele van deze denkbare verbreidingpaden experimenteel niet begaanbaar zijn"

Meer weten???
http://www.buckfast.de/pdf/BI4-03.pdf

!Piet

[Piet Jager]

Hans,

Virussen kunnen zich alleen maar handhaven in levende cellen en houden zich onder anderen parasitisch op in bacterien, planten en dieren. Van een aantal virussen is bekend dat ze wel cellen infecteren, maar niet dadelijk ernstige schade aanrichten. Ze leiden vaak een sluimerend bestaan alvorens virulent te worden en voor een ernstige ziekte zorgen.

Nosema is geen virus, maar een eencellige micro-organisme en als darmparasiet erg besmettelijk en kan zeer lang latent aanwezig zijn. Zij tast het darmepitheel (darmwand) van de middendarm aan, waardoor de geassocieerde virussen de levende lichaamscellen van de bij kunnen binnendringen.

Als het darmepitheel zou worden aangetast door het oxaalzuur in de sproei- en druppelmethode krijg je - volgens mij - hetzelfde effect, hetgeen onder bepaalde omstandigheden zou kunnen leiden tot het virulent worden van het virus, met als gevolg een acuut ziekte- en stervensproces.

!Piet

[depauws]

Onze Franse collega's zien een andere reden voor de verdwijnziekte, zij menen dat Imidacloprid en Fipronil de oorzaak zijn.
Dit zijn zenuwgiffen die systemisch in de plant verspreid worden, ttz alle delen van de plant inbegrepen het flueemsap en de pollen bevatten een kleine hoeveelheid zenuwgif, de bedoeling is de insecten die van de plant eten of zuigen te doden, en volgens de reclame van Bayer en BASF werkt dit ook.
Volgens de franse imkers verstoort het zenuwgif de orientatiezin van de bijen, dit zal dan resulteren in het verloren vliegen van de bijen na het opeten van de wintervoorraad ( honing en stuifmeel).
Het beeld van de kast lijkt dan perfect op het beeld door Piet geschetst.
In Duitsland worden dezelfde producten gebruikt, daar is ook enige vorm van verdwijnziekte maar Bayer en BASF worden niet in vraag gesteld.
In Nederland en België worden deze zeunwgiffen ook gebruik in de insecticides van de 2 firma's, lees maar de samenstelling van de middelen aangeboden in de groencentra en misschien bij U op het schap.
We moeten natuurlijk gegevens hebben om hier een juist antwoord te vinden, daarom zijn de kastkaarten al een goede aanzet.
Groeten

[Piet Jager]

Tegen de achtergrond van deze actuele discussie over de bijensterfte 2005/2006 kunnen we, dacht ik, gevoeglijk vaststellen dat het hier om een gecombineerd fenomeen gaat namelijk 'verdwijnziekte'/reststerfte.

Vervolgens zijn er tot nu toe vele vermeende oorzaken aangedragen.

A. Pathologisch (ziekteverwekkers)
1. Varroamijt annex virusinfectie
2. Nosema Apis anex virusinfectie
3. Nosema Ceranae annex virusinfecte

B. Klimatologisch
1. Slechte zomer
2. Warme, late nazomer / vroegtijidig uitgeput
3. Te late inwintering

C. Varroabestrijdingsmiddelen*
1. Verzwakking weerstandsvermogen
2. Onjuiste bestrijding
3. Geen varroabestrijding toegepast
4. Inwerking zuur-behandelingen (HMF-gehalte) op voedselvoorraden

D. Landbouwbestrijdingsmiddelen*
1. Gaucho / Imidacloprid / Fipronil
2. Des-orientering

E. Stuifmeelaanbod
1. Tekort vlak na zwermperiode
2. Slechte eiwit-vetlichaam
3. Rijke aanbod in de nazomer (opleving late nosema-piek)

F. Rasgebonden
1. Italiaans bloed / genetisch bepaald
2. Te langdurige broedzorg /snelle veroudering


*Chemische bestrijdingsmiddelen (Chemisch gesynthetiseerde, allopathische producten)
Een zeer apart bestrijdingsmiddel is pyrethrine (pyretrum), waarvan ooit bekend was dat het zuiver natuurlijk en onschuldig was. Totdat bleek dat het supergevaarlijk is. Het is een zenuwgif. Pyrethrum is giftig voor insecten, zeer giftig voor nuttige insecten, zoals bijen. Bijen zijn zeer gevoelig, vliegen zijn dat iets minder en nog minder geldt dat voor kakkerlakken, vlooien en kevers. Voor insecten vertoont het een uitgesproken val dood-effect. Een insect dat met het gif in aanraking komt, ligt binnen enkele seconden met de pootjes omhoog. Als de concentratie hoog genoeg is, zijn de insecten meteen dood. Pyrethrumachtige stoffen, de kunstmatige pyrethroïden, worden tegenwoordig veel gebruikt (o.a. permethrin).

!Piet

[Tieme]

Hallo Piet,

Door naar de overeenkomsten tussen de gestorven volken te kijken zal men niet tot een sluitende conclusie komen. Door naar het verschil tussen gezonde en stervende volken te kijken misschien wel.

Op eenzelfde stand komen volken voor die glansrijk de winter uit komen, volken die verzwakt de winter uitkomen en volken die niet de winter uitkomen. Als deze volken eenzelfde behandeling hebben gehad, wat is dan de verschilfactor?

Alle mogelijke oorzaken die je noemt zijn werken in principe in op zowel de gezonde als de stervende volken. Wat veroorzaakt dan het verschil?

Tieme

[Piet Jager]

Dag Tieme,

Wisten we dat maar, want daar gaat het nu juist om!

Elk volk is een individu met haar eigen individuele mogelijheden, maar ook haar eigen beperkingen, alsmede haar eigen omgevingsfactoren. De directe omgevingsfactoren zijn vrijwel nooit gelijk en dat kan op zichzelf al het cruciale verschil uitmaken.

Als deze volken eenzelfde behandeling hebben gehad, wat is dan de verschilfactor?

Als ......? Dat is nou net niet waar en is nu juist de crux en dat wil BEEFRIENDS nu boven water halen en de verschilllen in kaart brengen om dichter bij de werkelijke oorzaken te komen.

!Piet

[Hans van der Post.]

Tieme schrijft: Op eenzelfde stand komen volken voor die glansrijk de winter uit komen, volken die verzwakt de winter uitkomen en volken die niet de winter uitkomen. Als deze volken eenzelfde behandeling hebben gehad, wat is dan de verschilfactor?
Waarom krijgt de ene mens griep en de ander niet?
Dit is kwestie van erfelijkheid - gevoeligheid voor - griep, bijen nozema of andere "plagen". Ik denk dat je bij bijen de zelfde wijze de vererving moet hanteren wat betreft de gevoeligheid voor ziektes als bij andere levende organisme. Hoewel het bij bijen wat ingewikkelder ligt. Immers een bijenvolk heeft minstens 20 vaders en maar een moeder.
Hans

[Romée van der Zee]

In 2004-2005 heeft zich in Duitsland geen noemenswaardige bijensterfte voorgedaan. Bij ons evenmin. De berichten voor afgelopen jaar wijzen erop dat het daar weer raak was. Ook hier, al vind ik het bij de huidige testgroep op http://www.beefriends.org nog niet terug. (Nu 8%)
Volgende week verneem ik in Duitsland meer over hun actuele waarnemingen, en hoop ik tot verdere uitwisseling te komen.
De meest gevolgde gedachtegang daar, is op dit moment, dat te laat, en verkeerd bestreden is tegen de varroamijt. Doordat virussen virulent geworden zijn, kan bij een relatief lage varroapopulatie, vroeg de schadedrempel overschreden worden. Tijdens het seizoen is mierezuur een veelgebruikt middel. Alleen, het is moeilijk te hanteren omdat de effectiviteit afhankelijk is van externe factoren als de temperatuur. Een late behandeling met oxaalzuur heeft in zo'n situatie al helemaal geen uitwerking meer.
Of deze benadering juist is, kan met de monitoring die ik nu heb opgezet, met terugwerkende kracht worden nagegaan. Piet en anderen maakten al opmerkingen in deze richting.
sterkte mensen
Romée


monitoring bijen en imkers op: http://www.beefriends.org

[Piet Jager]

Tieme,

Soms maakt het verschil een kwestie uit van leven of dood !

Wat is het verschil?

Eind januari kocht ik in de supermarkt zo'˜n netje met wat knoflookbolletjes er in. Ze zagen er ogenschijnlijk allemaal prachtig en precies hetzelfde uit en ik nam aan dat ze ook allemaal dezelfde behandeling hadden gehad. Twee maand later hangen ze nog bij ons op dezelfde plaats in de keuken. Maar wat zie ik nu? 1 bolletje begint prachtig groen uit te lopen en de anderen zijn nog zo '˜dood' als een pier. Nee, niet ingedroogd of verrot. Ze zien er nog net zo prachtig uit als toen we ze hebben gekocht. Waarom nu dat ene bolletje wel en die anderen niet??? Wat is het verschil??? Ze hebben toch allemaal dezelfde behandeling gehad???

Had ik nu maar een knoflookbollenkaart bijgehouden over hun levensloop, dan was ik er achtergekomen dat die knoflookbollen allemaal worden bestraald tegen uitlopen en voor de houdbaarheid. Dat ene bolletje was voordat ze in de straling gingen juist op de grond gevallen en later weer opgepakt om bij de grote voorraad bestraalde bollen op transport verder te gaan naar de verpakkingsafdeling. Dat is nu juist het verschil!!! Door nauwkeurig een kastkaart van je bijenvolken bij te houden en mee te doen aan BEEFRIENDS komen ogenschijnlijk kleine verschillen soms met grote gevolgen aan het licht (ook bij jou). BEEFRIENDS staat garant voor een goede verwerking en een juiste analyse. Succes !

!Piet

[J.R.]

[
3. Te late inwintering

!Piet

Als je vroeg inwintert en er wordt nog lang broed aangezet,zoals afgelopen jaar, wordt het broed dan met honing of suikeroplossing gevoerd (winterbijen). Heeft dit effect op de levensverwachting.
Jan