Die scheiding komt inderdaad tot stand zoals Hans dat zegt.
Je ziet het als honing van Koolzaad en 'valse Acacia' door elkaar heen zitten.
Koolzaad bevat als monosaccharide voornamelijk glucose, dus druivensuiker.
Acacia voornamelijk fructose, dus vruchtensuiker.
De vruchtensuiker heeft een lager soortelijk gewicht en komt opgelost
boven drijven en kristalliseert pas na een jaar.
Wanneer het vochtgehalte goed is van die laag vloeibare honing boven op
de gekristalliseerde, hoeft dat nog geen aanleiding te zijn tot gisting.
De meeste oudere imkers kennen het verschijnsel wel. De klanten moet je het
uitleggen. Dan vinden ze het ook nog handig, want dan hoeven er geen twee
potten op tafel, Wie cremige wil hebben steekt de lepel diep in de pot;
wie vloeibare wil enz.
De pot honing waar Xander het over had is waarschijnlijk niet rijp geweest
en bestond uit een mengsel. B3
P.S. In mijn uiteenzetting over de kleine mogelijkheid
van besmetting met Methaanbacterieén, heb ik met dissimilatie
de Methaangisting bedoeld. Meer bekend is de Melkzuurgisting.
Er zijn nog meer typen gisting.
De woorden gist en geest zijn verwant. Zie geestrijk vocht.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om Primus te vertellen dat ik er nog niet
achter ben wat zijn Mirbongeest was. Ik denk aan 'n gistingsproduct
uit de Mirteplant. Ik weet niet meer in welk topic hij er naar vroeg.