broedritme en omvang bijenvolk

[Gerard Boswinkel]

Hoi !Piet,

Bedankt voor je vele figuren en zo maar zoals Willem al aangeeft, heeft recentelijk onderzoek toch echt aangetoond dat het allemaal veel minder is dan wij aanvankelijk dachten. Die veertig dagen regel waar jij in een aantal bijdragen over schrijft, blijkt echt niet waar te wezen. De gemiddelde levensduur van een bij in de zomermaanden bedraagt slecht twee tot drie weken. Ik heb een internet link gevonden waar over het Liebig onderzoek wordt gesproken. Misschien moet je dit stuk tekst even lezen
http://www.beekeeping.com/artikel/thiel ... schaft.htm

Ben je dan nog niet overtuigd, dan moet je even het artikel waarnaar gerefereerd wordt aanvragen bij de WUR. Het betreffende artikel is:
Liebig, G., 2002: Über das Lebensalter der Bienen. Kurzlebigkeit ist die Grundlage der Bienengesundheit. Deutsches Bienenjournal 10 (2): 48-50. Berlin, Germany. Even langs de WUR rijden en het betreffende nummer inkijken kan natuurlijk ook.

Groeten.............

Gerard Boswinkel

[Piet Jager]

Gerard,

1. Waar komen die hoge torens van kasten met Buckfastbijen vandaan?
2. Waar komen die grote zwermen van 3,5 kg vandaan?
3. Waar komen die 75 kg honing per kast vandaan?
4. etc. etc.

Allemaal imkerlatijn !?!?!?

!Piet

[Piet Jager]

Mr. Liebig schrijft:

"In veel handboeken kunt u een levensduur van 4-6 weken vinden. Dit zou betekenen, dat een maximale broednest van 4.000 cellen tot een volkssterkte van 50.000 tot 80.000 bijen leidt. Volgens Liebig telt een bijenvolk zelden meer dan 40.000 bijen in de zomer, hoewel tijdens de observatieperiode vanaf 1996 Juli tot 1997 Oktober meer dan 275.000 bijen zijn uitgebroed, zijn er tijdens de zelfde tijdspanne ook meer dan 265.000 bijen gestorven.

Het kweken van bijen kan noch door een stroom van nectar of honingdauw noch door bijvoeren worden bevorderd. Vergeleken met dat is het mogelijk dat het broednest door zware nectardracht of door bijvoeren wordt beperkt, hetgeen een positief effect op de levensduur van de werksters heeft, die dan geen broed hoeven te verzorgen."

Geinteresseerden kunnen onderstaande URL van de engelse bijensite even in de vertaalmachine van altavista zetten en krijgen dan het hele artikel uit het engels naar het nederlands vertaald.

http://www.beekeeping.com/articles/us/t ... cience.htm

!Piet (.... volgens mij, niet veel nieuws)

[Gerard Boswinkel]

Hoi !Piet,

Ik had niet anders verwacht dan dat je nog zou gaan reageren! In jou bijdrage schrijf je:

Gerard,

1. Waar komen die grote torens van kasten met Buckfastbijen vandaan?
2. Waar komen die grote zwermen van 3,5 kg vandaan?
3. Waar komen die 75 kg honing per kast vandaan?
4. etc. etc.

Dit is zeker geen imkerslatijn dat weet ik ook wel. Echter als iemand wekelijks de toestand van een volk meet en qua volkssterkte niet boven de 40000 bijen uitkomt, dan moet je gewoon maar accepteren dat het zo is. In deze hoge torens zullen dus per raat misschien minder bijen aanwezig zijn.

Groeten.............

Gerard

[Piet Jager]

Citaat Gerard: 'recentelijk onderzoek heeft toch echt aangetoond dat het allemaal veel minder is dan wij aanvankelijk dachten. Die veertig dagen regel waar jij in een aantal bijdragen over schrijft, blijkt echt niet waar te wezen. De gemiddelde levensduur van een bij in de zomermaanden bedraagt slecht twee tot drie weken. Ik heb een internet link gevonden waar over het Liebig onderzoek wordt gesproken'

1. De 40-dagen regel heeft niets te maken met de levensduur van de bijen, maar met de tijd die verloopt tussen 1 daagse eitjes en de 1e dag van haalbij worden.

2. De gemiddelde duur van een bij in de zomermaanden is 2 tot 3 weken. Dat is erg ongenuanceerd! Is dat a.) vanaf de dag dat ze uit de broedcel kruipt of b.) vanaf de dag dat ze haalbij wordt? Indien je b.) bedoelt, dan heb je niet gelezen, dat ik schreef: "Vervolgens zien we een vermeerdering van volwassen bijen door geboorte-overschot van jonge bijen, die na hun geboorte nog zo'n 35 dagen leven". Dat komt overeen met 21 dagen broedbij en 14 dagen haalbij.

3. Gaat meer over het aangehaalde uit dat artikel mbt Dr. Liebig en heeft dus geen betrekking op jou. De levensduur van de bijen in de zomermaanden, inherent de oorzaken worden niet gestructureerd weer gegeven. De zomermaanden zijn verhoudingsgewijs een zeer lange en belangrijke periode in het bijenleven en duren 3 maanden te beginnen op 21 juni, wanneer de opgaande lijn van het broednest en volkssterkte veelal tot stilstand komt, dan wel afneemt en de langste dag is geweest en eindigt op 23 sept. In deze periode worden juist de langstlevende winterbijen geboren. De overtollige 'ouwe hap' wordt daarna om fysieke en economische redenen afgestoten, evenals eerder de darren.

4. Dr. G. Liebig heeft 11 jaar geleden onderzoek gedaan naar de levensduur van bijen. Hij begon op 5 juni 1996 met een klein volkje van 900 bijen zonder broed, een honing-/stuifmeel raam en een jonge moer op 8 lege ramen. Eind juni, vlak voor het eerste broed uitliep, had het volkje nog slechts 500 bijen en een broednest van 400 cellen.
Binnen 2 maanden tot eind augustus steeg het aantal bijen tot 8.000. Op 10 oktober werden voorbereidingen getroffen om het volkje van ongeveer 7800 bijen te overwinteren. Tijdens de winter verloor het volkje slechts zeer weinig bijen. Op 6 maart 1997 had het nog ongeveer 7500 bijen en reeds 8400 cellen met broed. In ca drie maanden tijds groeide het broednest constant en bereikte op 28 mei haar maximum van bijna 40.000 cellen met broed (= ca 1900 eitjes per dag). (Daar ga je Willem en Gerard!). In juni en juli verzorgde ze meer dan 30.000 cellen broed. In augustus en september nam het broednest opnieuw af en in oktober 1997 was het vrij van broed, evenals het jaar daarvoor.

5. Hoe kun je nu de levensduur van een enkele bij precies bepalen? Volgens DR. Liebig waren de 500 bijen op 27 juni 1996 op zijn minst 22 dagen oud en 21 dagen later bij een intervalmeting op 18 juli waren ze gestorven (22 + ca 18 = levensduur van 40 dagen gestorven? ). (Daar ga je weer, Gerard!? ). Maar niet alleen deze, ook een groot deel van de bijen die nog niet op 27 juni waren uitgelopen. Geschat werd dat tussen 27 juni en 18 juli het aantal bijen was gestegen tot 4000, onder voorwaarde dat al het broed moest zijn uitgelopen en geen enkele bij verloren was gegaan. Maar in feite werd het volkje juist sterker door 1.750 bijen (???). Als je uitgaat van de veronderstelling dat de oudere bijen eerst sterven, dan zijn die 500 bijen die in dat kleine volkje voor 5 juni zijn geboren, bij de intervalmeting al verdwenen; bovenop de helft van de bijen die bij de intervalmeting al waren uitgelopen.(???)

N.B.
Het laatste stuk van punt 5 is me niet helemaal duidelijk, vind ik niets-zeggend en zeer zwak door de woorden: geschat, onder voorwaarde dat, en uitgaan van de veronderstelling.

!Piet

[Dirk Blanken]

Citaat van Piet:
5. Hoe kun je nu de levensduur van 1 enkele bij precies bepalen?

Een prikklok aanbrengen lijkt me.

Ik ben benieuwd naar de oplossing!

Dirk


dertiende

[willem]

Op 6 maart 1997 had het nog ongeveer 7500 bijen en reeds 8400 cellen met broed. In ca drie maanden tijds groeide het broednest constant en bereikte op 28 mei haar maximum van bijna 40.000 cellen met broed (= ca 1900 eitjes per dag). (Daar ga je Willem en Gerard!).

5. Hoe kun je nu de levensduur van 1 enkele bij precies bepalen?

!Piet!
Van 6 maart tot eind maart is 25 dagen, april heeft 30 dagen en mei geeft weer 28 dagen. Tesamen is dat 83 dagen.
De broed aanwas is 40.000(op 28/5) minus 8400(wat er al was op 6/3) dat geeft 31.600 cellen. Dit gedeeld door 83 dagen is gemiddeld 381 eitjes per dag.
En nee, de levensduur van een enkele bij is in praktijk omstandigheden niet te bepalen maar bijen leven zoals je weet in een populatie en daar is de groep belangrijker dan het individu.

Antwoord op je erdere vraag: ik ga uit van enkelzijdige broedvlakken.
Een verdere dicussie over het oorspronkelijke grafiekje lijkt mij zinloos, tenzij we het "Nordisk Bitidsskrift" uit 1953 tevoorschijn toveren en dan maar hopen dat het erin staat.
De grafiek van Ted Hooper is volgens mij lucht fietserij. Hij verklaard nergen hoe hij aan die waarden komt. Als ik de tekst goed lees komt het neer op de aanname dat een bij tussen de 51 en 56 dagen oud wordt. Het aantal broedcellen kan hij wel gemeten hebben natuurlijk.
Hij heeft het ook over volwassen en onvolwassen bijen. In de grafiek geeft hij alleen het aantal volwassen bijen weer, dus zo'n 20.000 jonge bijen teld hij niet mee. Knappe vent trouwens dat hij het verschil kan zien tussen een bij van b.v. twee en vier weken.
Groeten, Willem

[willem]

Een prikklok aanbrengen lijkt me.

Ik dacht al: "Waar blijft Dirk"[;)]
Willem

[Piet Jager]

Citaat Willem: De broed aanwas is 40.000(op 28/5)

1. Er staat echter: 'groeide het broednest constant en bereikte op 28 mei haar maximum van bijna 40.000 cellen met broed' (= 7 simplex-BKR plankbroed op 28 mei)

2. De levensduur van een enkele bij is moeilijk te bepalen (Mee eens!).

3. De grafiek in dat Book van Ted Hooper gaat niet over het bepalen van de levensduur van bijen of de broedproductie van de moer, maar om je een globale inzicht te geven in de verhouding tussen broed en volwassen bijen mbt haar jaarlijkse cyclus. Het onderwerp was toch: 'Broedritme en omvang bijenvolk' ?

!Piet

[willem]

Citaat Willem: De broed aanwas is 40.000(op 28/5)

1. Er staat echter: 'groeide het broednest constant en bereikte op 28 mei haar maximum van bijna 40.000 cellen met broed' (= 7 simplex-BKR plankbroed op 28 mei)

Nee dat staat er niet er staat:

De broed aanwas is 40.000(op 28/5) minus 8400(wat er al was op 6/3) dat geeft 31.600 cellen. Dit gedeeld door 83 dagen is gemiddeld 381 eitjes per dag.

We beginnen in herhalingen te vervallen!
Groeten, Willem