Op de stranden van het eiland leven van oktober tot maart grote aantallen zeehonden, zeeleeuwen en zeeolifanten. In de baai zwemmen orca's en zuidkapers. Qua landschap is Valdés saai. Er waait dagelijks een straffe wind. De grond is steenachtig en droog. Op enkele plekken zijn zandduinen ontstaan maar het grootste gedeelte is rotsachtig. Er valt jaarlijks circa 300 mm regen dat voor het grootste gedeelte verdampt. Bomen staan alleen rond de enkele estancia's (boerderijen) waar men voornamelijk schapen houdt.

Honingbijen trof ik er niet aan maar wel verschillende soorten solitaire bijen.
Allereerst in een zandkuil vlak achter de estancia Rincón Chico.
De duintop was begroeid met een vetplantje dat schitterend bloeide. Ik heb er echter geen bijtje op kunnen ontdekken.
Het steilwandje van de zandkuil had vele gaatjes van circa 7 mm doorsnee. De diepte was circa 30 cm horizontaal gegraven alwaar onderstaand zandbijtje uitkwam, terwijl ik deze aan het fotograferen was, kwamen er nog twee identieke bijtjes te voorschijn.

Voor de estancia was een veldje, ik schat zo'n tien vierkante meter, met Witte klaver en een berberissoort. Hier ontdekte ik twee bijtjes die af te toe stil in de lucht hingen en regelmatige rondjes vlogen. Af en toe landen ze op de houten afzetting van de border. Gezien het vliegpatroon en de tekening op de abdomen, lijkt het mij een wolbijtje (Anthidium).

Op de tweede foto lijkt zelfs een beetje witte '˜wol' onder het borststuk te zitten.

De rode pootjes, de witte tekening van het achterlijf in combinatie met het diepdonkere blauw geven dit Argentijnse bijtje een Hollands tintje.
Voor meer informatie over de estancia:
http://www.rinconchico.com.ar
Huib Koel
(wordt vervolgd)