Bericht
door gert » vr 02 jul 2004, 15:24
Laat mij voor de echte liefhebbers citeren uit het WNT, wat daar over imme wordt geschreven.
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) is een historisch, wetenschappelijk, beschrijvend woordenboek van het Nederlands van 1500-1976. De samenstelling was van de aanvang af een Nederlands-Belgische onderneming die in de traditie stond van de grote 19de-eeuwse woordenboeken zoals de Oxford English Dictionary (OED) van James Murray en het Deutsches Wörterbuch (DWB) van de gebroeders Grimm.
In het Woordenboek kan men de betekenis en geschiedenis van honderdduizenden bekende en onbekende woorden vinden, jonge woorden maar ook zeer oude die soms al uit onze woordenschat verdwenen zijn. Het WNT illustreert de betekenissen met citaten uit zeer gevarieerde bronnen.
IMME '” IM, IME '”, znw. vr. Mnl. imme, mnd. imme, ohd. imbi, mhd. imbe, imme, nhd. imme. De afleiding is niet met zekerheid bekend, verwantschap met lat. omnis, geheel, al, is niet onwaarschijnlijk: zie WALDE, Lat. Etym. Wtb. Thans slechts in het oosten van N.-Ndl. in gebruik.
1) Een bijenzwerm; een bijenvolk met de korf te zamen. In Overijsel kent men een bijvorm IEMEN, m. , zwerm. || Zo een jonge Yme ofte Zwerm mogte geraken te vervliegen enz. , Landtr. v. Drenthe III, 108. Alsoo ... (hij) 27 Immen aen de kant ofte bij de heege heeft geset sonder kennis van den Boswaerder, bij PLEYTE e. a. , Uddel, XXXIV. Te geven van Ider Imme twee Stuijvers, Ald. 'K heb nen iemen, meer de het weinig bijen (uit Overijsel).
2) Eene honigbij. Thans uitsluitend in het mv. , in toepassing op een bijenvolk. || 't Houden, verbrengen, ende setten van de immen, ofte byen, Utr. Placaatb. 1, 638 a. Een Yemken (quam) uyt den gront Van een bloemken, Z. Nacht. 1, 24 a.
3) Benaming voor de maskers der waterjuffers. || Deze wormen, bij onze Visschers gemeenlyk Katjes, en ook wel Im of Immen, genaamd, zyn enz. ... Andere Soorten van Tipulaas hebben geheel andere Maskers, HOUTTUYN, Nat. Hist. I, 12, 420.
Afl. Imker (zie ald. ).
Samenst. Immengeld, staangeld voor bijenkorven ('žDen boeswaerder (hefft) ontfangen het Immegelt'