
foto van Laere uit Gezonde bijen?
Opnieuw is er sprake van uitbraken van de hoogst besmettelijke en desastreuze ziekte die men met een vriendelijke naam Amerikaans Vuilbroed aanduidt naar de ontdekker van de bacterie die deze broedziekte veroorzaakt ( de Amerikaan White).
De betreffende bacterie (Paenibacillus larvae L.) is zo klein, dat er 30 miljard in een luciferkop gaan; in de vermeerderingsfase vindt er om de 20 minuten een deling plaats; d.w.z dat er per uur 8 exemplaren ontstaan; per dag 69 miljard; per etmaal een niet uit te spreken getal van 5 met 21 nullen.
Onze bijen hebben daar op gruwelijke wijze mee te maken omdat de bacterie zich exclusief voedt met het eiwit van de bijenlarve, bij een temperatuur van 35o C en een hoge luchtvochtigheid.
Als de bacterie een keer in een larvencel tot ontwikkeling komt is bij de strekmade na 2 dagen de larve verteerd en resteert er een bruine kleverige massa; het eindstadium is een cel met 2,5 miljard sporen die als een zwarte korst tegen de celwand kleven.
Deze sporen , men spreekt dan van de sporefase, de rustfase of de duurfase van de bacterie, zijn de eigenlijke verwekkers van de ziekte. Als er een aantal van 10 sporen op een larve van 6 uur oud te recht komen, is de larve ziek; de spore kiemt daar en haar afvalproduct is giftig; aanvankelijk blijft de ziekte voor ons onzichtbaar, omdat het voedersap de vermeerdering afremt; als de larve eenmaal in het popstadium is aangekomen , vindt de explosie plaats als boven beschreven.
Verspreiding van de sporen geschiedt vooral door poetsbijen en voedsterbijen; vervliegende bijen of door de imker zelf, die gezonde bijen in contact brengt met zieke bijen (overnemen van besmette volken of delen ervan; verplaatsen van gezonde - naar besmette omgeving e.d.) of besmette materialen ( te denken daarbij vooral aan kastmaterialen en gereedschappen, waarmee in besmette volken gewerkt is).
De spore is moeilijk te bestrijden: zij is langdurig bestand tegen temperaturen van boven de 100o; chemische bestrijdingsmiddelen hebben er nauwelijks vat op; zij blijft gedurende 30 jaar kiemkrachtig.
Het voornaamste afweermechanisme van een bijenvolk is het poetsgedrag; gezonde bijen herkennen de zieke larve in een vroeg stadium en ruimen haar op. Zo kan de ziekte in een besmet volk een aantal jaren latent blijven. Het ene volk poetst beter dan het andere (selectie!); bij goede dracht wordt er beter gepoetst. Bij een grotere omvang van de ziekte kunnen zoveel larven worden weggepoetst, dat het volk omkomt zonder dat de ziekte zichtbaar is geworden.
De ziekte is duidelijk herkenbaar in het laatste stadium, als de larven omkomen en sporevorming ontstaat in besmette cellen, zoals boven beschreven. De symptomen in deze eindfase: veel open cellen; groepen cellen kleuren donker en lijken vochtig; de celdeksels deuken in en krijgen openingen; de larven zijn dood en verkleuren van licht- naar donkerbruin; wat resteert is een kleverige massa (op de afbeelding is te zien hoe je draden kunt trekken: de luciferproef!); de geur is die van zweetvoetenkaas of botlijm; het restant droogt in tot een zwarte korst op de celwand (de sporen).
Herkenning van de ziekte in dit stadium is veel te laat: het volk is ten dode opgeschreven en vormt een onnoembare bron van besmetting voor de gehele omgeving.
Sinds enkele jaren is het mogelijk via honingmonsters tot een vroegtijdige herkenning te komen; per gram honing kan men 100 sporen ontdekken).
De laatste grote uitbraken in Nederland zijn die van 1994 waarbij 400 volken zijn geruimd en die van 1998 waarbij 500 volken betrokken waren.
Wereldwijd is er een meldplicht en een plicht tot bestrijding bij de autoriteiten (elders op dit forum is daar discussie over).
Methoden van bestrijding: 1. Stamping Out: alle besmette en van besmetting verdachte volken en materialen vernietigen. ( Nl.en Be