Verplaatst uit een ander artikel "SPLITSEN of SEPAREREN om jonge volken te maken?" Omdat onderstaand niets met het onderwerp te maken heeft.
onderstaand artikel geschreven op 14 Augustus.
Hennie Kroese: Wel ben ik van plan in combinatie met het stimuleren van jonge bijen aanzet, ook de varoa nog eens te gaan bestrijden. Waarschijnlijk met suiker/oxaal. Zeker bij de grote hoofdvolken.
Inderdaad, zoals ik toen in het voorjaar al van plan was, heb ik al mijn hoofdvolken (incl de volken die naar de heide gaan) na de afname van de Linde oogst op 27 t/m 30 Juli behandeld met een suiker/oxaal oplossing. In de eerste week was er op de lades nauwelijks wat te zien. Zo op het oog te zien, vond ik het niet de moeite waard om te gaan tellen. Ik dacht al dat het zomers minder effectief werkt, omdat de meeste mijten in het gesloten broed zitten, en het oxaal hier niet bijkomt zoals mierenzuur.
Op Vrijdag 12 Augustus heb ik mijn bodemlades eens bekeken. Het is nu 14 dagen geleden nadat ik heb behandeld. Ik heb 2 bodemlades waar op het oog het meeste op lag eens door 2 zeven gehaald. Er lag mul op, en ook stuifmeel. Na het zeven heb ik een lange streep mijten/mul gedeeld door 16 parten, en geteld.
Totaal berekend hadden de beide planken per stuk ongeveer 1600 mijten in die 14 dagen. Dit verbaasde me wel t.o.v. de winter getallen. Het is natuurlijk zo dat er in de nazomer ook veel meer mijten in het volk zitten, dan in de mid winter.
De behandeling bestond uit 5 ml per straat. Dus op een hoge broedbak 50 ml, en op de bovenste hoge broedbak bij de meeste (grotere) volken nog eens 30 ml. Totaal dus zo'n 80 ml bij de meeste volken. De bijen hebben er zichtbaar geen last van gehad. Geen dooie bijen.
Ik constateer eigenlijk ook nu weer, dat de druppelmethode ook zomers over een langere termijn werkt. De eerste week weinig mijtenval, en de 2e week aanzienlijk meer. Wat me ook opvalt dat de mijten licht bruin gekleurd zijn. Er zijn ook wel donkere mijten, maar het merendeel is licht gekleurd. Die donkere zijn waarschijnlijk oudere mijten, die afgehard zijn. Die lichtgekleurde zullen mijten zijn die net uit het broed zijn gekomen. Ik denk dat de mijten die uit het broed komen niet kunnen overleven, omdat het suiker/oxaal toch langere tijd in het volk blijft. Misschien wel opgeslagen als voedsel voorraad, en iedere keer weer door de bijen aangesproken wordt, zeker in deze schrale weken.
Ik heb de planken weer schoongemaakt, en ga opletten wat er komende week (per dag) nog navalt. Over 1 week denk ik om bij 1 of meerdere volken nog een behandeling te doen. Behalve de heide volken dan. Die staan trouwens wegens het slechte weer nog steeds thuis.
Mijn voorlopige conclusie: Inderdaad hebben de volken een hoog aantal mijten die zich vanaf het voorjaar naar de top van nu hebben vermeerderd.
Gerard Boswinkel zijn stelling, dat het nu (begin Augustus) zeer belangrijk is om die piek van mijten te bestrijden. Dit om de komende generaties van de winterbijen zoveel mogelijk te beschermen tegen deze parasieten.
Voorlopig ben ik heel veel mijten kwijt.
heidecap schreef:
Weet jij misschien of moeren meerdere oxaalzuurbehandelingen kunnen doorstaan ?(ik geloof dat je van plan bent ze meerdere malen bloot te stellen aan oxaalzuur.)
Ergens heb ik toch gelezen dat bijen kunnen "verzuren" indien ze vaker dan 1 keer worden behandeld met oxaalzuur.
De door jou behandelde volken gaan waarschijnlijk in december weer onder de druppelaar ...???
En, hoe zit dat met die prachtige teeltmoeren. Moeten die er elk jaar weer "aan geloven" ..??
Dit was voor mij nog een openstaand vraagje voor wat betreft de druppelmethode. Misschien heb jij hier een mening over ...
Groeten, Thomas
Een 2e behandeling heb ik afgelopen winter voor proef ook gedaan. 1 maand na de 1e. Het had een verwaarloosbaar effect.
Vandaag heb ik besloten, om het (nog) niet te doen, omdat er op de gisteren schoongemaakte planken weer een flink aantal mijten lagen. de 1e heb ik geteld. Het waren 29 mijten. de 2e heb ik niet meer geteld, dit waren er zo op het oog veel meer. Ik heb de planken nadien niet schoon gemaakt. Over een paar dagen ga ik weer eens een steekproef nemen. Het betekent wel dat de oxaal nog steeds actief is!!!!!
Het lijkt me dus onnodig om er weer nieuw op te doen.
Wat betreft de moeren, die krijgen altijd "speciaal" voedsel. Ik denk niet dat dat menuutje verzuurd aangeboden wordt. Mij valt op dat de bijen er geen zichtbaar last van hebben. Ik denk dat het s'zomers nog minder inpact heeft dan s'winters. De stofwisseling is veel hoger, en de bijen vliegen, dus kunnen zich ontlasten.
Als je naar het schema van de 3 blok behandelingen van bienenwohl (hoofdbestand werkzame deel is oxaal) kijkt, krijgen ze een lagere dosis, maar wel ieder week, 3 weken achtereen. En dat 3 maal. Zeer bewerkelijk, en veel vaker.
En dan die opmerking van jou: ("aan geloven" ..??) klinkt nog al als een marteling. Ik vind dat mierenzuur een sterke reactie veroorzaakt op het volk. Op oxaal reageren ze niet op bij het druppelen.
Hennie...........
Even nog een aanvulling op dit verhaal, ook voor Huub zijn opmerking over zomer behandelen met oxaal.
Vandaag op de Heidehoning markt van Eerbeek weer vele imkers getroffen, o.a. ook Thomas (heidecap).
Het gesprek kwam uit op oxaal behandelingen in de zomer.
In de artikeltjes hierboven in dit draadje heb ik al aangegeven dat ik eind Juli een druppelbehandeling heb gegeven aan al mijn volken. Vele mijten heb ik op de lade's gezien, over meerdere weken nog na de behandeling.
Op 2 September (ruim 5 weken na de 1e) heb ik alle thuisvolken nogmaals behandeld met 30 Ml oxaal, verdeeld over de 10 ramen van de broedkamer. Niet meer dan 30 ML per volk dus. Hoeveel mijten er nog weer gevallen zijn, weet ik niet precies, omdat er tijdens het voeren ook redelijk veel mul naar beneden kwam. Maar zichtbaar kwam er nog wel het nodige uit. Tijdens de maanden Augustus en September heb ik redelijk veel vleugelloze (DWV) en kruipende bijen op de tegels voor de kasten gezien.
Door de sterke groei van de volken naar top sterkte tijdens de linde dracht, hebben ook de varoa's zich masaal vermeederd naar een enorme piek. Het was dan ook dringend noodzakelijk om deze populatie terug te dringen, ter bescherming van de winterbijen.
Die 2e behandeling heb ik in een lagere dosering gedaan, om de bijen niet te veel te verzuren. Zichtbare schade van deze 2e behandeling heb ik niet gezien. Het is natuurlijk ook zo dat er 5 weken later weer een hele nieuwe generatie bijen in de kasten zit.
Half December ben ik zeker weer van plan om de varoa dan de laatste klap uit te delen, door de broedloze volken nogmaals met de druppel methode te gaan behandelen.
Ik ben er van overtuigd, dat indien ik deze 2 behandelingen niet gedaan had, ik sterk verzwakte winterbijen had gehad. Vervolgens zouden ze in Maart sterk verzwakt in elkaar gestort, of verdwenen zijn.
Hopelijk hebben jullie allemaal gezonde winterbijen, en sterke volken.
Na mijn gesprek gisteren met jou en Lammert ben ik in mijn gedachten bevestigd dat de voordelen van een zomerbehandeling met oxaalzuur sterk opwegen tegen de eventuele nadelen. Ik heb bij 2 kasten behoorlijk last van APV-bijen en wat mij betreft bestrijd ik nu al zoveel mogelijk mijten. Weg is weg. Er worden nog steeds veel winterbijen geboren.
Vandaag heb ik dan ook al mijn 4 produktievolken en 4 6-ramers subiet met oxaalzuuroplossing behandeld.
De 4 pruduktievolken kregen elk 65 ml 37%-oplossing
De 4 6-ramers elk 25 ml.
Ik heb alleen in de bovenbak gedruppeld en ga er van uit dat de oxaalzuurkristalletjes zich wel door de kast zullen verspreiden.
De 4 produktievolken staan allen op 2 broedbakken en bezetten alle 20 of nagenoeg alle 20 ramen.
Ze hebben allen nog zo'n 6-7 ramen broed.
Wat interessant is te vermelden vooraf is de dagelijkse mijtenval voor de behandeling.
Kast 1 : 30
Kast 2 : 5
Kast 3 : 30
Kast 4 : 10
Volgens de zomerformule (vermenigvuldigen met 30 als er broed aanwezig is) zou de besmetting wel meevallen. Ik vind de aantallen echter vrij hoog. Ik weet alleen niet of je de zomerformule tegen deze tijd van het jaar mag gebruiken ?
Volgens mij is er iets fout met Uw cijfers.
De concentratie van de axaalzuuroplossing is 3,5% ( of 3,7%).
De verhouding tussen de natuurlijke val en het totale aantal mijten is volgens mij 400 ( en niet 30).
Een natuurlijke val van 30 - 40 mijten per dag is erg veel en wijst op een ernstige besmetting, vandaar ook de vele bijen met kleine vleugels en de krabbelaars.
Behandelen lijkt mij erg nodig.
Groeten
Vandaag heb ik al mijn 4 produktievolken en 4 6-ramers subiet met oxaalzuuroplossing behandeld.
Wat interessant is te vermelden vooraf is de dagelijkse mijtenval voor de behandeling.
Kast 1 : 30
Kast 2 : 5
Kast 3 : 30
Kast 4 : 10
Volgens de zomerformule (vermenigvuldigen met 30 als er broed aanwezig is) zou de besmetting wel meevallen. Ik vind de aantallen echter vrij hoog. Ik weet alleen niet of je de zomerformule tegen deze tijd van het jaar mag gebruiken ?
We zullen zien hoe dit gaat uitpakken ...
Groeten, Thomas
Hallo Thomas,
Nu je de dagelijkse mijtenval weet, is het interessant om na te gaan of de vermenigvuldigingsfactor van 30 in deze tijd van het jaar nog opgaat. Als het getal 30 als vermenigvuldigingsfactor klopt, zou je momenteel niet meer dan ongeveer 1000 mijten in de volken 3 en 4 hebben. De enige manier om hiervan een bevestiging te krijgen, is te tellen hoeveel mijten je onder je kasten aantreft vanaf de behandeling met oxaalzuur. Je hoeft daarvoor niet elke dag te tellen, maar bijvoorbeeld eens per drie dagen. Maar je moet wel doorgaan totdat je een constante mijtenval per dag telt en dat is waarschijnlijk ongeveer drie weken.
De informatie die je hiermee verzamelt, kan je het volgende jaar van dienst zijn, als je eind september weer een mijtenval zou hebben van 30 per dag.
Wat interessant is te vermelden vooraf is de dagelijkse mijtenval voor de behandeling.
Kast 1 : 30
Kast 2 : 5
Kast 3 : 30
Kast 4 : 10
Groeten, Thomas
Geplaatst door Lammert van Beek
Nu je de dagelijkse mijtenval weet, is het interessant om na te gaan of de vermenigvuldigingsfactor van 30 in deze tijd van het jaar nog opgaat. Als het getal 30 als vermenigvuldigingsfactor klopt, zou je momenteel niet meer dan ongeveer 1000 mijten in de volken 3 en 4 hebben.
Lammert van Beek
Hallo Thomas,
Ik bedoelde natuurlijk, dat jouw volken 1 en 3 momenteel niet meer dan ongeveer 1000 mijten zouden moeten hebben, als de vermenigvuldigingsfactor van 30 juist is voor deze periode van het jaar.
Lammert
depauws, heel scherp, sorry. de komma staat verkeerd. Moet uiteraard zijn 37 gram opgelost in 1 liter suikeroplossing.
Lammert, (en anderen) hoe is het verschil tussen zomer(x 30)- en winterforule(x 400) te beredeneren ?
Als ik er even vanuit ga dat de zomerformule van kracht is bij mijn sterkst besmette volken dan zitten er inderdaad zon 1000 mijten in een volk (30 x 30 = 900, afronding geeft 1000)
Hoewel er 30 per dag vallen komen er ook wel 30 per dag bij. Het vrouwtje legt meerdere eitjes in 1 cel en stap een paar keer over naar een andere broedcel.
Met gemiddeld 7 ramen broed denk ik dat ik de zomerformule kan hanteren. De varroamijt plant zich nl ALLEEN voort in gesloten broedcellen.
Als ik straks geen broed meer heb vallen er een hoop minder per dag, , namelijk nog maar 2 a 3, maar zitten er nog wel 1000 in het volk (even afgezien van de huidige behandeling)
Maar waarom er nou juist meer vallen als er in potentie minder kunnen vallen (nl die in gesloten broed zitten kunnen niet vallen)
Waar zit 'm de clu ???
(is dit de natuurlijke sterfte : zomers 30 erbij en 30 eraf en leven de wintermijten net als de bijen vervolgens langer?)
heidecap schreef:
Wat interessant is te vermelden vooraf is de dagelijkse mijtenval voor de behandeling.
Kast 1 : 30
Kast 2 : 5
Kast 3 : 30
Kast 4 : 10
Na 9 dagen is de dagelijkse mijtenval inmiddels gemiddeld als volgt :
Kast 1 :25
Kast 2 : 9
Kast 3 :33
Kast 4 :11
Voorlopige conclusie : de behandeling met oxaalzuur laat bij mij vooralsnog per saldo nauwelijks effect zien.
Kroese schreef:
Ik constateer eigenlijk ook nu weer, dat de druppelmethode ook zomers over een langere termijn werkt. De eerste week weinig mijtenval, en de 2e week aanzienlijk meer.
Eventjes rekenen.
Stel er zitten 100 mijten in de kast tijdens het broedseizoen.
De mijten kruipen in de cellen voor 12 dagen en lopen nog 8 dagen rond tussen twee cyclussen, elke 20 dagen een nieuwe cyclus.
De 100 mijten produceren 150 bijkomende vrouwelijke mijten, 100 mannelijke mijten en nog eens 150 niet-levensvatbare mijten (wit-geel-lichtbruin), de nog kleinere mijtjes vallen niet op.
Per 100 mijten vallen er dus 250 dode mijten op 20 dagen, dit is 12/dag.
Er zijn op het einde wel 250 mijten aanwezig, de verhouding tusen 250 en 12 is ongeveer 20.
Het overgrote deel van de mijtenval in de zomer zijn dus mannetjes en onvolgroeide vrouwtjes.
Hier hebben we nog geen rekening gehouden met de levende mijten die dood gaan wegens ouderdom.
Volgens de winterfactor(400) zal er elke 4 dagen een mijt afsterven.
In de zomer maakt dit dodental door ouderdom niets uit, in de winter is dit uiteraard wel belangrijk.
Hopelijk is deze berekening verstaanbaar en aanvaardbaar als uitleg voor het verschil in zomer en winter-sterfte van de varroamijt.
Bij de schatting van het mijtenaantal op basis van de natuurlijke val moeten we dus goed nazien of er een continu en normaal broednest aanwezig is.