kleine cellen
- Tieme
- Berichten: 1970
- Lid geworden op: vr 12 aug 2005, 13:35
- Imker sinds: 2003
- Aantal volken: 25
- Bijenras(sen): Carnica (beebreed 55-2) en Buckfast
- Locatie: De Krim, Nederland
- Contacteer:
kleine cellen
Hallo allemaal,
In 2003 stond er in 'Bijen' een artikelreeks over de vraag of we terug moeten naar kleine bijen. Hiervoor moet dan kleincellig kunstraat en kleinere raatafstand gehanteerd worden.
Ik ben benieuwd of iemand er ervaring mee heeft, ik zit er zelf over te denken om deze stap te wagen, maar misschien heeft het wel helemaal geen zin.
Tieme
In 2003 stond er in 'Bijen' een artikelreeks over de vraag of we terug moeten naar kleine bijen. Hiervoor moet dan kleincellig kunstraat en kleinere raatafstand gehanteerd worden.
Ik ben benieuwd of iemand er ervaring mee heeft, ik zit er zelf over te denken om deze stap te wagen, maar misschien heeft het wel helemaal geen zin.
Tieme
Re: kleine cellen
Yow,
Goegel naar "dee lusby"+"small cells"
mvg,
Hugo (1/2 bij zonder enige ervaring in deze)
Nobodies prefetc
Goegel naar "dee lusby"+"small cells"
mvg,
Hugo (1/2 bij zonder enige ervaring in deze)
Nobodies prefetc
-
- Berichten: 2016
- Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
Re: kleine cellen
Verschil in celgrootte
Hennie Peters heeft die discussie opgestard.
http://www.bijenhouden.nl/forum/topic.a ... hichpage=1
Daar Tieme..., staat veel over geschreven.
Ook je bijenjaargangen worden erin genoemd.
Hennie Peters heeft die discussie opgestard.
http://www.bijenhouden.nl/forum/topic.a ... hichpage=1
Daar Tieme..., staat veel over geschreven.
Ook je bijenjaargangen worden erin genoemd.
-
- Berichten: 2128
- Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: kleine cellen
Notitie uit het SMR-relaas (Harris/Harbo 2001)
"Verscheidene milieuvariabelen beïnvloeden echter het percentage van niet-reproducerende mijten (van NR%). Deze omvatten temperatuur en vochtigheid (verhoging NR%), seizoen (hogere NR% in de zomer) en klimaat (grotere NR% in de keerkringen). NR-mijten hebben vaak ook geen sperma (zijn niet gekoppeld) en in sommige gevallen worden dode mijten gevonden, die tijdens de overgang van de larve naar het popstadium geklemd raken tussen de celwand en de cocon, als het ware 'gevangen door de cocon'
"Verscheidene milieuvariabelen beïnvloeden echter het percentage van niet-reproducerende mijten (van NR%). Deze omvatten temperatuur en vochtigheid (verhoging NR%), seizoen (hogere NR% in de zomer) en klimaat (grotere NR% in de keerkringen). NR-mijten hebben vaak ook geen sperma (zijn niet gekoppeld) en in sommige gevallen worden dode mijten gevonden, die tijdens de overgang van de larve naar het popstadium geklemd raken tussen de celwand en de cocon, als het ware 'gevangen door de cocon'
- Tieme
- Berichten: 1970
- Lid geworden op: vr 12 aug 2005, 13:35
- Imker sinds: 2003
- Aantal volken: 25
- Bijenras(sen): Carnica (beebreed 55-2) en Buckfast
- Locatie: De Krim, Nederland
- Contacteer:
Re: kleine cellen
Dank allen,
Ik had al geprobeerd met de zoekfunctie iets te weten te komen, maar vond toen gek genoeg niets. Ik zal wel de verkeerde parameters gebruikt hebben.
Tieme
Ik had al geprobeerd met de zoekfunctie iets te weten te komen, maar vond toen gek genoeg niets. Ik zal wel de verkeerde parameters gebruikt hebben.
Tieme
-
- Berichten: 346
- Lid geworden op: do 16 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: kleine cellen
PROBLEEMSTELLING:
DE LICHAAMSGROOTTE VAN EEN WERKBIJ HANGT VAN 2 FACTOREN AF.
In 1898 heeft Cowan bij natuurbouw celgroten gevonden bij werkbijen van 4,72 tot 5,36 mm
In 1931 werden door Grout de volgende factoren vastgesteld die van invloed zijn op de lichaamsgrootte. Een goede broedverzorging vooropgesteld.
1ste Genetische factoren.
2de Celgrootte van de raten.
Alber stelde in 1956 vast dat de gemiddelde gebruikte celgrootte bij kunstraat 5,37mm was.
In 1984 stelde Issa vast dat er een geringere Varroa infectie was bij darren welke grootgebracht werden in werkstercellen, dan bij darren die
grootgebracht werden in darrencellen.
Erickson stelde in 1990 vast dat er een standaard in de imkerij kwam door het gebruik van kunstraat.
Hierdoor werd een duidelijke vergroting van de bijen bewerkstelligd.
De kunstmatige vergroting van de bijen gaf volgens imkers een grotere vatbaarheid voor ziekten, maar speciaal ten opzichte van weerstand tegen de Varroamijt.(Lusby 1996 en Osterlund 2001)
Een beroepsimker uit Arizona gaf na grote verliezen door de Varroamijt veroorzaakt zijn volken raat van 4,9 mm en heeft sinds 1997 zijn volken niet meer met diergeneesmiddelen behandeld tegen de mijt.
In 1999 stelde Erickson vast dat bij een overlevingstest, volken met een kleinere celgrootte het langer volhielden als volken met grotere celgrootte.
HOE MOET ER GETEST WORDEN:
VOORWAARDEN (volgens Apimondia protocol 1972):
Om een goede test uit te voeren moeten er gelijkwaardig sterke en gezonde volken worden vergeleken.
Koninginnen van gelijke leeftijd en 2 groepen van ongeveer 10 volken ieder.
Voor de test begint moeten de volken gelijk aan dm2 broedgemaakt worden.
Ook zullen de kasten van de volken gelijk moeten zijn.
De opstelling van de volken moet vervliegen tegen gaan.
De aanvangsbesmetting van mijten moet gelijk gemaakt worden. Hier kan men ook voor de test begint de volken behandelen tegen Varroa, zodat er in alle volken dus erg weinig mijten bij de aanvang van de test aanwezig zijn.
METINGEN:
De volksontwikkeling in dm2 broed. (gesloten, open en eitjes.)
Honingopbrengst
Eigenschappen zoals zachtaardigheid, raatzit, algemene ziektebestendigheid zoals nosema
Er kunnen natuurlijk aanvullende testen als de pintest uitgevoerd worden.
MIJTENONDERZOEK:
Eénmaal per maand mijten tellen op de onderlegger in de lade onder het volk. Onderlegger voor één week er onder.
Dan tevens ongeveer 100 werksters van een raat afnemen in een potje met alcohol. Mijten van de bijen afspoelen in dubbele honingzeef.
Een aan beide kanten belegd stuk gesloten broed uitsnijden van ongeveer 100 cellen. Dit onderzoeken op mijten. Raat uitspoelen in dubbele zeef!
Stefan Berg zijn uitkomsten uit Kirchhain in 2003/04?:
De getalletjes komen in onderstaand tabelletje niet goed onder de tekst te staan
Ras en celgrootte aantal volken aanvangsbesmetting Eindbesmetting
Primorsky 5,5 mm 4 200 750
Primorsky 4,9 mm 3 200 780
Carnica 4,9 mm 5 200 780
Dit was een pilot-onderzoekje, dus geen groot gedegen onderzoek.
Er zijn al meer onderzoeken geweest naar de invloed van de celgrootte en de reproductiefactor van de Varroamijt.
Ik weet van Zuid Afrika en de USA, maar ik heb daar geen gegevens van. Het zou niet veel uitmaken, maar ik weet het niet.
Ed Pieterse
DE LICHAAMSGROOTTE VAN EEN WERKBIJ HANGT VAN 2 FACTOREN AF.
In 1898 heeft Cowan bij natuurbouw celgroten gevonden bij werkbijen van 4,72 tot 5,36 mm
In 1931 werden door Grout de volgende factoren vastgesteld die van invloed zijn op de lichaamsgrootte. Een goede broedverzorging vooropgesteld.
1ste Genetische factoren.
2de Celgrootte van de raten.
Alber stelde in 1956 vast dat de gemiddelde gebruikte celgrootte bij kunstraat 5,37mm was.
In 1984 stelde Issa vast dat er een geringere Varroa infectie was bij darren welke grootgebracht werden in werkstercellen, dan bij darren die
grootgebracht werden in darrencellen.
Erickson stelde in 1990 vast dat er een standaard in de imkerij kwam door het gebruik van kunstraat.
Hierdoor werd een duidelijke vergroting van de bijen bewerkstelligd.
De kunstmatige vergroting van de bijen gaf volgens imkers een grotere vatbaarheid voor ziekten, maar speciaal ten opzichte van weerstand tegen de Varroamijt.(Lusby 1996 en Osterlund 2001)
Een beroepsimker uit Arizona gaf na grote verliezen door de Varroamijt veroorzaakt zijn volken raat van 4,9 mm en heeft sinds 1997 zijn volken niet meer met diergeneesmiddelen behandeld tegen de mijt.
In 1999 stelde Erickson vast dat bij een overlevingstest, volken met een kleinere celgrootte het langer volhielden als volken met grotere celgrootte.
HOE MOET ER GETEST WORDEN:
VOORWAARDEN (volgens Apimondia protocol 1972):
Om een goede test uit te voeren moeten er gelijkwaardig sterke en gezonde volken worden vergeleken.
Koninginnen van gelijke leeftijd en 2 groepen van ongeveer 10 volken ieder.
Voor de test begint moeten de volken gelijk aan dm2 broedgemaakt worden.
Ook zullen de kasten van de volken gelijk moeten zijn.
De opstelling van de volken moet vervliegen tegen gaan.
De aanvangsbesmetting van mijten moet gelijk gemaakt worden. Hier kan men ook voor de test begint de volken behandelen tegen Varroa, zodat er in alle volken dus erg weinig mijten bij de aanvang van de test aanwezig zijn.
METINGEN:
De volksontwikkeling in dm2 broed. (gesloten, open en eitjes.)
Honingopbrengst
Eigenschappen zoals zachtaardigheid, raatzit, algemene ziektebestendigheid zoals nosema
Er kunnen natuurlijk aanvullende testen als de pintest uitgevoerd worden.
MIJTENONDERZOEK:
Eénmaal per maand mijten tellen op de onderlegger in de lade onder het volk. Onderlegger voor één week er onder.
Dan tevens ongeveer 100 werksters van een raat afnemen in een potje met alcohol. Mijten van de bijen afspoelen in dubbele honingzeef.
Een aan beide kanten belegd stuk gesloten broed uitsnijden van ongeveer 100 cellen. Dit onderzoeken op mijten. Raat uitspoelen in dubbele zeef!
Stefan Berg zijn uitkomsten uit Kirchhain in 2003/04?:
De getalletjes komen in onderstaand tabelletje niet goed onder de tekst te staan
Ras en celgrootte aantal volken aanvangsbesmetting Eindbesmetting
Primorsky 5,5 mm 4 200 750
Primorsky 4,9 mm 3 200 780
Carnica 4,9 mm 5 200 780
Dit was een pilot-onderzoekje, dus geen groot gedegen onderzoek.
Er zijn al meer onderzoeken geweest naar de invloed van de celgrootte en de reproductiefactor van de Varroamijt.
Ik weet van Zuid Afrika en de USA, maar ik heb daar geen gegevens van. Het zou niet veel uitmaken, maar ik weet het niet.
Ed Pieterse
-
- Berichten: 346
- Lid geworden op: do 16 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: kleine cellen
Hallo Piet,
Bij de SMR-bijen moet je weten of de mijt dood was of niet tijdens het inkapselen in de cocon. Heb je daar ook wat over gevonden?
Ed
Bij de SMR-bijen moet je weten of de mijt dood was of niet tijdens het inkapselen in de cocon. Heb je daar ook wat over gevonden?
Ed
-
- Berichten: 2128
- Lid geworden op: za 18 nov 2000, 00:00
- Locatie: Nederland
- Contacteer:
Re: kleine cellen
Dag Ed,
Over het levend of dood zijn van de mijt tijdens het proces van inkapselen heb ik vooralsnog geen nieuwe informatie. Onderstaande tekst (Harris / Harbo 2001) komt van jouw site, maar is wellicht interessant voor anderen.
"Wanneer volwassen mijten sterven in een cel, waren deze zowel vrij in een cel naast de pop, als geklemd tussen de celwand en de cocon, 'gevangen door de cocon'
Over het levend of dood zijn van de mijt tijdens het proces van inkapselen heb ik vooralsnog geen nieuwe informatie. Onderstaande tekst (Harris / Harbo 2001) komt van jouw site, maar is wellicht interessant voor anderen.
"Wanneer volwassen mijten sterven in een cel, waren deze zowel vrij in een cel naast de pop, als geklemd tussen de celwand en de cocon, 'gevangen door de cocon'
- Tieme
- Berichten: 1970
- Lid geworden op: vr 12 aug 2005, 13:35
- Imker sinds: 2003
- Aantal volken: 25
- Bijenras(sen): Carnica (beebreed 55-2) en Buckfast
- Locatie: De Krim, Nederland
- Contacteer:
Re: kleine cellen
Hallo allemaal,
Eigenlijk is het bewijs dat het beter is niet echt overtuigend. Maar wat raden jullie me aan? Wel doen niet doen?
Het is knap lastig, want dan moet je ook een constante toevoer van kunstraat zeker stellen, danwel besluiten om op natuurbouw over te stappen. Raampjes uitrusten met geleiderails en bouwen maar. Dat kost ook nog eens niets.
Wat te doen?
Tieme
Eigenlijk is het bewijs dat het beter is niet echt overtuigend. Maar wat raden jullie me aan? Wel doen niet doen?
Het is knap lastig, want dan moet je ook een constante toevoer van kunstraat zeker stellen, danwel besluiten om op natuurbouw over te stappen. Raampjes uitrusten met geleiderails en bouwen maar. Dat kost ook nog eens niets.
Wat te doen?
Tieme
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast