
Volgens het bordje dat erbij staat, werd de kast neergezet in 1857. De kast die er nu staat, is uiteraard een replica. De sokkel of 'piëdestal' is echter origineel: daar stond anderhalve eeuw geleden de oorspronkelijk kast ook al op. In 1861 schreef ene J.Dirks een boek over deze kast. Dit boek is integraal beschikbaar op de site van het Project Gutenberg en we hebben het onlangs uitvoerig besproken: http://www.imkerforum.nl/phpbb/viewtopi ... 10&t=24239. Je zult in het boek bouwtekeningen aantreffen. Dirks geeft de maten helaas wel in duimen en voeten. Ik heb mailcontact gehad met een zekere Jeroen Hellingman die dit boek onder de scanner legde en op de Gutenberg-site zette. Hij had daar overigens geen bijzondere reden voor. Hij had het boek ergens gevonden en het leek hem wel leuk om te scannen. Dat was zacht gezegd een gouden greep van hem. Hij liet mij weten dat hij het boek onlangs voorzien heeft van een aantal bouwtekeningen, die hij aanvankelijk niet meegecand had. Nu is het boek dus helemaal compleet. Ik vermoed dat de kast in Artis precies volgens de aanwijzingen van Dirks gemaakt is, maar dat weet ik niet zeker. Albert Stoter laat hieronder al weten dat Dzierzon met een achterbehandelingskast werkte. Deze kast is echter een 'zijbehandelingskast'.

Het laat zich raden waarom deze kast zo'n piepklein - maar daarom niet minder interessant - hoofdstukje in de Nederlandse imkersgeschiedenis vormt. Hij is namelijk onhandig en op het moment dat hij hier zijn intrede deed, was hij eigenlijk al achterhaald. Het systeem laat zich het beste vergelijken met de moderne lattenkast. De bijen worden dus gedwongen één raat aan één lat vast te bouwen - er zitten dus géén raampjes in deze kast! Dat doe je door stukken raat aan een lat te bevestigen, bijvoorbeeld met vloeibare was of met een bloempapje (!). De latten worden door een richel in de kast geschoven. Maar ja, je zult vast wel eens warbouw krijgen en die latten worden natuurlijk stevig vastgekit aan de richel. Dat is vragen om problemen, lijkt mij. Het is mij een raadsel waarom deze kast gebouwd is om van de zijkant geïnspecteerd te worden. Waarom geen losse plank erop gelegd? De kast is dus niet alleen nogal onhandig; hij was bovendien in 1857 al achterhaald. Op dat moment had de Amerikaanse dominee Langstroth al een raampje bedacht dat hij zodanig in de kast plaatste, dat de bijen de ruimten rondom ongemoeid lieten. Die uitvinding moest duidelijk nog doordringen tot Europa.
We kunnen niet genoeg benadrukken hoe geniaal Langstroths uitvinding was. Er moesten eeuwen, om niet te zeggen millennia aan vooraf gaan, voordat iemand op dat idee kwam. Zijn uitvinding is zo geniaal, dat er helemaal niemand meer taalt naar verbetering, hoogstens op details. Het idee om rondom een rechthoekig raampje de zogenaamde 'bijenruimte' in acht te nemen, is de kroon op de imkerij. Zo'n dzierzonkast is Artis doordringt je daar weer eens flink van. De bewondering voor onze Langstroth-kasten - ik bedoel dus het principe - kan er alleen maar door toenemen. Toch aardig om je dat zo nu en dan weer eens te realiseren.
Onderaan het imkerpedia-lemma 'uitneembare ramen' - geschreven door Albert Stoter - vind je een paar aardige verwijzingen naar boeken over de zoektocht naar de perfecte kast. Eén van die boeken is van Eva Crane. Dat moest ik ooit maar eens gaan lezen.
Groet,
Bart