Schorzijdebij

Verwant aan honingbijen zijn talloze insecten. Veel imkers hebben er een speciaal oog voor ontwikkeld. Ook niet verwante insecten hebben vaak hun interesse.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
wilde
Berichten: 1641
Lid geworden op: do 03 okt 2002, 23:16
Imker sinds: 1980
Aantal volken: 15
Bijenras(sen): Bastaard
Locatie: Koudekerke
Contacteer:

Schorzijdebij

Bericht door wilde »

In de PZC van vandaag staat het volgende verslag van het gehouden symposium over de schorzijdebij en de schorviltbij.

Nieuwe leefgebieden voor bijzondere schorbijen nodig

door Rinus Antonisse

EMMADORP - Zeeland heeft een bijzondere verplichting ten aanzien van de schorbijen. Er dient meer aandacht te komen voor verbetering van de leefgebieden van deze insecten. Deze boodschap liep gisteren als een rode draad door het symposium over schorzijdebijen in de Delta, gehouden in bezoekerscentrum Saeftmge te Emmadorp.
Vandaag wordt het internationale symposium, georganiseerd door Het Zeeuwse Landschap en Stichting Landschapsbeheer Zeeland, afgesloten. Zoals de naam al aangeeft zijn de schorzijdebij en de zeer zeldzame parasiet schorviltbij voor hun voortbestaan aangewezen op schorren en met name op de daar groeiende zeeaster (ofwel zulte).
A. Baaijens van de Insectenwerkgroep Zeeland wees erop dat de oppervlakte schor in de Delta afgelopen kwart eeuw daalde van ruim 17.000 tot bijna 3400 hectare. Hij merkte op dat er vroeger veel meer kolonies van de schorzijdebij (1000 en meer exemplaren) waren. Nu zijn ze beperkt tot maar enkele gebieden: de Kwade Hoek op Goeree, de Hooge Platen in de Westerschelde, het Paulinaschor, Hellegat en Saeftinge. Wel komen de bijen nog op andere plaatsen in kleine aantallen voor (onder meer de Keihoogte op Noord-Beveland, Rammekensschor en het schor bij Rilland).
De schorviltbij, die als parasiet eitjes legt in de nesten van de schorzijdebij, heeft het nog veel moeilijker. De soort is de laatste tijd wereldwijd alleen nog in Zeeland gevonden. Afgelopen jaar slechts enkele exemplaren op de Kaloot. De bij liet zich in de andere bekende vindplaats, Saeftinge, niet zien. Baaijens onderstreepte dat zonder ingewikkelde maatregelen (en tegen weinig kosten) betere omstandigheden gemaakt kunnen worden. Zo is het mogelijk om bij dijkaanpassingen te zorgen voor meer nestgelegeheid. 'žEen zeedijk kan geschikt worden gemaakt als leefgebied voor de schorzijdebij", zei Baaijens. De inleiders S. Dobbelaar en
L. Calle droegen voorbeelden aan op welke wijze dat het beste kan.
In dit verband is van belang dat de schorzijdebij als pioniersoort die houdt van een dynamisch landschap (met getij-invloed), makkelijk nieuwe gebieden kan ontdekken, de actieradius van het beest is zeven tot acht kilometer.
Werkgroeplid B. van Aartsen overhandigde een informatiemap aan gedeputeerde M. Kramer (natuur en water). Die noemde het belangrijk dat de gegevens over de Zeeuwse insectenwereld goed op tafel komt. Hij constateerde dat het onderzoek naar de bijen belangwekkende gegevens heelt opgeleverd. Dat maakt het beter mogelijk om gerichte maatregelen te bepleiten. 'žAls je ziet hoeveel er verloren is gegaan, hebben we nog een hele klus te klaren", stelde Kramer.
Gebruikersavatar
Erik Speksnijder
Berichten: 430
Lid geworden op: wo 14 feb 2001, 00:00
Imker sinds: 1994
Locatie: Nederland
Contacteer:

Re: Schorzijdebij

Bericht door Erik Speksnijder »

Ondergetekende was ook op het symposium aanwezig en heeft in de nazomer van vorig jaar meegeholpen aan het inventariseren van de schorzijdebij op de Zeeuwse schorren (en Zuid-Hollandse, alsmede Noord-Frankrijk). Ik zal binnenkort wat vertellen over de onderzoeksvragen, die deze inventarisatie heeft opgeleverd, maar eerst iets meer vertellen over het bijtje zelf.
De schorzijdebij (Colletes halophilus) leeft zoals de naam al zegt op de schorren (kwelders). Hier kun je het beestje aantreffen van 1 a 2 weken voor de zeeasterbloei (begin augustus) tot eind september (begin oktober). Een voorwaarde voor het treffen van een schorzijdebij is echter de aanwezigheid van een geschikte zandige nestlocatie (zandige dijk, duin, zanddepot, aangebracht bouwzand etc.) en voldoende stuifmeeldracht (zeeaster en ook wel (zee)akkermelkdistel). De mannetjes verschijnen, zoals bij de meeste solitaire bijen het eerst. Zij doen zich tegoed aan nectar (van allerlei soorten bloemen - akkerdistel) op het schor en in de omgeving van het schor. Ze zijn soms massaal rond de plaatsen van uitsluipende vrouwtjes te vinden. Hier kun je in de eerste weken taferelen aantreffen van enkele tientallen mannetjes op 1 vrouwtje.
De schorzijdebij maakt net als de meeste zandbijen z'n (haar!) nest op zandige plaatsen. Hier graaft het vrouwtje een gang tot 50 centimeter diep, waarlangs uiteindelijk zo'n 5 a 6 broedcellen gegraven worden. De broedcellen worden bekleed met een materiaal, die uitgescheiden wordt door de Dufourklier, een kliertje bij de angelbasis. Dit materiaal, dat in eerste instantie aandoet als een olieachtige vloeistof, droogt op als een polymeer (soort kunstof) en blijft jarenlang goed in de grond en...ziet er na droging zijdeachtig uit.
De uitscheiding van de Dufourklier wordt over de wanden van de nieuw gegraven broedcel uitgespreid d.m.v. de korte 2-lobbige tong van de bij. Vroeger dacht men dat de zijdebij tot de primitievere bijen behoorde, omdat hij zo'n "beperkte" tong heeft, maar tegenwoordig weten we, dat deze tong juist een fantastische aangepaste "behangkwast" is. Na het maken van de wanden van de broedcel sprayt het bijtje de broedcel in met een bacterie- en schimmeldodende stof, die uitgescheiden wordt door klieren aan de basis van haar kaken.
Na bovengenoemde handeling verzamelt het vrouwtje stuifmeel en nectar en brengt dit als een vloeibare mix aan in de broedcel. Na ik meen zo'n 3 a 4(?) vluchten van ongeveer een uur is een broedcel vol en wordt er een eitje afgezet aan de bovenkant van de broedcel. De randen van de broedcel worden hierna door het bijtje naar binnen gevouwen en aan elkaar geplakt met wederom de stof uit de Dufourklier. Het geheel ziet er na afloop uit als een plunjezak (met puntje), die voor de helft gevuld is met een oranje-gele substantie. de broedcel is volledig waterdicht en kan een periode onder water met gemak overleven.
De schorzijdebij overwintert als larve. De ontwikkeling vanaf het voorjaar is nog niet nader onderzocht.
Tot zover.



Erik
Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten