| Ontwikkeld door: | Piet Jager uit Putten/ Nederland |
| Doel | Het met zo min mogelijk ingrepen benutten van alle drachtmogelijkheden gedurende het hele seizoen. Het totaal aantal volken blijft per jaar gelijk. Door het ruim aanbieden van kunstraat is aan het eind van het jaar het oorspronkelijk ratenbestand geheel vernieuwd. |
| Principe | Het volk kan, tot een dracht aanvangt, onbelemmerd een broednest opbouwen. Door enige beperking van het broednest in de drachtperiode, kan voldoende overschot aan honing worden geoogst. Gekozen is voor het laten afkomen van een voorzwerm, die weer met het hoofdvolk verenigd wordt nadat de jonge moer een eerste broednest met gesloten broed heeft opgebouwd. Uit natuurlijke zwermcellen worden de jonge moeren verkregen, waarbij na de voorzwerm slechts één keer de doppen worden gebroken |
| Werkschema | De tekst van het werkschema is in bewerking. |
| Grafische weergave |  |
| voordelen | -Door de jaarlijkse verjonging blijft het bijenvolk gezond en vitaal. -Voor één volk zijn twee uniforme kasten (1 BK en 1 HK ) nodig, waarvan er één het grootste deel van het jaar niet wordt gebruikt. Zo kan elke kast om het jaar een onderhoudsbeurt krijgen. |
