alt
Dit jaar is het opvallend dat de grasvelden in de plantsoenen wit kleuren van de klaver. Het past in het "Jaar van de Bij" en het lijkt er op dat het speciaal daarvoor is ingezaaid. Met de warme dagen in de eerste week van juli zat dit klaverveld, midden in Oegstgeest, vol bijen. Normaal vind je zo'n klaverweide in de noordelijke provincies.
 
De klaverplant "stuurt" op de grond lange stengels uit. Op de knoop-plaatsen ( waar twee blaadjes aan de stengel ontspringen) wortelt de stengel zodat er daaruit weer een nieuwe plant ontstaat. Zo iets als bij een aardbeienplant.
 
De plant bloeit met witte bloemen in een hoofdjes-achtige tros met een lange steel van mei of juni tot de herfst. De welriekende bloem is wit of heeft soms een roze waas. Individuele bloemjes zijn 0,8-1,3 cm lang en verwelken van roze tot bruin. De vrucht is een peultje dat verborgen zit in de dode bloem en heeft meestal één of twee zaadjes.

De botanische naam Trifolium wijst naar het blad die meestal uit drie deelblaadjes zijn samengesteld (Latijn: tres is drie en folium is blad). Elke steeltje bevat eigenlijk één blad met drie deelblaadjes (gesegmenteerd blad). Klaver is een waardevol veevoer, zowel in de wei als gedroogd, omdat het veel eiwit, fosfor en calcium bevat.
Zoals bij veel vlinderbloemigen is de witte klaver in staat om stikstof uit de atmosfeer te binden door symbiotische bacteriën in hun wortels. Hierdoor zijn klaversoorten bodemverbeteraars. Ze kunnen per hectare 55-170 kg stikstof toevoegen aan de bodem en de beschikbaarheid van andere voedingsstoffen voor toekomstige oogsten verhogen.
 
Morgen meer over klaversoorten in de rubriek dracht.