Jeroenvt schreef:Albert, het gaat om genetische VARIATIE. Dat betekent dat niet elk gen (alle resistentie) in elk individu voorkomt
Precies, en juist vanwege die VARIATIE vond ik je voorbeeld van:
Jeroenvt schreef:planten waarbij de genetische variatie verdwenen is en alleen de gemodificeerde soort in gebieden voorkomt. Eén plantenziekte waar de plant dan toevallig niet resistent tegen is is dan voldoende om de soort te doen verdwijnen.
.. opvallend (en eerder verwachtend na inteelt), want ook in een populatie waarin alle "individuen" de modificatie hebben, zouden allerlei andere eigenschappen (en dus ook resistenties) nog wel moeten kunnen voorkomen, tenzij ...
Jeroenvt schreef:Genen liggen niet los, die liggen gekoppeld op chromosomen. Dat betekent in ieder geval dat de gekoppelde genen een enorm risico lopen te verdwijnen als een ziekte waarvoor resistentie is ingebouwd toevallig voorkomt.,
... tenzij het dus (zoals je, als ik het goed begrijp, schetst) zo is dat de modificatie zo genetisch gekoppeld het DNA is ingebracht dat daardoor (bij het blootstellen aan de ziekte waarvoor de modificatie een voordeel oplevert) andere resistenties worden weggeselecteerd .
Dergelijk koppelen zou inderdaad werkelijk heel dom zijn, maar is dat wat er daadwerkelijk gebeurt?
Terzijde, ook al liggen genen gekoppeld op chromosomen, veel van de natuurlijke variatie (ook in homogene populaties) kan worden verklaard door het gegeven dat chromosomen kunnen breken om daarna nieuwe combinaties te vormen (recombinatie).
Jeroenvt schreef:Als je een plant op één belangrijk punt een enorm voordeel geeft, en dat kan ook genetisch zijn, tov zijn wilde soortgenoten, zullen de genen van die plant ook een enorm voordeel hebben en soms zelfs in staat zijn de wilde variant te verdringen.
Van kruisingen tussen de gemodificeerde en de wilde plant zullen inderdaad vooral de nakomelingen met de gemodificeerde genen overleven, maar ondertussen zijn er dan ook al wel allerlei andere eigenschappen vanaf die wilde plant weer bij de gemodificeerde populatie terecht gekomen, aldus de variatie aangaande allerlei ander eigenschappen nog steeds in stand houdend. Alleen met betrekking tot die voordelige genen is er geen invloed van de wilde planten terug, maar m.b.t. allerlei andere genen wel. Dus het wilde fenotype (hoe de plant zich toont) kan op de lange duur wel verdwenen zijn, maar veel van het genotype (de VARIATIE die zo noodzakelijk is voor het voortbestaan van de soort) zal er nog steeds zijn. Tenzij inteelt ...