Een bijenzwerm is een deel van een bijenvolk uit de bijenkast van een imker, dat op stap is gegaan omdat die kast ze te krap werd. Dat gebeurt vaak in mei of juni, maar ook wel later. Deze bijen zijn dan op zoek naar een nieuwe woning om daar uit te groeien tot een nieuw volk. Ook úw tuin kunnen ze uitkiezen voor een korte of langere tussenstop. De zwerm strijkt neer, bijv. op een tak of op de dakrand. Verkenner-bijen speuren intussen verder naar een definitief onderkomen; ze zoeken een plek waar het beschut en donker is. De zwerm is met volle maag van huis gegaan en is daardoor niet steeklustig. Er is geen reden bang te zijn.

 


[fig.1]


Een zwerm laten scheppen

Je kunt een imker inschakelen om de zwerm te scheppen. Soms vraagt deze een vergoeding. De imker houdt een schepkorf onder de zwerm en schudt de bijen erin. ’s Avonds thuis doet hij ze in een bijenkast. Hij heeft er dan een volkje bij, waarvan hij trouwens de kwaliteit niet kent.

Hoe vind je een imker?

Voor niet-bijenhouders zijn er allerlei manieren om in contact te komen met een imker in de buurt:

 

  • gemeentegids: is er een plaatselijke bijenhoudersvereniging?
  • Voor een overzicht van alle imkerverenigingen in Nederland, klik hier.
    Deze site bevat alleen adressen en telefoonnummers die op internet zijn gepubliceerd.
  • bellen met gemeente, politie of brandweer

 


Honingbij, wesp of hommel?

Dat ergens veel zoemers rondvliegen, betekent niet altijd een bijenzwerm. Kijk goed voor er een imker bij te roepen, dan komt deze niet voor niets.

Eerst kijken, dan bellen


[fig.2]
Honingbij

Bruin, soms met geelrode of grijze banden op het achterlijf. Haalt haar voedsel uit bloemen. Niet hinderlijk als ze niet wordt gehinderd. Na een steek blijft de angel achter in de huid. Angel niet vastpakken, dan wordt het bijengif juist in de huid geknepen, maar met de nagelpunt wegwippen. De bijenkoningin overwintert met haar volk, terend op wintervoorraad.

[fig.3]
Wesp

Borst en achterlijf zijn geel en zwart. Dol op menseneten: zoetigheid, maar ook vleeswaren. Naarmate de zomer vordert en hun natuurlijke suikerbron – suiker uitgescheiden door wespenlarven - opdroogt worden de wespen hinderlijker. Ze zijn snel uit hun humeur. Na een steek blijft de angel niet in de huid hangen, er kan dus nog eens mee worden gestoken, en nog eens.

[fig. 4]
Wespennest

Pas op met een wespennest, boven of onder de grond. Bel de gemeente als je ervan af wilt. Alleen de koningin overwintert, de andere wespen gaan dood.


[fig.5]
Hommel

Een stevig lijf in een dikke bontjas. De kleur verschilt per soort. Hommels steken haast nooit en geven weinig overlast. Het nest, zo’n 600 hommels groot, ligt meestal in de grond. Ook de hommelkoningin overwintert alleen.




Met dank aan fotografen Thomas ter Heide, Anne Ruth Henkes, Theo Van Hoof, Piet Jager, Hennie Oude Essink.