Europa’s eerste en oudste acacia staat in Doorwerth.

Met ijzeren banden en zware krammen wordt hij overeind gehouden, de trotse, oeroude reus van Doorwerth. Zijn geschiedenis is nauw verweven met die van het kasteel, waar hij als klein boompje werd geplant in 1601.
Jean Robin, de toenmalige, beroemde Franse plantkundige in Parijs en lijfarts van de koning, kreeg van de medische faculteit aldaar opdracht tot de aanleg van een botanische tuin. Medicijnen werden in die tijd betrokken uit planten en de opleiding tot arts was vooral een studie in de plantkunde: oorsprong van veel botanische tuinen. Zijn liefde ging uit naar het kweken van exoten, die hij van over de hele wereld naar zijn kassen haalde. Zo bracht hij in 1601 uit Noord-Amerika een aantal exemplaren van een “prachtboom” mee, die in zijn uiterlijk leek op de in Europa welbekende, uit Zuid-Afrika afkomstige Acacia, een soort waartoe ook de Mimosa behoort. Voor het benoemen van planten waren toen nog geen duidelijke regels. In zijn systeem van 1759 neemt Linnaeus, ook arts – botanicus, de boom op bij de Vlinderbloemigen onder de naam: Robinia pseudoacacia (de schijnacacia van Robin) . In de volksmond blijft de foute naam Acacia voortbestaan.
Het fraaie kasteel Doorwerth heeft een lange geschiedenis van vernieling en wederopbouw. Het uit de middeleeuwen stammende gebouw was in 1560 aanzienlijk verbouwd en uitgebreid, toen het in 1601 een van de door Robin geïmporteerde exemplaren van de Acacia verwierf. De aanleiding is niet geheel duidelijk. De Nederlanden waren bezig zich tot enige staatsvorm te formeren om zich te ontdoen van de Spaanse overheersers. Het naambordje bij de boom suggereert de “Unie van Utrecht” uit 1579. Dan zou de boom er 22 jaar later geplant moeten zijn.
Tijdens de slag om Arnhem in september 1944 stonden kasteel en boom midden in de vuurlinie; het kasteel veranderde in een troosteloze puinhoop en de kruin van de boom werd aan flarden geschoten. Maar de oersterke boom liep wonderwel weer uit en maakte een nieuwe kruin, die in juni volop bloeit en bij gunstig weer gonst van de bijen. De grillige stam met zijn diepe groeven en knobbels heeft een omtrek van7 meter.Het kasteel ging pas in 1986 weer open voor publiek en is thans met de boom een trekpleister voor de toerist.
Sinds zijn introductie door Robin behoort de Acacia in Europa tot de top van de late-lente dracht. De plant breidde zich ook uit naar Oost Europa, China en Korea. Zo kent Hongarije momenteel 350.000 hectare Acaciabos en is daarmee een van de grootste leveranciers van Acaciahoning.
zie ook:

Drachtplantenindex

Imkerpedia


Rijk: Planten
Stam: Landplanten
Klasse: Zaadplanten

Clade:Bedektzadigen
Orde:Aquifoliales
Familie:Aquifoliaceaea
Geslacht:IIex =hulst

Hulst is een soort die in onze omgeving thuishoort. Het was een van de eerste soorten die - na de laatste ijstijd - [10.000 jaar] naar onze streken terugkeerde.
Ze stellen dan ook weinig eisen aan hun groeiomstandigheden, al hebben ze voorkeur voor gebieden met nogal wat neerslag en arme grond.

De Germanen en Kelten haalden aan het einde van het jaar (zonnewende) hulsttakken in huis als bescherming tegen heksen, boze geesten en andere kwalijke invloeden. De oude volken in onze gebieden vereerden de hulst als een heilige boom. En dat was natuurlijk een doorn in de ogen van de christenen. De boom bracht ook een dilemma, de takken in huis halen bracht geluk maar...een hulstboom kappen bracht ongeluk.

Lees verder...

 

De Chinese Toverhazelaar zal weldra onze tuinen sieren met haar prachtige heldergele lintbladeren; wat de meesten niet weten is, dat zij een goede leverancier is van nectar en pollen.

De familie van de Toverhazelaars (Hamamelis familie) dankt haar naam aan de kolonisten, die de plant in Amerika tegenkwamen. Zij dachten aan het blad te zien, dat het een Hazelaar was; de indianen beschouwden haar als een magische plant en wendden haar aan voor medicinaal gebruik en als toverstaf voor wichelroedelopers en zo kreeg de plant voor de Europeanen de naam Toverhazelaar. De Hazelaar evenwel is een windbestuiver; Hamamelis is een insectenbestuiver, die aan onze honingbijen vooral daarom goede diensten kan bewijzen, omdat zij reeds vanaf het einde van de winter voor een rijke bloei zorgt met een goed aanbod van pollen en nectar.
De“Virginische Toverhazelaar” werd als eerste uit Noord Amerika naar Europa gebracht in 1736vanwege haar spectaculaire bloei en haar medische eigenschappen.Zij kan uitgroeien tot een forse struik of boom van wel 9 meter. Als het weer het toelaat, vliegen onze bijen er op en halen er nectar en pollen af.
De Chinese Toverhazelaar ook Zachte Toverhazelaar genoemd (Hamamelis mollis) komt uit China (1879) en is verreweg de mooiste van allen; zij vormt een mooie opgaande struik van 3 meter met grote zuiver gele bloemen.De 4 behaarde roodpaarse kelkblaadjes vormen een driehoek;de 4 kroonbladen zijn gestrekt lintvormig,zuiver geel en geven een heerlijke zoete geur af; bij mist koude en vorst krullen zij in, maar bevriezen doen zij niet; de korte meeldraden zijn rood; ertussen prijken twee knopstempels; de plant is op kruisbestuiving aangewezen.De bloei begint na de Kerst en kan tot maart doorgaan. Voor de schaarse bestuivers hebben zij ruim nectar en pollen in de aanbieding.
De meeste Toverhazelaars die wij bij ons aantreffen zijn cultivars van de Oost-Aziatische tak: de fraaiste exemplaren met oranje- en rode schakeringen in de kroonbladeren worden geteeld in het arboretum Kalmthout in België en zijn dan ook veelal vernoemd naar de oprichters van het park.
De Hamamelis vernalis (vernalis = lente) komt uit Amerika(1908) en bloeit van februaritot april. Een breed uitgroeiende plant met uitlopers; de kroon kleurt bruin/oranje en de kelk is oranjerood, de geur kruidig; ook deze plant wordt goed bevlogen. 

Ecologische groepen: Planten
Tracheophyta [phylum] Vaatplanten
Spermatopsida [classis]
Asparagales [ordo]
Asparagaceae [familia]
Chionodoxa [genus]
Chionodoxa siehei

Het zoeken naar verwanten van de "Chionodoxa siehei" zag ik tot mijn verbazing dat de asperge ook tot die planten groep hoorde. Nu is in de plantenwereld niets vreemd wat betreft verwantschap. Wat te denken van de rozenfamilie waar aardbij, appel en rozenstruiken aan elkaar verwant zijn.

De Chionodoxa siehei is inheems in M.- en Z.-Europa van Spanje en oostwaarts tot de Oekraïne, zuidelijk tot de Kaukasus en Turkije. Groeit in bossen en weiden.  Nederland - meestal stinse - en verder noordelijker kom de Chionodoxa siehei van nature niet voor maar als deze geplant is en de plek bevalt vermeerder het zich als "onkruid". Wel als prettig onkruid!  Hoogte 8-25 cm. Stuifmeel kleur aan de achterpoten is vuilwit en de "neus" van de bij die op "de siehei" stuifmeel verzameld is wittig.

Bloeit in het voorjaar: maart, april. Zeer variabel wat betreft grootte en bloemkleur, van bleekpaars tot diepblauw. De grote stervormige bloemen en 2 of 3 schedevormige bladeren zijn kenmerkend voor de soort. Gemakkelijk te kweken op zonnige plaatsen of half beschaduwd in kort gras of onder bomen enof struiken die in het vroege voorjaar nog kaal zijn.

De zaailingen bloeien na het derde voorjaar.

Wie doet dit nu, een kamerplant in de tuin zetten! Dit was mijn gedachte toen ik 10 jaar oud op de hoek van de Terweeweg en Frederikhendriklaan (Oegstgeest) in de tuin een vingerplant zag staan.