bijenhouden.nl



August Baron von Berlepsch

door Hennie Oes

August Baron von Berlepsch wordt nog steeds, vooral door zijn volgelingen, aangeduid als “de Europese Langstroth” en toch is dit niet terecht, zoals wij zullen zien. Hij werd geboren in 1815 in Slot Seebach ( Thüringen), waar zijn vader een boerenbedrijf had: veeteelt, fruit, en bijen. Op zijn 7e kreeg August een zwerm om zich te bekwamen in het imkeren. Maar August ging studeren: rechten, filosofie, theologie en was daarna een tijd als ambtenaar werkzaam. In 1841 overleed zijn vader en nam hij het bedrijf over. Pas nu begon hij een enorme voorliefde voor de bijenteelt te ontwikkelen en hij bestudeerde alles wat er te lezen viel. De bijenstand breidde hij uit naar 100 volken: korven wel te verstaan.








Geheel in de geest van zijn tijd begon hij zich intens met de ontwikkeling van de kastteelt bezig te houden en sinds 1853 bewerkte hij het door Dzierzon ontworpen raampje. Dzierzon gebruikte voor de raampjes alleen bovenlatjes en hield zijn kasten op hoogstens 2 etages. Von Berlepsch maakte rondom gesloten, langwerpige ramen; zijn kasten bestonden uit 3 of meer etages van 10 ramen elk.












De achterbehandelingskasten van von Berlepsch moeten er ongeveer hebben uitgezien als de afgebeelde kast van Prokopovich; alleen gaf hij de voorkeur aan plaatsing van de ramen in de z.g. warmbouw. Hij maakte de bovenlijst van de raampjes 0,5 cm. breder, zodat er straten van 1 cm ontstonden. De ramen bleven zo onderling vrij van elkaar, maar werden wel door de bijen vastgekit aan de wanden van de kast. De vondst van Langstroth (1851) om de bijenruimte ook voor de kastwanden toe te passen, zou pas naderhand tot West Europa doordringen.
In 1858 doet hij het bedrijf aan zijn broer over; hijzelf verhuist naar het naburige Gotha en legt zich geheel op de bijenteelt toe.











Von Berlepsch heeft zich enorm beijvert om zijn kennis over te dragen; in Gotha richtte hij een stand in speciaal voor cursussen en onderricht. Aangezien hij de etages van zijn kasten naar achteren kon uitschuiven en er geen bovenbehandeling was, kon hij zijn kasten stapelen en onderbrengen in een bijenhuis; het bijenhuis op de afbeelding biedt plaats aan 54 kasten en 6 korven.
Uit heel Europa kwamen imkers naar Gotha om naar hem te luisteren.
Dezelfde standen beval hij aan om op scholen te plaatsen, zodat ook daar kennis en ervaring kon worden opgedaan. Zijn lijfspreuk: “zonder grondige kennis van de theorie blijft het praktisch imkeren broddelwerk” bracht hij volop in praktijk.
Zijn leerboek: “Die Bienen und ihre Zucht mit beweglichen Waben im Gegenden ohne Spätsommertracht” beleefde vele herdrukken. Hij propageerde het reizen naar goede drachtgebieden, om tot een rendabele imkerij te komen en beijverde zich via wetgeving de bijen te beschermen.
De relatie tussen beide voormannen in de imkerij van de tweede helft van de 19e eeuw is er een geweest vol spanningen en verdachtmakingen; Dzierzon moest de kasten van von Berlepsch niet en deze wees de Ligustica experimenten van Dzierzon af.
Von Berlepsch heeft maar 10 jaar kunnen genieten van zijn bijen in Gotha; in 1868 raakte hij links verlamd en moest zich terugtrekken; hij overleed in München in 1877, 62 jaar oud. Nog vele jaren na zijn dood bleef Dzierzon hem bekladden met lasterlijke artikelen en vertroebelde de onvoorstelbare verdiensten van August Baron von Berlepsch voor de ontwikkeling van de imkerij en het imkeren.
Tot de tweede wereldoorlog kende de Duitse woudimkerij prachtige bijenstanden; daarna werd het hout te duur en verdwenen ook langzaam maar zeker de achterbehandelingskasten.


Een fors gebouw voor de imker: groot.
















Een lieflijk gebouw voor de imker: klein